Inleiding en selectie door Chris Ceustermans
Taalmuziek. Vlak voor zijn dood in 2008 schreef de legendarische Jean- Marie Berckmans geen proza meer zoals in bundels als Rock & Roll met Frieda Vindevogel. Geen beatpoëzie zoals in het meesterwerk Het zomert in Barakstad. De chroniqueur van Barakstad schreef taalmuziek: een eruptie van muzikale citaten, verdwaalde Russische romanpersonages, kreten uit het Antwerpse sukkelstraatje waar hij levenloos in de sofa zou worden gevonden. Tijdens die laatste jaren verzuchtte hij in brieven aan zijn overleden vader dat hij liever muzikant was geworden. John Coltrane of een free jazz pionier zoals Ornette Coleman.
Hij probeerde die vrije klanken uit de taal te blazen. ‘Maar ik kan schrijven en dus schrijf ik,’ zo noteerde hij. In die finale maanden was hij door ondervoeding niet alleen een uitgemergelde ‘tandeloze Zardoz’ geworden. Ook geestelijke demonen staken weer de kop op. Op de koop toe waren er opstandige darmen die vast voedsel en het leven moeilijk verteerden. (Peristaltische bewegingen van onverteerd verleden: 'de kronkelende wormvormige beweging der darmen’.)
Toen hij in 2007 deze Superman-tekst schreef, liet hij zich opnemen in ‘de kunstenaarsvleugel’ van de psychiatrische instelling te Boechout- Antwerpen om er rustig en met professionele ‘catering’ aan zijn zinnen te schaven. Vakantie nemen van het leven in de grauwzone in zijn Boechouts ‘buitenverblijf ’ kostte geld dat hij niet had. Daarom keerde hij steeds weer terug naar zijn biotoop zero te Antwerpen waar hij zich voedde met bananen, Fortimel en woorden. Zelfs muziek moest hij in 2007 ontberen. Hij had zijn cd-speler als onderpand gegeven in Het Trefpunt: een schamele nachtkroeg in de Brederodestraat die als ‘Het hulpkaske’ in zijn boeken opduikt. No more Waltzing Matilda with me.
Enter Anthony. Anthony was een student-vertaler die via het raam in Berckmans’ huiskamer kroop om gesprekken te voeren over muziek en vakantieromances waarover de naar tederheid hunkerende Jean-Marie ALLES wilde weten. Zeker in periodes waarin hij muze Kristien ‘van Zemst’ amper zag, op een uitstap naar Leopoldsburg na, waar ze op zoek gingen naar de legendarische soldatenkroeg ‘Coletteken Rijstpap’. Anthony en Jean-Marie maakten zich vrolijk over boeken zoals
Het koekoeksjong van de door Berckmans niet zeer bewonderde Brigitte Raskin. Ze improviseerden tijdens verbale jamsessies woorden zoals ‘koekoeksklan’ die in die Superman-compositie opduiken & waarin Anthony lyrisch wordt bezongen.
Anthony had dan ook een heldhaftige poging ondernomen om in het rauwe Trefpunt Jean-Maries radiootje terug te krijgen met de hulp van zijn Paul McCartney-babyface. Toen de jeugdige charme er stootte op een kille muur van door het Barakstad-leven gestaalde barlieden, kocht onze held zelf een cd-spelertje. Jean-Marie was bijzonder blij met dit toestelletje dat opnieuw muziek door zijn hok liet loeien. Jean-Marie schonk zijn jonge weldoener het weinige wat hij nog kon bieden: vriendschap, een boek getiteld The Outsider van Colin Wilson en een rol in: ‘OH SUPERMAN OH RECHTER OH ANTHONY OH MA EN PA’.
A working class hero is something to be?
Benieuwd naar DWB 2021 3 'Schreeuwen op de markt. Excentrische literatuur'?