Ik ben op bezoek bij Rik Vanmulders en Sarah Segers in Liedekerke. Als oprichters van Het Theaterarchief, een gigantische database waarin alle informatie omtrent de voorstellingen, spelers en theatergezelschappen die ze volgen wordt bijgehouden, treden ze doorgaans niet graag in de spotlights. Voor Etcetera maken ze een uitzondering. Na de nodige beleefdheden, word ik uitgenodigd om naar ‘het archief’ te gaan. In de trappenhal wijst Rik me op de poster die aan de muur hangt, een poster in zwart-wit van De Pleisterplaats van Jozef van den Berg, een voorstelling uit 1987. ‘Hier begon het voor mij’, zegt hij terwijl hij voor me voorgaat op de trap.
We komen aan in een grote, lege ruimte. De wanden bestaan volledig uit witte kasten. In de hoek staat een toog met vier barkrukken. Terwijl Sarah drankjes inschenkt, steekt Rik alvast van wal.
Rik: Hier, in deze ruimte, organiseren we huiskamervoorstellingen en ontbijtinterviews met artistieke gasten. Onlangs waren Alice Reijs en Tom Van Dyck hier bijvoorbeeld te gast voor een dubbelinterview. Vroeger woonden wij hier om de hoek, op één hoog. In onze vorige woning organiseerden we ook voorstellingen, maar daarvoor moesten we altijd onze living compleet leegmaken. Stoelen van de zolder, ons meubilair naar boven. Ik ben vader van twee kinderen met een beperking. Mijn jongste zoon, Lenn, heeft het syndroom van Dravet, dat is een zware epileptische aandoening met motorische en mentale retardatie. De laatste twee jaar hebben we Lenn zijn motoriek achteruit zien gaan, waardoor we onszelf serieus de vraag moesten stellen: willen we dit blijven doen, huiskamervoorstellingen geven, ontbijtinterviews houden, mensen motiveren om naar het theater te gaan? Het antwoord was ja. We zijn dan bij deze kleine lap bouwgrond hier uitgekomen. We hebben goed nagedacht over hoe we dit huis zo functioneel mogelijk konden inrichten. Sarah is iemand die zeer praktisch en logisch denkt en werkt. Dit (wijst rond zich) is een multifunctionele ruimte waarin een deel van het archief zit. Ginder (wijst naar de andere kant van de ruimte) wordt meestal gespeeld. Boven op zolder ligt een mat die daar net in past als vloerkleed. En dit hier, dit is de toog!
Sarah: En de alcoholvrije mojito is op. (lacht)
Rik: Als we een huiskamervoorstelling doen, proberen we de mensen te motiveren om met de fiets te komen. Voor het huis staan drie fietsbeugels waar ze hun fiets aan kunnen vastmaken. Ja, echt over alles is nagedacht (lacht). Er is altijd een streekbier van de avond. Daarnaast schenken we drie wijnen die we halen bij een lokale handelaar. Alles is gratis. Het bier, de wijn, de voorstellingen. Er staat wel een doos, waar alle werkelijke leven is ontmoeting op gedrukt staat. Daar kunnen ze eventueel een bijdrage in stoppen.
“Theater heeft ons geleerd dat er heel veel interessante mensen op de wereld rondlopen. Het heeft niet alleen mijn visie op de wereld verbreed, het brengt ook troost. Een voorstelling kan louterend zijn, je de energie geven om verder te doen.”
Wie is het publiek van jullie events?
Sarah: Dat is onze vriendenkring. Die is wel ruim (lacht), Rik is nogal vlot in contacten leggen. In totaal gaat het over een poule van ongeveer honderdtwintig mensen. Afhankelijk van de voorstelling kiezen we wie we uitnodigen.
Dus je komt op persoonlijke uitnodiging naar zo’n voorstelling?
Tegelijk: ja!
Hoe en wanneer is jullie liefde voor theater begonnen?
