Waar en wanneer voelt iemand zich thuis? Met die vraag trokken we naar burgemeester van Leuven Mohamed Ridouani, kunstenaar Hans Vandekerckhove en de Marokkaans-Nederlandse schrijver Abdelkader Benali. Lees hun verrassende antwoord.
Ik ben geboren in de volkse Mussenwijk in Leuven, in een gezin van Marokkaanse arbeidsmigranten uit het Rifgebergte. We woonden er met drie gezinnen, allemaal familie, samen in een kleine arbeiderswoning, een rijtjeshuis. Dat was krap, maar er heerste ook een warme gezelligheid, zoals je dat wel vaker bij Marokkaanse gezinnen aantreft.
Naast de deur was het buurthuis De Straatmus gevestigd. Ik heb er op zeer jonge leeftijd Nederlands geleerd. Dit alles zit in mijn geheugen gegrift en roept bij mij diepe emoties op. Dit was mijn kinderthuis en het heeft mijn identiteit bepaald.
Geborgen in Leuven
Ondertussen ben ik, ruim veertig jaar later, sinds januari 2019, burgemeester van Leuven. Een stad van 103.000 inwoners en 171 nationaliteiten, waar ik dagelijks de prachtige diversiteit van culturen, verhalen en achtergronden mag meemaken en mij thuis kan voelen. Maar wat maakt nu precies dat we ons ergens thuis voelen? Wat maakt een stad tot een ‘thuis’-stad?
Thuis is meer dan een fysieke plek; het is een gevoel van geborgenheid en verbondenheid. Wanneer we praten over thuis, denken we aan de warmte van ons gezin, de steun van onze familie, de nabijheid van onze buren en de kameraadschap binnen onze verenigingen en vriendengroepen. Dit gevoel van verbondenheid is essentieel voor ons welzijn.
Thuis is ook een plek waar we ons kunnen terugtrekken en onszelf kunnen zijn. Het is een veilige haven waar we ons kunnen ontspannen, luisteren naar onze favoriete muziek, genieten van ons lievelingsgerecht of simpelweg in stilte kunnen reflecteren.
In een diverse stad als Leuven is het essentieel dat we dit gevoel van betrokkenheid en verbondenheid koesteren. Daar ben ik erg van overtuigd. Dit kan op kleine schaal, zoals bijvoorbeeld door het delen van een tuin of het organiseren van een buurtfeest, maar ook op grotere schaal door samen te werken en elkaar te ondersteunen bij de aanpak van complexe vraagstukken zoals de klimaatverandering.
Sociale cohesie
Een sterk thuisgevoel schept ook vertrouwen. Wanneer we ons verbonden voelen met onze gemeenschap, kunnen we beter samenwerken en elkaars talenten en ideeën waarderen. Dit leidt niet alleen tot persoonlijke voldoening, maar versterkt ook de sociale cohesie en het gemeenschapsgevoel in onze steden en gemeentes. We voelen ons veiliger, meer verbonden en meer betrokken bij de plek waar we wonen. Het voegt ook iets toe aan onze identiteit: een extra laag.
Een gebrek aan thuisgevoel daarentegen leidt tot ontheemding, onzekerheid en verharding. Wanneer mensen zich niet thuis voelen, kunnen gevoelens van onzekerheid en isolement de overhand nemen, wat kan leiden tot extreme denkwijzen en polarisatie. Het is daarom van groot belang dat we als stad blijven werken aan een inclusieve en gastvrije omgeving waarin iedereen zich welkom en gewaardeerd voelt en thuis, ongeacht achtergrond, cultuur of afkomst.
Mohamed Ridouani studeerde handelswetenschappen en internationale betrekkingen aan de KU Leuven. Sinds 2019 is hij burgemeester van Leuven.
