Alain Platel richt zich tot de kunstensector en roept op tot verzet tegen Israël.
Al meer dan twintig jaar waarschuwen velen mét mij voor het horrorscenario dat zich voor onze ogen aan het afspelen is in Gaza en de Bezette Gebieden. Wie de voorbije decennia ter plekke is geweest zag hoe met de dag het wederzijds onbegrip en het extremisme aan beide kanten langzaam toenamen. Dit onder andere omwille van het steeds rechtser, ultranationalistisch én gewelddadig beleid van de opeenvolgende Israëlische regeringen en het geweld van illegale settlers, gesteund door het Israel Defence Force (IDF), ten aanzien van de Palestijnen.
Nu we overspoeld worden door cijfers en beelden uit Gaza en de Bezette Gebieden, die ons de voorbije maand elke dag omverblazen, wordt de roep tot daadkracht om het geweld te stoppen alsmaar luider. Mijn verstand is te klein geworden om te begrijpen dat iemand nog dùrft of kan verdedigen dat Israël het recht heeft zichzelf op die manier te beschermen en te verdedigen. Om te beginnen is het onbegrijpelijk dat het op 7 oktober ùren duurde vooraleer er vanuit het IDF werd gereageerd op de slachtpartijen van Hamas aan de grens met Gaza (en laat me helder zijn en misschien moet ik dat eerst 1405 keren luid en duidelijk herhalen: ik veroordeel de gruwel die Hamas op 7 oktober 2023 aanrichtte. Dat tart àlle verbeelding en zullen we nog moeilijk uit ons visueel en mentaal geheugen kunnen gommen). Maar hoe kan men daarna de 10.000 doden, waarvan meer dan de helft kinderen en vrouwen, 30.000 gewonden en meer dan een miljoen burgers op de vlucht en zonder huis, nog verdedigen als proportionele ‘wraak’?
“Op straat komen, vlaggen uithangen, infoavonden en benefietvoorstellingen organiseren, ze hebben als acties uiteraard allemaal hun waarde en betekenis. Maar wordt het niet dringend tijd dat artiesten en de cultuurhuizen, die zichzelf altijd opnieuw verkopen als de mensen bij wie en de plaatsen waar het échte maatschappelijk engagement zich afspeelt, duidelijkere standpunten durven innemen?”
Op straat komen, vlaggen uithangen, infoavonden en benefietvoorstellingen organiseren, ze hebben als acties uiteraard allemaal hun waarde en betekenis. Maar wordt het niet dringend tijd dat artiesten en de cultuurhuizen, die zichzelf altijd opnieuw verkopen als de mensen bij wie en de plaatsen waar het échte maatschappelijk engagement zich afspeelt, duidelijkere standpunten durven innemen? Zoals het onvoorwaardelijk steunen van de (culturele) boycot van Israël bijvoorbeeld. Als iemand nog twijfelt aan het feit dat Israël een extreem gewelddadige apartheidsstaat is geworden, dan leefde die de voorbije decennia op Mars. Het is voor het eerst dat een Belgische eerste minister, met name Alexander De Croo, de woorden ‘disproportioneel geweld vanwege Israël’ in de mond durft te nemen en dat onze minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez durft te praten over sancties tegen Israël. Dat zijn in elk geval kleine opstekers.
Ik weet niet of er nog veel andere artiesten of cultuurhuizen zijn in België die BDS (Boycot Divestment and Sanctions) openlijk steunen, ik heb onderweg in elk geval vélen proberen overtuigen om daarin mee te stappen. Omdat het de enige geweldloze maar duidelijke en dwingende actie is die men kan nemen én omdat het een krachtig signaal zou zijn indien we met vélen dat initiatief openlijk zouden steunen.
Avi Mograbi, Joods-Israëlische filmmaker, antwoordde op de vraag wat hij dacht van BDS ooit ‘I will support any action that can put the Israelian government under heavy pressure to stop its violence towards the Palestinian population, even when that would mean the boycott of my own work‘.
