OKV
OKV2022.2

In het Oostendse Mu.ZEE loopt een tentoonstelling over de kunstzinnige connectie tussen België en Argentinië in de loop van de vorige eeuw. De verbinding tussen Europa en Zuid-Amerika bestaat natuurlijk nog steeds. Tal van kunstenaars uit dat werelddeel hebben hier een bestaan opgebouwd. Soms zijn ze uitgeweken omwille van politieke toestanden, soms zijn ze de liefde gevolgd. Cecilia Jaime is een volbloed Argentijnse die woont en werkt in Gent.

Aan de voet van de Andes

Cecilia Jaime (°1962) is geboren in het noordwesten van Argentinië, in de kleine en dichtbevolkte provincie Tucumán. Aan de voet van de Andes is het klimaat er subtropisch. Ze woonde tijdens haar jonge leven in San Miguel de Tucumán, de hoofdplaats van de provincie. Het is een historische plek waar de onafhankelijkheid van het land werd geproclameerd in het begin van de negentiende eeuw. Er zijn tal van instituten gevestigd, er is behoorlijk wat industrie en volgens haar is dat een reden voor de eerder conservatieve ingesteldheid van de bevolking, maar ook van een groot contrast tussen rijk en arm. Ze vertelt met vuur over haar land, over de geschiedenis en over de rijkdom van de streek die vroeger een deel van het Incarijk is geweest. De afstammelingen van dit volk zijn later als slaven afgevoerd, ver in zuidelijke richting tot in Buenos Aires.

Cecilia Jaime, Garden at Como Lake, 2020, olieverf op doek, 120 x 160 cm

Cecilia Jaime, Garden at Como Lake, 2020, olieverf op doek, 120 x 160 cm

Cecilia Jaime is opgegroeid tijdens de militaire junta. Het is een tijd die ze sterk heeft beleefd, er was veel sociale onrust en toch kende ze een heel gelukkige jeugd. De universiteit in San Miguel de Tucumán heeft een zekere renommee en trok veel buitenlandse studenten aan, het was een oord waar veel jonge intellectuelen elkaar ontmoetten. Er ontstond een vorm van rebellie tegen de misstanden en de dictatuur werd harder. “Je moet dat zien in de hele context waarbij je voortdurend werd gecontroleerd, soms gefouilleerd, verdacht was als je gewoon ging picknicken in de natuur, overal was er politie en waren er militairen. Je mocht niet liften, niet gaan kamperen. Er was een guerrilla aan de gang en daar waren veel studenten bij betrokken. Ik was in die tijd een adolescente en ik besefte pas in de loop van mijn eerste jaar aan de universiteit welke periode in de politieke geschiedenis van mijn land ik achter de rug had. Het was een periode waarin veel niet in de openbaarheid kwam, waar veel werd gecamoufleerd en verzwegen. Ik was echt gechoqueerd toen dat tot me doordrong.” In 1978 vond het WK-voetbal plaats in Argentinië. Het stadion in Buenos Aires bevindt zich vlakbij de Escuela de Mecanica de la Armada, waar toen mensen zonder vorm van proces werden opgesloten en gemarteld. De militaire school is nu het Museo de la Momoria met de focus op de mensenrechten.

Middelbare studies volgde Cecilia Jaime in een instituut dat leerlingen had van zeer diverse geloofsovertuigingen. De school was verbonden met de universiteit en opgezet als een experimenteel forum waarbij aan de leerlingen heel veel verantwoordelijkheid werd gegeven. Er was ook veel ruimte voor sportieve en kunstzinnige activiteiten.

Cecilia Jaime, Pasajero del Edén, 1987, Argentinië, tekening op papier, aquarel potlood en acryl op papier

Cecilia Jaime, Pasajero del Edén, 1987, Argentinië, tekening op papier, aquarel potlood en acryl op papier

Haar vader was fiscalist en haar moeder docente. In het gezin werd studie hoog ingeschat. “Tijdens de siësta ging ik dikwijls neuzen in de bibliotheek van mijn vader en daar vond ik een aantal boeken over tekentechniek. Ik heb ze nog altijd en ik heb ze zelfs gebruikt toen ik hier lessen in tekenen heb gegeven. Naast boeken waren er langspeelplaten met klassieke muziek. Terwijl haar ouders van de siësta genoten, legde zij die platen op en danste als achtjarige met volle overtuiging in de woonkamer. Op een bepaald moment ontdekte haar moeder dat en schreef ze haar in aan de balletschool. “Zo kwam ik in contact met het gebruik van de ruimte, de gevoeligheid voor de muziek en leidde dat mij naar de beeldhouwkunst.”

