176

Het Britse vijftal High Vis heeft zichzelf met het vorig jaar verschenen ‘Blending’ met een dikke stift op de postpunkkaart gezet. Tot een jaar geleden trad de band voornamelijk op in kleine zalen, tegenwoordig spelen ze op alle grote festivals. Toch weten de Britten de hardcore-identiteit die hen gevormd heeft te behouden.

De wortels van High Vis liggen in de Britse hardcore-scene, specifiek in de bands Dirty Money en Tremors, waarin zanger Graham Sayle, bassist Rob Moss en drummer Edward ‘Ski’ Harper al samenspeelden. De band wordt vervolledigd door gitaristen Rob Hammaren en Martin MacNamara. Het vijftal bracht in 2019 hun debuutalbum ‘No Sense No Feeling’ uit, een plaat die eerder postpunk dan hardcore is. Het in 2022 verschenen ‘Blending’ laat een band horen die gegroeid is en vol overtuiging een eigen geluid neerzet. Critici en fans zijn lovend over zowel het album als de energieke liveshows en High Vis surft vol voorwaarts op een golf van waardering. Wat betekent dit voor de band?

Beangstigend

We spreken Graham Sayle via Zoom en het wordt direct duidelijk dat de man goed in zijn vel zit. De zanger heeft met High Vis een goede tournee achter de rug in de Verenigde Staten en speelde een uitermate geslaagd optreden op Roadburn. Hij maakt het zich gemakkelijk met een kopje koffie en vertelt zin te hebben in het gesprek. ‘Ik vind het leuk om zo af en toe een wat langer interview te doen, dat is een stuk relaxter dan tijdens de periode dat er een album uitkomt. Dan word je bijkans elke dag geïnterviewd, met veel dezelfde vragen. Dan voelt het alsof ik op een gegeven moment niets meer te vertellen heb en word ik een beetje moe van mijn eigen stem.’ We voelen enige druk om geen vragen te stellen die Sayle al honderd keer gehoord heeft, maar gaan vol goede moed de conversatie aan.


Met het uitbrengen van ‘Blending’ is de status van High Vis veranderd. De band heeft ervaring met het optreden in relatief kleine zalen, maar nu worden ze geboekt door grote podia en spelen ze zelfs op grootse festivals. Hun show op Roadburn was daarom ook een bijzondere ervaring voor Sayle. ‘Ik was echt enorm zenuwachtig. Ten eerste vanwege de faam van het festival, maar ook omdat onze muziek toch wat afwijkt van wat er normaal gesproken geprogrammeerd staat. Ik was benieuwd hoe het publiek ons zou ontvangen, maar ik was in positieve zin verbijsterd hoe geweldig het was. Ik ben de mensen dankbaar dat ze ons een kans wilden geven.’

Sayle zag op voorhand ook op tegen het formaat van de zaal en het podium. ‘Het is in het begin lastig. We zijn ons hele leven al gewend om in kleine zalen te spelen, waar je makkelijk contact maakt met het publiek. Ik twijfelde of de grotere afstand tot de mensen er niet toe zou leiden dat de muziek minder goed overkomt. Als we spelen willen we dat het publiek en wijzelf samen een collectief zijn, gedragen door de muziek en de show. Het is een mooie uitdaging om datzelfde gevoel te creëren in grotere ruimtes, het dwingt ons uit onze comfortzone te treden en nieuwe dingen te proberen.’ Op de vraag hoe het hem tot nu toe daarmee vergaat, moet Sayle hard lachen. ‘Het is beangstigend! Het gaat me niet allemaal natuurlijk af, ondanks dat het er misschien wel zo uitziet. We doen maar wat!’

Kern

Deze zomer staat High Vis op veel gerenommeerde festivals, dus Sayle krijgt nog genoeg kansen om ervaring op te doen. Het betekent ook dat de band een veel breder publiek bereikt dan voorheen. Met de eerder genoemde hardcorebands, maar aanvankelijk ook met High Vis, trad Sayle voornamelijk op voor een specifieke doelgroep, een die er op momenten een strikte en soms beperkende visie op na kan houden wat betreft de geloofwaardigheid van een band. Toch heeft Sayle geen negatieve geluiden tot zich gekregen.

‘Er is niemand naar me toe gekomen die mij of de band beschuldigde van het verkopen van onze ziel, niemand die ons het succes misgunt. De fans die ons altijd steunden in het verleden doen dat nog steeds en haken niet af omdat er tegenwoordig ook andere mensen naar onze shows komen. Ik kan me wel voorstellen dat fans zich misschien een beetje verloren kunnen voelen als een band die ze altijd in een klein zaaltje hebben zien spelen ineens in een gigantische hal moeten ervaren. Dat is voor zowel de band als de fans even wennen.’