Rik: Toen ik een jaar of veertien was heb ik een bijzondere ontmoeting gehad met de man die daar beneden hangt, Jozef van den Berg. Ik was door mijn vader al een beetje op weg gezet naar theater, we gingen geregeld samen naar het Mechels Miniatuurtheater, of de KVS. Op een bepaald ogenblik las ik in de krant dat Jozef van den Berg naar Aalst kwam. De dag in kwestie ben ik op mijn fiets gesprongen. Van Welle naar Aalst is maar 5 kilometer. In het theater bleken de deuren naar de zaal potdicht. Klokslag acht uur zei de man van dienst dat we ‘in gewijde stilte’ naar binnen mochten. Op het podium stond een guillotine. Er hing iemand door, iemand met een muts op, je kon niet goed zien of het een pop of een mens was. Op een bepaald ogenblik trilde de hand dan toch een beetje, en zwiepte die muts omhoog. De voorstelling begon met Jozef van den Berg die zei: ‘mevrouw, mevrouw daar op de eerste rij, kunt u mij komen losmaken?’ Ik vond dat fantastisch, dat iemand uit het publiek op het podium moest komen, dat dat blijkbaar gewoon was bij Jozef van den Berg en dat het publiek dat ook wist. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik eraan terugdenk. Dat moment had zoiets magisch. Het heeft mij in de richting van theater geduwd. Vanaf dat moment ben ik zelf voorstellingen beginnen volgen. En van die voorstellingen ben ik van alles beginnen bijhouden. Krantenknipsels, flyers, tickets, affiches…
Sarah: Ik heb niet zo’n spectaculair verhaal (lacht). Ik ben gewoon naar het theater beginnen te gaan met vrienden. Ik zocht, en zoek nog steeds wel, de humor op in het theater. Voor mij mag het een lichte, ontspannende avond zijn. Toen wij een koppel werden, ben ik meer beginnen meegaan naar theater. Ik ben iemand die graag mensen ontmoet en mensen samenbrengt, een geboren scout. En zo is eigenlijk het idee gekomen om dat te combineren en zijn we met de eerste huiskamervoorstellingen begonnen.
Samen?
Rik: Ja. Wij zijn vanaf 2007 samen en in 2008 zijn we daarmee begonnen.
Sarah: Mijn karretje hangt voor een groot stuk aan de passie van Rik, zo is het archief ook tot stand gekomen. Rik had allemaal mappen mee toen hij verhuisde. Structuurloze mappen met tickets, krantenknipsels en flyers (lachen allebei). Rik wist zelf wel wat in welke map zat, maar ik kon er geen touw aan vastknopen. Ik ben dat beginnen te structureren, heb er een database van gemaakt. Rik vult alles aan binnen mijn structuur en zo zijn we eigenlijk zeer complementair. (lacht)
Dat brengt ons bij Het Theaterarchief. Wat is dat juist?
Rik: Misschien is het belangrijk om eerst te benoemen dat het met idolatrie weinig te maken heeft. Niks eigenlijk. Wij gaan na een voorstelling niet iemand aan de mouw trekken, zo zitten wij niet in elkaar. Uit het ene contact komt het volgende voort. Tenzij het een nieuwe, jonge speler is, dan durven we dat wel doen. Sander Deckx bijvoorbeeld, een jonge theatermaker die in een rolstoel zit. Hem hebben we vorig jaar op Theater Aan Zee zien spelen met zijn masterproef Zonderzeeër. Na de voorstelling zijn we ons gaan voorstellen. Ik heb hem verteld dat ik vader ben van twee kinderen met een beperking en dat zijn voorstelling ons zeer aangreep. En of hij de voorstelling bij ons zou willen komen spelen? Van jonge spelers houden we ook bepaalde dingen bij.
Ik vraag Rik en Sarah wat ik me hierbij moet voorstellen. Beetje bij beetje krijg ik inzicht in de ingenieuze logica die schuilgaat achter Het Theaterarchief, dat overigens zowel een on- als offline database behelst. In de offline database, die grotendeels is opgeslagen in de eerder genoemde witte wandkasten, staat alles numeriek. Nieuwe acteurs beginnen in een niet-geclassificeerd, ‘simpel’ mapje. Daarin worden artikelen over en met diegene bijgehouden. Als Rik en Sarah die persoon blijven volgen, dan komt er een ‘echte’ map, een dikke multimap die verschuift naar de geclassificeerde wandkast. Hier zit overigens wel een voorwaarde aan verbonden.
Rik: Zolang wij de persoon in kwestie niet persoonlijk ontmoet hebben, verhuist diegene niet naar het andere archief. We moeten er eerst contact mee hebben, een band opbouwen.