Als titel voor mijn eerste monografie in 2002 koos ik My Head is my only Home naar het gelijknamige geschilderde zelfportret en coverbeeld: een gladgeschoren hoofd als een gloeilamp, een meanderend thuisland met ontelbare knooppunten tussen intimiteit, gedroomde realiteit, verbeelde ruimtes en verlichte composities. Rond het hoofd, de onbetreden ruimtes, de te verkennen zones, met de blik die toelaat en uitnodigt te kijken.
Het stevige schedeldak biedt het hoofd doorgaans bescherming, voorlopig toch nog. Gedachten, plannen en verbeelding hebben er vrij spel om mentale landschappen heraan te leggen, uitbreidingen, groen- en stiltezones te bouwen. Dit mentale oefenveld voor evenwicht tussen naar buiten trekken of zich naar binnen richten heeft als thuisbasis het atelier.
Mijn eerste schildersatelier was een serre. Als kind had ik er geen erg in om gezien te worden. Alleen mijn uitzicht was van tel. Het binnen en buiten had er vrij spel. Het was een serre middenin een groentetuin. De aardegeur, de omhullende warmte, het wilde wisselen van licht en schaduw vormden een zinnelijke thuis waar ik de mooiste ritten uit de Tour de France kon verbeelden die eerder op de dag in zwart/wit werden uitgezonden in de besloten huiskamer van het landgoed De Lampetten in Ingelmunster. De serre was mijn hut, mijn Shangri-La.
Stadswoning als bescherming
Later, toen ik beroepsmatig kunstenaar werd, bood een stadswoning met atelier me bescherming. Een schelpvorming gebouw in baksteen dat ruim honderd jaar geleden dienst deed als werkplaats voor het weven van werkkledij, gelegen langs het water in de Gentse binnenstad. Het uitzicht is naar binnen gericht, de gevels hebben geen ramen, het is een cocon voor intimiteit, een laboratorium voor een hoopvolle kijk op de chaos waarin we leven.
Om de buitenwereld te verkennen moet ik op stap en de natuur opzoeken die zich buiten de geschiedenis plaatst. Plekken gaan opzoeken waar de aanwezigheid van een schrijver of de blik van een schilder voelbaar is. Wandelen op een pad dat gevormd en uitgesleten is door voorgangers, en een symbool van de Tijd zijn.
Terug in het atelier, mijn Thuis, wil ik de wereld her-betoveren door mijn herinneringen en ervaringen tot een sprookjesachtig universum te transformeren. Een wondere wereld verbeelden met aparte wetmatigheden die alle seizoenen en windstreken samenbrengt en vertroosting of verstilling kan bieden.
Ingetogen mensen
Waar je van ver en van dichtbij kunt versmelten met architecturale projecten, kennismaken met ingetogen mensen en al wandelend en meanderend een eigen plek zoeken in vruchtbare en desolate landschappen.
Waar je geborgen kunt verdwijnen en tegelijk maximaal naar buiten gericht bent en waar je kunt verlangen naar een verstilde schoonheid over tijd en ruimte heen. Bedachtzaam persoonlijke verhalen verhullen of liefdevol ontplooien, mijn hoofd, mijn huis, openstellen voor de toeschouwer die net als Alice in Wonderland door de spiegel kan stappen, zoals afgebeeld op de cover van mijn nieuwe monografie Silence is a Message (Hannibal books, 2024).
Hans Vandekerckhove, kunstschilder gevestigd in Gent, exposeerde gedurende zijn meer dan dertigjarige carrière in gerenommeerde galeries en musea over de hele wereld. Silence is a message biedt een overzicht van zijn oeuvre tussen 2016 en 2023. Het is tevens een mantra dat de essentie van zijn werk weergeeft.
