36

Wat hebben KVS-acteur Nand Buyl, zanger Bart Peeters, advocaat Ronny Baudewyn, scenarist en producer Philippe De Schepper (Eigen kweek), regisseur Jan Fonteyn en jeugdauteur Nathalie Slosse gemeen …? Allen hebben ooit op de planken of achter de schermen gestaan bij De Violier. Het zegt wel iets over de dynamiek van een Nederlandstalige toneelvereniging die meer dan 100 jaar actief was in de Brusselse gemeente Jette en omstreken.

Jef Mennekens sr., eerste voorzitter en stichter van de Toneel- en Taalkring De Violier.

Jette, 1900
Bij aanvang van de twintigste eeuw telt de gemeente Jette zowat 10.000 inwoners. Nauwelijks tien jaar later is de bevolking al met meer dan 50 % gegroeid en in 1930 is het bevolkingsaantal verdubbeld in vergelijking met 1900. Het is in deze context van een sterk groeiende gemeentebevolking en de snelle verstedelijking van het toen nog landelijke Jette met haar graanhandelaars, estaminetten en brouwerijen dat De Violier eind 1908 het licht ziet.
Net ervoor was uit de katholieke Sint-Pieters-Werkmanskring een toneelafdeling ontstaan, die vanaf 1906 De Broedermin zou heten. Is het dan toeval dat, zo kort hierna, eind 1908 een toneel- en taalkring wordt opgericht die, luidens de grondslagen, ‘buiten allen partijgeest’ staat en het voorzitterschap toevertrouwt aan de liberale Jetse ambtenaar, dichter en toneelauteur Jef Mennekens? De artistieke leiding komt in handen van ‘toneelmeester’ Jan Paes (1881-1961). Mennekens, beroepshalve gemeentesecretaris van Sint-Jans-Molenbeek en Paes, een populaire Molenbeekse volkszanger, toneelauteur en cafébaas (die ook nog tot BSP-gemeenteraadslid zal verkozen worden) kenden elkaar goed. De in Jette woonachtige Vlaamse schrijver Hendrik Muyldermans zal de eerste ‘boekbewaarder’ zijn.


Eerste productie: ‘Bloemeken’
De eerste productie wordt een meer dan avondvullende combinatie van een drama in drie bedrijven – Bloemeken van Nestor de Tière en Speelman op het dak, een blijspel met zang in één bedrijf. Opmerkelijk: er wordt, voor 35 Belgische frank, ook beroep gedaan op een betaalde beroepsactrice. Het is in de beginjaren gebruikelijk dat een toneelvoorstelling wordt gecombineerd met een ‘zangspel’. Na een drama volgt obligaat een blijspel (of omgekeerd). De voorzitter-stichter zal slechts zeer uitzonderlijk meespelen. Dat De Violier ook Vlaamsgezinde aspiraties heeft, mag blijken uit de programmatie van een voordracht door Hendrik Borginon in 1911 over De vervlaamsching der Gentse hoogeschool, voorafgegaan door... een blijspel. Voor de gelegenheid wordt uitdrukkelijk ‘een behoorlijke kleding’ vereist. En uiteraard wordt, naast werk van o.a. de Tière, Paes, Ballings en Felix van de Sande ook meermaals toneelwerk van Jef Mennekens opgevoerd: o.a. Ook een decoratie (1912), Martha (1914), Marietta (1935) en Mariolijn (1938).


In het oorlogsjaar 1915 wordt de werking een jaar onderbroken – enkele spelers blijken immers krijgsgevangen – maar vanaf 1916 komen er opnieuw minstens twee producties per jaar. In 1919 toont De Violier zich van zijn meest patriottische kant. Er komt een ‘weldadigheidsvertooning’ ten voordele van de gedenkzuil gewijd aan onze gesneuvelde helden.


‘Degelijk Vlaams tooneel’
Het gaat De Violier voor de wind. Een nieuwe vlag wordt feestelijk ingewijd in 1920. Tips en Tops, een lustige operette van Jan Paes op muziek van Jef Krieger blijkt zo succesvol dat ze meermaals wordt hernomen. De muzikanten van de ‘symfonische afdeling’ vragen dan ook een verhoging van hun vergoeding van 5 frank tot 7,50 frank. Toevallige passanten blijven staan voor het repetitielokaal van de koren om de liederen te beluisteren. Zang en muziek vormen de rode draad door de toneelbedrijvigheid in het interbellum. Vanaf 1933 mag de vereniging zich ‘koninklijk’ noemen. Het Laatste Nieuws prijst de ‘voorbeeldige volharding’ waarmee De Violier blijft ijveren voor ‘degelijk Vlaams tooneel’. Einde van de jaren dertig zullen opnieuw fondsen worden verzameld voor ‘onze gemobiliseerde soldaten’.


