“Musea en erfgoed zullen niet helpen bij het verzoenen van mensen of gemeenschappen. Verzoening lukt alleen wanneer er ruimte is voor herverdeling. Wanneer je met erfgoed bezig bent, ben je met politiek bezig.” Aan het woord is Laurajane Smith, een welbekende stem uit de academische erfgoedwereld, voor wie het begrip ‘kritische erfgoedstudies’ is uitgevonden. Een inspirerend gesprek over erfgoed en macht, gemeenschappen en erfgoedpolitiek.
Begin september 2024: het academiejaar is nog niet begonnen, maar dat houdt de studenten Erfgoedstudies aan de Universiteit Antwerpen niet tegen om te komen luisteren naar de Australische academica die geregeld in Europa verblijft. Vooraf kreeg ik de gelegenheid om haar te interviewen. Daarvan maakte ik dankbaar gebruik.
Voor Laurajane Smith is erfgoed altijd politiek. De wortels van haar overtuiging gaan terug tot in haar kindertijd. “Die was heel bepalend. Ik groeide op in een eenoudergezin in Kings Cross in Sydney, destijds bekend als het red-light district van de stad. Typerend voor Kings Cross was de diversiteit van mensen en gemeenschappen. Er heerste veel (kans-)armoede en mensen voerden een strijd voor de leefbaarheid van hun huizen en buurten. Ik zag een grote versnelling in de aandacht voor erfgoed omdat mensen aan den lijve ondervonden hoe hun buurten werden vernietigd. Samen met de vakbonden ontstond een zeer actieve protestgemeenschap. Als tiener maakte de Green Ban Movement in de jaren 1970 een grote indruk. Dankzij deze beweging konden veel huizen worden gered, maar de gentrificatie van de buurt was onoverkomelijk: de oorspronkelijke bewoners trokken weg. Pogingen om mensen uit hun huizen te zetten werden heel sterk gekoppeld aan de erfgoedwaarde van die huizen. Dat erfgoed een politieke kwestie was, werd me dus al heel snel duidelijk.”
De aandacht voor erfgoed hangt sterk samen met de heersende maatschappelijke en politieke kwesties. Maar waar het volgens Smith op neerkomt, en wat ze tijdens ons gesprek voortdurend in de verf zet, is dat “het steeds om mensen en participatie gaat, en om wat erfgoed met mensen doet. Wanneer gebouwen en erfgoed werden kapotgemaakt, had dat een enorm effect op de mensen die er woonden. En dat inzicht drijft me tot op de dag van vandaag.”
Het gaat dus om mensen en om participatief werken, voor en met gemeenschappen. Dat is een praktijk die ook in onze regio en daarbuiten almaar gangbaarder wordt. Maar dat durft nogal eens een wollig vertoog op te leveren, alsof een participatieve aanpak steeds peis en vree is, en per definitie voor verbinding zorgt. Het is een verademing om Laurajane Smith hierover te horen spreken, kritisch en nuchter, met het grootste respect voor de mens. Opnieuw zijn gebeurtenissen uit haar jonge jaren bepalend: “In de jaren 1980 groeide in Australië protest van de oorspronkelijke mensen tegen de toenmalige ‘professionele’ (witte) erfgoedmensen, die in hun naam spraken. Ze wilden zelf gehoord worden over hun erfgoed, gemeenschappen en geschiedenis. Deze beweging heeft me sterk beïnvloed en bepaalde mijn politieke positie. We moeten niet spreken voor anderen: geef en neem zelf het woord.”
“In de jaren 1980 groeide in Australië protest van de oorspronkelijke mensen tegen de toenmalige ‘professionele’ (witte) erfgoedmensen, die in hun naam spraken. Ze wilden zelf gehoord worden (...) We moeten niet spreken voor anderen: geef en neem zelf het woord.”
Ze voegt de daad bij het woord. In haar werk met gemeenschappen bestudeert Smith hoe mensen erfgoed hanteren. Ze observeert de processen en de manieren waarop mensen via erfgoed een gevoel van eigenwaarde creëren, en solidariteit en verandering onderhandelen. Verandering kan dan gaan om de vraag naar meer jobs, een betere infrastructuur enz. Dit is diepgaand kwalitatief onderzoek waarbij ze methoden uit de oral history gebruikt en altijd probeert om wat mensen zeggen in een breder maatschappelijk geheel te plaatsen. Ook is ze zich bewust van de eigen positie als onderzoeker, die niet neutraal is: “Het gaat daarbij ook steeds om het creëren van een systemisch bewustzijn en zelfreflectieve observatie.”