High Vis


De muziek van High Vis is wellicht meer ‘pop’ en commercieel succesvoller dan die in de hardcorescene, maar de instelling van de band past daar nog prima bij. Een integere houding is essentieel voor de groep. ‘De kern van wat we doen is niet veranderd. We maken nog steeds alleen muziek die we zelf willen maken en laten ons daarin door niemand iets voorschrijven. We willen en kunnen alleen niet eeuwig dezelfde muziek blijven maken. Zelf vind ik het ook interessant om bands te volgen die steeds weer nieuwe fases in hun eigen verhaal schrijven, zonder daarbij de kern te verliezen van hun identiteit.

Met High Vis zullen we ook altijd onze gedeelde drijfveer hebben, de reden waarom we überhaupt bij elkaar zijn. Het is zaak een balans te vinden tussen vernieuwing en dat wat de basis van de band vormt. Als we niet meer kunnen groeien als mens en muzikant, hoeft het van mij niet meer. Dat geldt ook voor de passie waarmee ik muziek maak: als ik het gevoel krijg dat ik alles op automatische piloot doe, dan verliest het alle waarde voor mij. Dan zou ik ook de rest van de band tekort doen.’

Ik besef dat het geen zin heeft om je te laten opsluiten in een betekenisloze woede.

Positiviteit

De afgelopen jaren ziet Sayle, die inmiddels een eind in de dertig is, die groei bij zichzelf duidelijk terug. Bijvoorbeeld in de manier waarop hij een andere manier van zingen durft te omarmen, waarover later meer. Maar ook als mens, een die minder veroordelend is geworden, zonder daarbij zijn oprechte boosheid over onrecht kwijt te raken. Waar hij vroeger die woede omzette in schreeuwen van wanhoop, probeert Sayle tegenwoordig glimpen van hoop te laten zien.

‘We zijn in zekere zin allemaal slachtoffers van het kapitalisme en dat maakt me nog steeds boos, maar ik besef dat het geen zin heeft om je te laten opsluiten in een betekenisloze woede. Vroeger voelde ik vooral een fuck you naar iedereen, maar wat doe je daar verder mee? Het leidt alleszins niet tot geluk. Ik probeer nog altijd een manier te vinden om te kunnen navigeren door hetgeen dat op voorhand door de wereld aan ons is voorgelegd, maar dan een stuk genuanceerder, meer relativerend. Als twintiger probeer je voor jezelf een plek te veroveren, door op zoek te gaan naar gelijkgestemden en je af te zetten tegen andersgezinden. Nu ik eind dertig ben weet ik dat het geen zin heeft om constant muren te bouwen, dat het juist zinvol is om te beseffen dat er voor iedereen plek is, zonder dat men allemaal bij elkaar op schoot hoeft te zitten. Natuurlijk zullen er altijd mensen zijn die met slechte intenties en doelbewust het leven saboteren, maar de overgrote meerderheid heeft geen kwaadaardige inborst. Ik denk dat we 51% positiviteit in de wereld nodig hebben om de goede kant op te bewegen.’


Sinds kort is Sayle compleet gestopt met drinken, wat bijdraagt aan zijn meer evenwichtige houding. Het betekent wel dat hij tijdens tours een andere modus moet vinden, vooral voor de momenten tussen de optredens door. ‘Een show geeft je zoveel energie, een high vergelijkbaar met die van drugs. Na afloop kun je je enorm leeg voelen, zowel fysiek als mentaal, omdat je zoveel gegeven hebt. Dan was het altijd makkelijk naar alcohol grijpen, om zo niet te veel te hoeven peinzen en even aan jezelf te kunnen ontsnappen. Dat is wel iets waar ik nuchter soms nog een beetje mee worstel, het omgaan met mijn emoties op die momenten.’

Het schrijven voelt voor mij als een verlengde van mijn leven.

Bijkomstigheid

Een meer open houding betekent voor Sayle overigens niet dat er geen aandacht is voor de donkere kanten van het bestaan. De luisteraar wordt deels meegenomen in zijn beleving, aangezien veel van de teksten die Sayle schrijft een autobiografische component hebben. Het nummer ‘Trauma Bonds’ bijvoorbeeld draait om suïcide en het omgaan met rouw om het verlies van geliefden die te vroeg heen zijn gegaan.

‘Dat nummer betekent veel voor me. Ik heb een goede vriend verloren door zelfmoord en hij is niet de enige uit mijn sociale kring die daarvoor heeft gekozen. Het deed me reflecteren op het feit dat er een buitensporig groot aantal jonge mensen kiest voor zelfdoding.’ Het schrijven van het nummer heeft Sayle mede geholpen uit een diep dal te komen. ‘Het schrijven voelt voor mij als een verlengde van mijn leven. In de zin dat ik vrijwel constant aantekeningen maak over wat er om mij heen gebeurt, over hoe ik mij voel en over zaken waar ik over nadenk. Ik wil dit niet als iets grandioos laten klinken, want ik denk niet dat mijn leven nou zo belangrijk is, maar ik gebruik mijn teksten als een verkenning van wat mij interesseert.’