Inmiddels is er ook een Bond der Vlaamsche Toneelkringen van Jette opgericht. Voorzitter is Herman Mennekens (zoon van), Leopold Adams van De Broedermin is secretaris. Het is opmerkelijk dat de drie Jetse verenigingen – De Violier, De Broedermin met de populaire acteur-regisseur Robert Bernaerd als voorzitter en Vondel (deze laatste van flamingantische signatuur met voorzitter Frans Reinhard) tijdens de oorlogsjaren meermaals zullen samenwerken aan eenzelfde productie of alle drie samen optreden.


Moord Jef Mennekens
In 1943 wordt De Violier in het hart getroffen door de moord op Jef Mennekens. Een laffe daad die nooit opgeëist wordt en tot op vandaag onopgehelderd blijft … Pas in 1947 herneemt De Violier haar werkzaamheden. Dit keer onder impuls van Herman Mennekens … en diens zoon Jef Mennekens jr. Deze laatste maakt, samen met jeugdvriend (en latere ondervoorzitter) André Van Canegem zijn debuut als ‘garde noble’ in Het adelaarsjong, een prestigieuze productie die plaats vindt in de K.V.S. naar aanleiding van het 25-jarige toneeljubileum van Herman Mennekens. De Violier vindt een tweede adem, niet in het minst door de inzet van een piepjonge Jef Mennekens, die zijn acteeropleiding aan het Conservatorium te Brussel combineert met een professioneel engagement als lid van het vast gezelschap van de KVS.

Mimi Mennekens, boegbeeld van ‘De Violiertjes’ (naast haar: Quentin Smits).


Het is in die jaren dat een nieuwe traditie ingang vindt, nl. deze van de openluchtspelen in het Garcetpark. Hierbij kan Mennekens rekenen op de medewerking van KVS-collega’s als Nand Buyl en Bert Struys. In die jaren wordt ook de balletafdeling nieuw leven ingeblazen, mede door toedoen van Jef Mennekens’ echtgenote Mimi en haar zus Jeanine Van Aenroyde.


Van Vondel tot O’Neill
Na het onverwachte overlijden van Herman Mennekens in 1959 neemt diens zoon Jef de fakkel over. Een jaar later vieren De Broedermin en De Violier samen hun 50-jarig bestaan. Het repertoire van De Violier bestaat, naast klassiekers van Vondel (Adam in ballingschap, 1959) en Shakespeare (Hamlet, 1961‘), uit eigentijds, internationaal werk van de Amerikaan O’Neill (Goud, 1962, De tocht naar het duister, 1965) en de Britse toneelauteur Terence Rattigan (De prins en de danseres, 1963), Vlaams werk van Jac. Ballings en Frans Gevels en de obligate zangspelen (Op de purperen hei op muziek van Armand Preudhomme, 1963). In 1963 heeft een opmerkelijke herdenking van en tentoonstelling over Jef Mennekens sr. plaats in Antwerpen in aanwezigheid van gastspreker en Mennekens’ intieme vriend Herman Teirlinck. Teirlinck zal er voor het laatst publiek verschijnen. In die jaren wordt heel wat acteer- en regiewerk opgenomen door Jettenaar Frans De Boeck en theater- en filmacteur Dolf Denis.

De ‘balletafdeling’ van De Violier, 1952, op het binnenplein van herberg De Wilg, Jette

Violiertjes en nog een Jef jr.
Een mijlpaal in het bestaan van De Violier wordt … de geboorte van Herman Mennekens (jr.) in 1972. Om deze heugelijke gebeurtenis te vieren organiseren de trotse ouders Mimi en Jef een openluchtvoorstelling in hun stadstuin, hartje Jette. De spelertjes zijn allen kinderen uit de buurt. Het is het begin van de succesvolle kinderwerking De Violiertjes die, in het bijzonder onder impuls van Mimi, vier decennia zal overbruggen. 

Groepsfoto van De Violiertjes bij voorstelling Sneeuwman Wittekop (1985), zaal Excelsior Jette

Frans De Boeck ontpopt zich tot huisauteur van fraai toneelwerk voor en door kinderen. Nog voor hij kan lezen, staat ook zoon Herman enthousiast mee op de planken.