In haar recente werk focust Laurajane Smith op de politieke implicaties van erfgoed. Hoe en waarvoor wordt erfgoed gebruikt? Hoe wordt het politiek ingezet? Het gaat daarbij ook altijd om de vraag welk erfgoed meer of minder belang zou hebben of krijgt in vergelijking met ander erfgoed. Om die waardebepaling concreter te benoemen, ontwikkelde Smith het concept Authorized Heritage Discourse (AHD). Ze hanteert dit als instrument om te kunnen praten over dominante vormen van erfgoed, die een grotere aanhang of geloofwaardigheid lijken te hebben. De invulling van dat ‘dominante erfgoed’ is terug te brengen tot de 19e eeuw, toen werd bepaald dat bijvoorbeeld het erfgoed van arbeiders, vrouwen of minderheidsgroepen minder belangrijk was. De positie van dat dominante erfgoed werd in de loop van de 20e eeuw herbevestigd, via Unesco-conventies, wetgeving en reglementen, of het Burracharter in de Australische context.
Maar de herbevestiging vindt ook plaats in de sector zelf, door de manier waarop erfgoedwerkers zelf denken en dominante praktijken reproduceren. Smith: “We moeten er ons veel meer bewust van zijn dat machtsprocessen meespelen bij het bepalen van het belang van erfgoed. Actief een kritische kijk ontwikkelen en het dominante discours uitdagen is een opdracht. Alleen zo zullen we op een inclusievere en flexibelere manier naar erfgoed kijken dan nu het geval is.” Smith is trouwens heel kritisch voor organisaties zoals ICOMOS en Unesco omdat ze volgens haar – vrij kritiekloos – een dominant erfgoedvertoog bevestigen, terwijl ze de macht hebben om het inclusiever te maken.
Trouwens, wat nogal eens over het hoofd wordt gezien, is dat dominante en ondergeschikte erfgoeddiscours niet louter rationeel worden bepaald. Integendeel zelfs. De invloed van emoties bij de bepaling van zogenaamd belangrijk erfgoed kan niet onderschat worden. Smith: “Erfgoed gaat om mensen, en het gaat erover dat bepaald erfgoed gevoelens opwekt, meer (emotioneel) gezag oproept dan ander erfgoed.” Er bestaat dus ambiguïteit rond erfgoed wanneer het gaat om die emotionele kant. Als ‘moderne’ mensen maken we een (veel te) sterk onderscheid tussen ratio versus gevoel/emoties, tussen objectief versus subjectief, tussen goed versus kwaad. Dat duale denken zit diep geworteld in de westerse, moderne manier van kijken naar de samenleving. Moeten we niet sowieso veel holistischer of systemischer denken?1 Dat duale denken komt terug in onze pogingen om musea en erfgoed zo rationeel mogelijk te bekijken, gesteund op academische disciplines (die eveneens in de moderne tijd werden ontwikkeld). Alsof er geen gevoel of beleving bij te pas komt. De hele museale context – de musealisering op zich dus – is erop gericht om objecten uit hun oorspronkelijke contexten te halen. Met het verlies van betekenis tot gevolg. “Aan de ene kant is er dus het proces van ‘musealiseren’ dat de beleving scheidt van het object. Aan de andere kant wordt bij erfgoed heel sterk ingespeeld op bepaalde collectieve gevoelens zoals patriottisme of nostalgie. We hebben de neiging om erfgoed te bekijken als iets glorieus en er dus enkel de mooie kanten van te zien. Maar niemands erfgoed is alleen maar zo: er zijn altijd negatieve kanten die we niet mogen negeren. Trouwens, dit zorgt er ook voor dat ‘nostalgie’ iets negatiefs wordt, en dat hoeft zo niet te zijn. Deze ‘grote emoties’ worden karikaturen, terwijl ze ook onderzocht moeten worden. We lijken momenteel niet bekwaam om met die complexiteit om te gaan. Daar moeten we ons in trainen.”
Ze vindt dat we best werken aan de manier waarop we met emotionele ambiguïteit omgaan. “We moeten de emotionele kant van erfgoed veel beter begrijpen en deze aspecten actief inzetten om het debat te voeden. Een beter begrip van de affectieve praktijken van erfgoed kan helpen om een diepgaandere en meer empathische relatie tussen mensen en erfgoed tot stand te brengen. Nu wordt empathie vaak te simplistisch bekeken, terwijl het een breed register aan emoties aanboort. Als we de complexiteit van emotionele expressie zouden zien, zouden we beter kunnen begrijpen hoe emoties de manier beïnvloeden waarop we denken, handelen, informatie verwerken en oordelen.”
Daarbij vindt Laurajane Smith het onderzoek van Margaret Wetherell inspirerend en ook een steun. Wetherell beargumenteert dat we de neiging hebben om emoties te vereenvoudigen en tot een biologische essentie terug te brengen. Dat is problematisch en helpt ons niet vooruit. Emoties zijn altijd complex, en krijgen door sociale en politieke contexten vorm. Wetherell, een experte in discoursanalyse, laat zien dat vertogen geïnterpreteerd en gemedieerd worden door die contexten en door de emoties die spelen.