Daarmee weet Sayle een brug te slaan van het individuele naar het collectieve, getuige de reacties van veel fans. ‘Ik blijf het bijzonder vinden, dat nummers die heel specifiek voelen als iets van ons blijkbaar een snaar raken bij andere mensen. Ik heb met mensen gesproken die een traumatische of juist heel gelukkige ervaring koppelen aan onze nummers, hoe ze een hechte band voelen met onze muziek en teksten. Van tevoren kun je nooit bedenken dat wat jij schrijft ook maar iets zou kunnen uitmaken voor iemand anders. Ik wil dat ook niet als een uitgangspunt gebruiken om muziek te maken, maar het is een mooie bijkomstigheid.’


De vraag of het live spelen van dit soort nummers hem niet telkens confronteert met de emoties die eraan ten grondslag liggen komt naar voren. Sayle geeft aan dat het voor hem balanceren is tussen de tekst eer aan willen doen en een goede show neerzetten. ‘Natuurlijk brengt het me enigszins terug naar hoe ik me voelde tijdens het schrijven. Ik vertel het publiek meestal dat het een belangrijk nummer voor me is en ik probeer het met de juiste intentie te zingen, maar het is niet de bedoeling dat ik elke keer in tranen uitbarst.’

We zijn geen band die tweehonderd shows per jaar gaat spelen.

Beton

We komen even terug op de zang. Sayle heeft zoals gezegd lange tijd in hardcore-bands gespeeld. Kenmerkend voor dat genre is de schreeuwzang en Sayle heeft dan ook veelvuldig zijn boosheid eruit geschreeuwd. In High Vis wordt er nog maar weinig geschreeuwd en vooral op ‘Blending’ lijkt Sayle een stijl gevonden te hebben die hem als gegoten zit. In Britse praatzang weet hij hier en daar nog steeds venijnig te klinken en komt de overtuiging wellicht nog beter over.

‘Dat schreeuwen dat ik deed was in zekere zin ook het maskeren van mijn onzekerheid over wat ik kan. Ik vind het tof om mijzelf nu uit te dagen om met zang richtingen op te gaan die me lichtelijk nerveus maken, maar waaruit ik juist veel leer. Ik probeer geen andere zangers na te doen, dat zou ik ook niet kunnen – ik kan alleen maar in mijn eigen accent zingen. Ik denk dat ik nog steeds geen goede zanger ben, maar het voelt inmiddels wel organischer, ook met het nieuwe materiaal waarmee we bezig zijn.’


Sayle vertelt dat er al bijna tien nieuwe nummers gereed zijn, waarmee de band weer een stap voorwaarts wil zetten. ‘Ski en ik zijn allebei fan van elektronicamuziek en dat willen we terug laten komen op onze nieuwe plaat, onder meer door te werken met een drummachine. Maar de ruimtelijke gothic-gitaarlijnen zijn ook nog te horen, net als de stuiterende drums.’

Hoewel er veel materiaal op de planken ligt, ziet Sayle het nieuwe album voorlopig nog niet uitkomen. ‘We hebben geen haast, ‘Blending’ is nog maar vrij recent uitgebracht, bovendien kunnen we niet veel meer doen dan we al doen. We zijn geen band die tweehonderd shows per jaar gaat spelen, we hebben allemaal nog ons eigen werk waar we ons brood mee verdienen en we moeten ook rekening houden met onze mentale gezondheid.’


Wat betreft het werk dat Sayle doet wanneer hij niet met de band bezig is: hij is onder meer actief als kunstenaar die meubels en kunst maakt van beton. ‘Ik hou echt van dat materiaal! Ik werk veel met gemarmerd beton en vind het heerlijk om daarmee van iets dat er gruizig uitziet en dat niet al te duur is, iets te maken dat er delicaat en waardevol uitziet. Het voelt voor mij als een alchemistisch proces, ook omdat ik maar een bepaalde controle heb over hoe het eindproduct uiteindelijk wordt. Ik giet het materiaal in de vormen die ik wil, maar het komt eruit zoals het eruit komt, daar kan nog wel eens verschil in zitten. Het is voor mij een goede les geweest in het accepteren dat niet alles in het leven gaat zoals je zou willen.’

Een wijze les en een goede afsluiting van een onderhoudend gesprek. Gelukkig is ook Sayle erg content met het interview. ‘Ik heb geen moment het idee gehad dat ik weer dezelfde antwoorden moest geven en onze gedachtewisselingen hebben me zelfs aan het nadenken gezet, dus dank!’