Ik pak mijn koffer op, haast me naar het vliegveld. Alweer ik word tegengehouden door de douanier. Paspoort. Ik overhandig hem het document en kom maar net op tijd voor mijn vlucht. Gate closed. Kletsnat van het zweet plof ik in mijn stoel. Ik kijk naar buiten, het vliegtuig rolt richting de startbaan. De motor komt langzaam op toeren, steeds wat harder - ready for take off. De kist trekt op en we hangen in de lucht. De lichten van de veiligheidsgordels gaan uit. Naast me prevelt een man het gebed van de reiziger.
Ik doe mijn oortjes in, pak het e-boek, sluit me af voor de mensen om me heen. Ik voel me eenzaam omdat ik me eenzaam wil voelen. Het is een keuze. Ik schuif mijn voeten uit mijn schoenen, voorlopig hoef ik niet naar het toilet. De vlucht duurt drie uur, tegen die tijd zal zich de noodzaak van toiletbezoek doen voelen. Ik koop niets van het karretje. Ik heb alles al.
Zal ik ook op een dag zo zijn?
Het toestel wordt aan de grond gezet. We wurmen ons uit de stoeltjes, de mensen zijn gedisciplineerd, dus niemand dringt voor. De gezichten zijn vermoeid vooral de moeders met kinderen, alleenreizend. Een aantal stokoude mannen en vrouwen heeft deze vlucht ook genomen; ze blijven zitten omdat zelf lopen niet gaat, ze moeten begeleid worden. Waarom reizen deze mensen nog? Zal ik ook op een dag zo zijn, voor altijd gevangen in deze vlucht. Tanger-Amsterdam, Amsterdam-Tanger?
Door de slurf loop ik naar de roltrappen die me naar de lange gangen brengen, verschillende werelden vloeien hier samen. We zijn allemaal op weg om de laatste vlucht te halen. Tijd jaagt ons op. Ik snak ernaar om buiten deze enorme wachtkamer te zijn, het is bijna zover. De marechaussee die voorheen het loket bemande is niet meer, welkom thuis, hoef ik niet meer verwachten.
Ik schuif mijn paspoort in een gleuf, een camera maakt een foto; ik kan door. Slechts een enkeling wordt door een levend persoon nog ondervraagd. Ik sla er geen acht op. Gelukkig heb ik alleen handbagage, ik loop meteen door naar de uitgang en begeef me naar de treinperrons. Over een half uur zal ik thuis zijn. Ik stap in.
De trein dendert de Schipholtunnel uit, het Hollandse licht is zwakjes vergeleken met het licht waar ik vanochtend nog in liep.
Spierkracht is niet genoeg
Er hangen wolken in de lucht als sombrero’s. Hoe voelt het om een wolk te zijn? De trein stopt, ik stap uit en vervolg het laatste stukje naar huis te voet. Ik had ook de metro kunnen pakken, maar ik wil lopen, de benen moeten bewegen. Om me heen zie ik mensen fietsen, veelal aangedreven door een dynamo. Spierkracht is niet genoeg.
Het huis is leeg, de kinderen zijn weg. Dat wist ik. Ik ben nog even alleen. Ik ruik de geuren van het huis. De afwezigheid van de kinderen maakt het tot een oase. Over een paar dagen ben ik weer weg. Ik open de koelkast zonder er iets uit te halen, op zoek naar iets lekkers grijp ik mis.
Ik ga op het balkon staan en snuif de stadslucht op. Een gier. Een duif. Een grote kraai. Ze markeren de sloten. In de verte fluit een mij onbekende vogel zijn vruchtbaarheidsgezang. Ik trek me terug op de bank, ga horizontaal liggen. Sluit mijn ogen om naar mijn botten te luisteren. Ik drijf weg en net voordat de stroom me meeneemt richting de afgrond, schudt een van de kinderen me wakker. Het is de oudste. Ze is blij dat ik terug ben, of ik een eitje voor haar kan maken.
Abdelkader Benali is een vaak gelauwerde Marokkaans-Nederlandse schrijver bekend van zijn romans, kortverhalen, toneelstukken, gedichten, columns en optredens in radio- en televisieprogramma’s.