Juniors en Violirum Tremens
Uit de kinderwerking zal in de jaren 80 de jongerenwerking De Violier-Juniors ontstaan, initieel onder leiding van Erik de Schrijver. Vanuit de jeugdwerking stampen Herman Mennekens en boezemvriend Denis Vercammen, na het ondergronds kunstenfestival Kelderkunst (1996) en samen met enkele leeftijdsgenoten, Violirum Tremens uit de grond, dat resoluut en eigengereid kiest voor een apart en uitdagend repertoire (De stoel van Stanislavski – Guido Van Meir, 1998, De dag allemaal klootzak – Philip De Schepper, 2001, Ongelikt – Bart Moeyaert, 2003). Tremens zal hiervoor beloond worden met de eerste Fernand Ghijsprijs van het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten (thans ‘Zinnema’) in 1998.
Vanaf de jaren 80 treedt acteur Bernard Vercammen, kleinzoon van medestichter en vaandeldrager Corneel Pauwels, steeds sterker op het voorplan. Hij zal, alternerend met Jef Mennekens, de regie verzekeren van tientallen producties en wordt ondervoorzitter van De Violier. Vaste waarden op de planken zijn dan o.a. Michel De Koker, Godelieve en Rita Ragmey, Marcel Schotsaert en Georgette Dooghe. Tijdens de hoogdagen van De Violier telt de kring niet minder dan 4 ‘afdelingen’ met telkens twee producties per werkingsjaar.


Eeuwfeest
In 2008 viert De Violier haar eeuwfeest met een academische zitting in het oud-gemeentehuis van Jette, een tentoonstelling in de Nederlandstalige bibliotheek en de creatie van Dunne sneetjes leven, een reeks ‘taferelen uit het leven gegrepen’ van de hand van Herman Mennekens, die ook theaterwerk op maat van de kinder- en jongerenwerking schrijft. 

De knecht van twee meesters (Goldoni), openluchtvoorstelling in het Garcetpark (1952). Met o.a. KVS-acteurs Jef Mennekens als Jonker Silvio (links) en Nand Buyl (3e van rechts) als Truffaldino

Maar De Violier is dan al over haar hoogtepunt heen. Violirum Tremens sterft een stille dood en door de ongunstig evoluerende gezondheidstoestand van Mimi en Jef Mennekens komt nagenoeg de volledige werking tot stilstand. In 2012 overlijdt Mimi aan een slepende ziekte. Een jaar later haar echtgenoot Jef. Opvolging is er amper. Omwille van de grote vraag ernaar neemt Herman de werking van de kinder- en jeugdwerking over tot het 40-jarig bestaan ervan in 2012. Dan valt het doek definitief over het verhaal van meer dan een eeuw toneelleven van De Violier. De archieven van de toneelkring (én van theaterlegende Dolf Denis), doorheen de tijd steeds zorgzaam bewaard en aangevuld door de familie Mennekens, worden overgebracht naar het AMVB.

Groepsfoto bij voorstelling Wat doe jij hier? (A. De Benedetti), feestzaal gemeentelijke bibliotheek, Jette, tevens viering zilveren toneeljubileum Mimi Mennekens
Groepsfoto n.a.v. 40-jarig bestaan van De Violier in 1948 (centraal: voorzitter Herman Mennekens) en viering van een van de stichters Aug. Roegiers, secretaris-penningmeester. Aan hoofdingang van gemeentehuis Jette.
Groepsfoto n.a.v. viering 60-jarig bestaan van De Violier (1968), in de raadzaal van het gemeentehuis Jette

Jette, anno 2025
De Violier is niet meer … maar het theaterleven in Jette heeft andere vormen aangenomen.
In de Gazet van Jette, het tijdschrift van Gemeenschapscentrum Essegem van april 2025, worden twee toneelproducties aangekondigd. Onder impuls van Gemeenschapscentrum Essegem kwam HETGEVOLG tot stand, een ‘groep diverse spelers’, die uitpakken met ‘Het Ministerie van Dromen’. En het Brussels theatergezelschap van geëngageerde amateurspelers D°eFFekt, ontstaan uit de gevorderdencursus 'Toneel is spelen' in het Brusselse Gemeenschapscentrum De Markten én laureaat van de prestigieuze Landjuweelwedstrijd (2010), stelt Geen Zorgen voor.


Zou er dan toch nog iets blijven hangen zijn in Jette van de ooit zo bruisende en creatieve dynamiek waar De Violier, meer dan honderd jaar lang, garant voor stond …?