Laat mij nog eens duidelijk herhalen: BDS is geen contract dat men ondertekent, of een organisatie waarvan men een lidkaart aanschaft, het is meestappen in een geweldloze burgerbeweging (voornamelijk gesteund door artiesten en academici) die de (culturele) boycot van Israël steunt én toepast. Hoe je dat doet en hoever je daarin wilt gaan, beslis je als individu of organisatie zélf. Wat mezelf betreft: ik weigerde de voorbije 20 jaar in te gaan op uitnodigingen om mijn werk in Israël te presenteren (vlak voor 7 oktober nog hebben wij een filmfestival in Tel Aviv uitgelegd dat men er onze film Why we fight?, geselecteerd voor dat festival, niet mocht vertonen) en ik werk niet samen met organisaties die door de Israëlische regering worden gesteund. Het heeft mij er echter nooit van weerhouden om hier ter plekke te blijven samenwerken met Joodse en Israëlische artiesten.
Onderweg wilde ik de twijfels van vele artiesten en huizen om die (culturele) boycot te steunen nog begrijpen: de consequenties van zo’n beslissing zijn zwaar: je wordt geviseerd en bekritiseerd, beschuldigd van antisemitisme, in bepaalde gevallen bedreigd en zéker gecensureerd en gecanceld … daar weet ik ondertussen véél over.
In 2020 bijvoorbeeld werd C(H)OEURS uitgenodigd als openingsvoorstelling in de Rührtriënnale (Duitsland) maar daar stak de plaatselijke minister van cultuur, Isabel Pfeiffer-Poensgen een stokje voor. Zij zette de intendant van de Rührtriënnale zwaar onder druk om C(H)OEURS te schrappen omdat haar administratie was te weten gekomen dat Alain Platel BDS steunt.
Ik kon eerst moeilijk geloven dat een voorstelling, waaraan een honderdtal mensen meewerkten, zou worden gecanceld omwille van een persoonlijke (politieke) overtuiging van één individu en vroeg om een onderhoud met de minister. Dat vond na lang aandringen toch plaats en was een bijzonder onaangename ontmoeting waarbij onder andere bleek dat één van haar medewerkers een dossier had aangelegd over mij. In die periode was in Duitsland een resolutie aangenomen waarbij culturele Instellingen dringend werden verzocht om personen of organisaties te screenen op hun participatie aan BDS. Indien zij daar vervolgens toch zouden mee samenwerken, riskeerden ze sancties of het intrekken van hun subsidies.
Wij hebben indertijd overwogen om een rechtszaak aan te spannen tegen die beslissing, zoals toen ook een aantal andere organisaties (met succes) hebben gedaan. Maar in ons geval waren er nog geen schriftelijke overeenkomsten getekend tussen de Rührtriënnale en Opera Ballet Vlaanderen, waardoor we geen juridische poot hadden om op te staan.
De internationaal bekende en uiterst gewaardeerde Kameroense filosoof Achille Mbembe verging hetzelfde lot. Hij zou op diezelfde Rührtriënnale de openingsspeech verzorgen maar werd eveneens door het ministerie van cultuur gecanceld omwille van zijn steun aan BDS. Hij ging wél in de tegenaanval.
Behalve het uitroeien van Hamas – en het daarbij planten van de kiemen voor de volgende generatie extremisten! – ligt er blijkbaar geen toekomstplan op tafel voor Gaza, de Bezette Gebieden en de Palestijnen tout court. Of het zouden de nu en dan gelekte berichten moeten zijn waarin leden van de Israëlische regering aandringen op het verdrijven van àlle Palestijnen naar de Egyptische Sinaï woestijn of buurland Jordanië.
Hoe men de onoverzichtelijke materiële vernietigingen gaat heropbouwen, laat staan de mentale verwoestingen bij deze en de komende generaties Gazanen gaat herstellen, daar denkt men nu niet over na. Welke onherstelbare schade deze situatie veroorzaakt in het al langer wegdeemsterend vertrouwen van velen in de regio en ook hier ter plekke in het morele gezag en de ethische keuzes die ‘het Westen’ maakt, dat is nu eventjes geen punt.
Persoonlijk geloof ik al heel lang dat het vinden van een goeie oplossing voor the situation (zoals de Palestijnen ter plaatse het conflict noemen) een mondiale rust en vrede positief zouden kunnen beïnvloeden. En hoe machteloos wij ons als individu ook voelen ten aanzien van zo’n immens probleem, we kunnen wel degelijk een verschil maken. Stemmen bundelen en duidelijke standpunten innemen vanuit de positie waarin we actief zijn, zodat we zowel de Israëlische regering als onze eigen politici onder druk kunnen zetten, is daar één van.
9 november 2023
Alain Platel
theatermaker