Tijdens ons gesprek zijn er geen moeilijke thema’s. Dus ook niet wanneer we het hebben over identiteit. “Bij elke uitspraak over erfgoed zijn mensen zich bewust van ‘I am Me and You are Not’. Identiteitspolitiek op individueel niveau is altijd aanwezig, in alles wat we doen. Op het collectief niveau speelt identiteit op een andere manier. Dan gaat het vaak om dominante identiteitsgroepen die ofwel de overmacht hebben, ofwel het onvermogen om die dominante posities te doorbreken.”
Identiteit is dus alomtegenwoordig. Het gaat erom het politieke aspect van identiteit te begrijpen als een machtsbron. En dus te erkennen dat een identiteitsdiscours nooit neutraal is, wel integendeel: er is altijd een politieke agendasetting. Overigens … als men hier open en eerlijk over is, is dit volgens Smith niet problematisch. Natuurlijk betekent het ook dat we ons ervan bewust moeten zijn dat een positiebepaling gevolgen heeft. Wanneer je een standpunt van een bepaalde groep ondersteunt, en dus van een andere niet, heeft dat een impact. Smith roept dan ook op om hierbij stil te staan, en na te denken over de mogelijke gevolgen van de keuzes die we maken: “Sommige keuzes kunnen je in de problemen brengen. Het vraagt dus wel wat moed om soms een standpunt in te nemen.”
We raken een gevoelige snaar. Voor steeds meer musea en andere erfgoedorganisaties is het vandaag een prioriteit om expliciet aansluiting te vinden bij wat er leeft in de samenleving. De klimaatcrisis, conflicten en oorlog, mensen op de vlucht, noem maar op: het zijn geen ver-van-mijn-bedthema’s. Musea proberen zelf vat te krijgen op die maatschappelijke opdracht en gaan daarbij niet over een nacht ijs. Tegelijkertijd hebben ook hun (politieke) besturen en de publieke opinie verwachtingen en meningen, die daar haaks op kunnen staan. Het komt dus nogal eens neer op een potje armworstelen tussen verschillende actoren.
“Sommige keuzes kunnen je in de problemen brengen. Het vraagt dus wel wat moed om soms een standpunt in te nemen.”
En zo eindigen we het gesprek waar we het begonnen: met de vaststelling dat erfgoed altijd een maatschappelijke en politieke kwestie is. Voor erfgoedwerkers, die niet zozeer met politiek bezig zijn, kan deze stelling weerstand oproepen. Maar laat het ons, al is het bij wijze van gedachtenexperiment, eens omdraaien en deze stelling als uitgangspunt nemen. Misschien biedt ze ons dan de gelegenheid om met open vizier de dialoog aan te gaan? Smith richt zich in deze ook rechtstreeks tot de politieke vertegenwoordigers: “Het valt op dat erfgoed – en in het bijzonder de brug met nationale identiteit – quasi uitsluitend door rechtse partijen wordt geclaimd. Linkse partijen hebben hier ook een expliciete opdracht. In plaats van dit identitair discours af te serveren, lijkt het mij de uitdaging voor links om zich te beraden over manieren om hiermee op een bewuste en constructieve manier om te gaan. Ook links zou erfgoed moeten claimen.”
Olga Van Oost is algemeen directeur van FARO.
Meer lezen?
G. Bozoğlu, G. Campbell, L. Smith & C. Whitehead (eds), Routledge Handbook of Politics and Heritage. Londen, Routledge, 2024.
L. Smith, Uses of Heritage. Londen, Routledge, 2006 (in dit boek lanceert Smith het AHD-concept).
L. Smith, M. Wetherell & G. Campbell, Emotion, Affective Practices, and the Past in the Present., Londen, Routledge, 2018, 1st ed., 304 p.
M. Wetherell, Affect and emotion: A new social science understanding. Sage, 2012.
L. Smith, Emotional Heritage: Visitor Engagement at Museums and Heritage Sites. Londen, Routledge, 2021. https://www.routledge.com/Emotional-Heritage-Visitor-Engagement-at-Museums-and-Heritage-Sites/Smith/p/book/9781138888654
L. Smith, ‘Heritage, the power of the past, and the politics of (mis) recognition’, in: Journal for the Theory of Social Behaviour, 52(4): pp. 623-642. https://doi.org/10.1111/jtsb.12353
L. Smith & E. Waterton, ‘Constrained by common sense: the Authorised Heritage Discourse in contemporary debates’, in: J. Carman, R. Skeats, and C. McDavid (eds) The Oxford Handbook of Public Archaeology. Oxford, Oxford University Press, 2012.