© Samuel Pennynck
Welke plaats neemt theater in in jullie leven?
Sarah: Het is denk ik echt een levensstijl, een visie.
Rik: Theater heeft ons geleerd dat er heel veel interessante mensen op de wereld rondlopen. Het heeft niet alleen mijn visie op de wereld verbreed, het brengt ook troost. Een voorstelling kan louterend zijn, je de energie geven om verder te doen.
Sarah: Het woord ontmoeten blijft daarin voor ons ook heel belangrijk. Dat geldt zowel voor deze plek, die we overigens d’Ontmoeting hebben genoemd, als het ontmoeten voor en na theatervoorstellingen. Wij gaan nooit maar tien minuutjes op voorhand naar een zaal, nee, wij zijn daar altijd al een uur op voorhand. Nadien gaan wij ook nooit direct naar huis. Het is onze manier om mensen te ontmoeten. En dan heb ik het niet alleen over acteurs, maar ook over bijvoorbeeld mensen die je in het dorp zeer weinig tegenkomt, of met wie je nog op school hebt gezeten, en die je alleen in het theater treft.
Het moment voor en na de voorstelling, heeft dat voor jullie iets ritualistisch?
Rik: Ja, toch wel, want, allez –
Sarah (lacht): Ik weet wat hij gaat zeggen
Rik: We drinken altijd een thee vooraf. Een groene thee. Dat kan eens een andere thee zijn, kamillethee –
Sarah: Nee!
Rik: Nee, je hebt gelijk, dat kan niet, want dan val je in slaap. Een groene thee dus.
Olympique Dramatique & Toneelhuis – Wachten op Godot © kurt van der elst
Hoeveel voorstellingen zien jullie gemiddeld per maand?
Rik: Twee jaar geleden ben ik geopereerd, sindsdien gaan we wat minder. Maar tot daarvoor een keer of vijftig per jaar.
Sarah: Theater Aan Zee niet meegerekend. Nu zal dat nog een keer of dertig, veertig zijn.
Zijn er bepaalde voorstellingen die jullie met je meedragen, die een diepe indruk op jullie hebben gemaakt?
Sarah: Stella, ster van de zee (een voorstelling van theater FroeFroe uit 2018, naar het gelijknamige boek van Gerda Dendooven, red.). Dat vond ik geweldig. De voorstelling gaat over een meisje wiens beperking is dat ze veel te groot is. Normaal wordt een beperking gezien als iets dat er níet is, maar daar in die voorstelling werd het voorgesteld als iets groots, iets krachtigs.
Rik: De voorstelling die mij de laatste jaren compleet van mijn sokken heeft geblazen is Wachten op Godot met Tom Van Dyck, Tom Dewispelaere, Koen De Sutter en Nico Sturm (Toneelhuis, Olympique Dramatique, red.). Ik heb ze drie keer gezien.
FroeFroe – STELLA, ster van de zee
Gaan jullie altijd samen naar voorstellingen of wil het ook weleens gebeuren dat jullie afzonderlijk gaan?
Sarah: Naar concerten ga jij wel meer alleen soms, daar zit onze –
Rik: Dat is de scheiding. Daar zit een verschil in smaak.
Het is het eerste en meteen ook het laatste verschil waar ik ze tijdens onze ontmoeting op heb kunnen betrappen. Zelden trof ik mensen die beter op elkaar ingespeeld zijn dan Rik en Sarah. Na ons gesprek gaan we nog een verdieping naar boven, waar een gigantische verzameling tijdschriften en kranten bewaard wordt. Ook Etcetera heeft een eigen plank in de tijdschriftenkast. Wanneer ik me verbaasd uitlaat over het feit dat het ondanks de hoeveelheid spullen toch niet rommelig voelt in hun huis, kijkt Sarah me glimlachend aan en rept ze het onbetwistbare toverwoord van dit duo: ‘structuur!’.
Rik Vanmulders schreef over zijn ervaring bij Jozef van den Berg eerder een stuk voor Etcetera, dat is hier te lezen. Meer informatie over Het Theaterarchief is te vinden op hun website: www.theaterarchief.be.
Ken of ben jij iemand die zeker niet in deze serie mag ontbreken? Stuur een mailtje naar: simon@e-tcetera.be