november 2021

Dirk Brossé, het is een klinkende naam die weinig introductie hoeft. En toch: hij is dirigent, componist, muzikant en muziekkenner. Maar als je met hem praat, ontdek je dat er ook een filosoof en antropoloog in hem schuilt. Zijn wens? Bekoren, ontroeren en – als het zou kunnen – onsterfelijk zijn.

Ik ontmoet Dirk Brossé en sopraan Frances Dhondt middenin de botanische tuin in Antwerpen. Daar kondigde Brossé aan dat hij samen met uitvaartnetwerk Sereni een muziektheatervoorstelling ONTroerd ontwikkelde. Dirk Brossé speelt al veertig jaar met het idee voor een muziekproject rond rouw en verlies. Wat eerst een cd met begrafenismuziek zou worden, is nu een concertreeks. Want het thema blijft taboe. De dood is nochtans van alle tijden, net als muziek.

Dirk Brossé

Dirk Brossé

Helende kracht

Dirk: “Er zijn in de muziekgeschiedenis meer dan 1.600 requiems gecomponeerd. Veel componisten zijn dus over de tijdsgrenzen heen bezig geweest met verlies te verklanken. Zoals Nietzsche zei: ‘Daar waar het woord eindigt, begint de muziek.’ Muziek heeft een enorme helende kracht. In ONTroerd combineren we de kracht van muziek met de kracht van het woord. En we hopen dat de mensen na afloop met een positief gevoel naar buiten lopen. Dat ze dankbaar zijn voor het leven en dat ze elke dag leven alsof het de laatste is. Dat is ook mijn persoonlijke slogan.”

Muziek zorgt ervoor dat er een triest moment mooi wordt

Frances Dhondt

Frances: “Muziek zorgt er vaak voor dat een triest moment toch mooi wordt. Als ik zing op een begrafenis, komen de mensen me vaak uitvoerig bedanken. Muziek is echt een meerwaarde bij het rouwproces.”

Hoge noot/d

Het idee voor ONTroerd kreeg al vorm voor de pandemie, maar die laatste heeft de nood voor dit soort initiatieven alleen maar versterkt. Veel mensen worden pas geconfronteerd met de dood als die voor hun eigen deur staat. Terwijl Brossé, als zoon van een begrafenisondernemer, er letterlijk mee opgroeide. Dirk: “Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat het een voordeel is om op jonge leeftijd geconfronteerd te worden met de dood. Je geeft je leven een andere invulling. We zouden er meer bewust van moeten zijn dat de dood inherent verbonden is met het leven. Het kan je leven alleen maar interessanter maken. Ik zou dit soort voorstellingen graag uitbreiden en ook naar scholen brengen. Wie weet leren we dan op een minder agressieve en boeiendere manier met elkaar omgaan.”

Dirk Brossé

Dirk Brossé

“Rouw, verlies, de dood … Het zit in geen enkel lessenpakket”, zegt Frances. “Zelfs filosoferen met kinderen zou al een eerste stap kunnen zijn.” Dirk vult aan: “Ik vind het heel boeiend hoe verschillende culturen denken over de dood. Een van de mooiste visies is die van de Egyptenaren. Zij geloven dat ze met de boot letterlijk naar het hiernamaals varen. Zelfs mensen die niet geloven, denken dat er iets is na de dood. Ik behoor tot de kleine groep atheïsten die denkt dat er niets is. Maar wie zegt dat ik gelijk heb? We spelen nog altijd muziek van Beethoven en Bach, we lezen nog altijd Shakespeare. Wanneer ik naar Beethoven luister, heb ik het gevoel dat hij fysiek naast mij in de zetel zit. Als ik een partituur dirigeer, heb ik het gevoel dat hij meespeelt in het orkest. Dat is natuurlijk persoonlijk, maar het karakter en het brein van Beethoven, dat wat hij gemaakt heeft, kan nog altijd tot leven geroepen worden. Het is een heel dunne lijn.”

Als ik naar Beethoven luister, zit hij voor mijn gevoel naast me in de zetel

Dirk Brossé

Stempel drukken

Leven na de dood of niet, we laten allemaal graag onze stempel achter. We willen elk op onze eigen manier iets achterlaten. De ene hoopt dat hij voortleeft in zijn kinderen of kleinkinderen, Brossé wil graag nog een groot requiem componeren. 

Dirk: “Mijn grootste frustratie is dat we als mens niet onsterfelijk zijn. Maar men is ermee bezig, met een ‘bionische’ mens. Dat zou toch fantastisch zijn? Alhoewel … (denkt na) Met ouder te worden merk ik dat iets in je binnenste soms zegt: het is genoeg geweest. Ik kan me voorstellen dat dat met het leven zelf ook zo is. Als je op het einde van je cyclus bent, is het goed geweest. Maar als je in de volle kracht van je leven zit, dan denk je ‘verdorie, ik wil 1.000 jaar worden’.”