Foto: Saskia Vanderstichele

Foto: Saskia Vanderstichele

1982, het jaar van de kering

In 1982 begon Cecilia Jaime met de kunstopleiding aan de Universidad Nacional de Tucumán, een masteropleiding zoals we die hier kennen aan de academie die zowel praktische ateliers als theoretische vakken omvat. Tijdens haar studie werd ze, net als haar medestudenten, gestimuleerd om aan wedstrijden deel te nemen, soms om les te geven als assistent. Verscheidene van haar docenten kwamen terug van Mexico waar ze kennis hadden gemaakt met het werk van de muralisten en hun typische kleurgebruik. Ze kreeg er eveneens les van Ezequiel Linares (1927-2001), die vier jaar in Europa had verbleven en terugkwam na het einde van de dictatuur van Jorge Videla. “De leraren kwamen terug uit ballingschap met nieuwe inzichten en vertelden ons over het feit dat Columbus eigenlijk niets had ontdekt, hij was gewoon op bezoek gekomen.” Het waren de jaren waarin veel uit het nabije en verre verleden werd uitgeklaard. Vergeten we niet dat in 1982 de oorlog om de Falklands of de Islas Malvinas uitbrak en de nationalistische gevoelens bij zowel de Argentijnen als de Britten fel werden bespeeld. “We waren bang, de hele stad werd verduisterd, het was oorlog.” Ze studeerde af in 1987.

Tegen sommige adviezen in nam ze deel aan een wedstijd voor een beurs voor deelname aan een postgraduaat in Buenos Aires en ze won. Ze mocht naar de studio van Jorge Demirjian (1932-2018) om er les te volgen en feedback te krijgen. De beurs was voor vier maand maar dat heeft ze verlengd.

Een Argentijns-Belgische vriendschap

In 1988 trouwde de broer van Cecilia Jaime in Zwitserland en mocht zij samen met haar zus naar het huwelijk en een maand doorbrengen in Europa. Ze vond het ontzettend belangrijk om de werken die ze in de loop van haar studie kunstgeschiedenis had zien passeren nu in het echt te zien. Alle belangrijke musea in Europa kregen haar over de vloer. In Parijs ontmoette ze de acteur, zanger en beeldhouwer Luc Rogiest (°1950) die net teruggekeerd was van een reis naar India en Nepal. Hij was verbonden aan de musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen en werkte aan de voorbereidingen van Evita, de musical over Evita Perón, Argentijnser kan het niet.

Cecilia Jaime, installatie van sculpturen, schilderijen, fotografie en videoinstallatie op de solotentoonstelling Stills & Movements, 2011, Caermersklooster Brouwerij, Gent

De ontmoeting met Luc mondde in 1990 uit in een huwelijk, nadat ze eerst nog samen een rondreis in Zuid-Amerika hadden gemaakt. In 1989 kwam ze met Luc naar België. Het was natuurlijk een serieuze aanpassing en de tijd ging onder meer naar het aanleren van het Nederlands. Uiteindelijk had ze haar eerste solo in een kleine galerie van een buurvrouw op de Gentse Kraanlei. Ze werkte hard en exposeerde regelmatig in België en daarbuiten. In 2012 richtte ze in hun woning een galerie op die druk gefrequenteerd wordt.

De roots als een rode draad

Het werk van Cecilia Jaime is niet los te denken van haar geboorteland. De uitbundigheid van de kleuren, het exuberante van de natuur, alles herinnert aan haar land van herkomst. Zelfs als ze landschappen schildert van oorden die dichter in onze buurt liggen, dan nog ziet zij andere kleuren, hullen de landschappen zich in feestgewaad.

In vroeger werk heeft ze ook symbolische inhouden in beeld gebracht, niet wars van enige kritiek op toestanden waarmee ze geconfronteerd werd. Lo que fué de Pandora en su caja? (Wat is er van Pandora in haar doos geworden?) toont een stapel lichamen. Zijn het lijken? Een van de figuren kijkt ons aan. Drie armen, een voet met een hoge hak en op de voorgrond een object dat op een vervormde kogel gelijkt, zijn prominent in beeld gebracht. De achtergrond is opgedeeld in vier kleurvlakken zodanig dat er een ruimtelijk effect ontstaat en toch wordt die ruimte als dwangmatig en beknellend ervaren. Voor de tentoonstelling bij haar afstuderen in Tucumán toont ze een reeks gemaskerde figuren onder de titel Pasajeros del Edén, het werk doet haar sterk aan de huidige periode denken, waar het mondmasker alomtegenwoordig is.

Cecila Jaime, Lo que fué de Pandora en su caja?, 1987, acryl op doek

Haar dansopleiding van destijds stimuleert haar tot het maken van beelden, ruimtelijk werk. Het zijn beelden waar beweging een essentieel onderdeel van vormt, mannen en vrouwen die springend en dansend door het leven gaan. Ze gebruikt hiervoor zeer diverse materialen zoals polyurethaan, epoxy, plastic en een zeldzame keer brons. Ze tekent en schildert ze en ook hier experimenteert ze met materialen.

Ze heeft in het laatste decennium van vorige eeuw ook gewerkt rond fotografie en video, waarbij het haar vooral ging om de weergave van de beweging en de beleving van het lichaam. Ze maakte daarvoor tijdens een verblijf in Argentinië opnames in een woestijngebied. Haar project mondde uit in een solotentoonstelling in het Brouwerijgebouw van het Caermersklooster in Gent waarbij ze zowel schilderijen, beelden als foto’s en videowerk presenteerde.

In 2009 ontmoette ze de Sloveense curator Marko Stamenkovic die vooral veel aandacht heeft voor haar fotowerk en haar bevraagt over haar jeugd tijdens de dictatuur. Als gevolg van dat toch diepgaand gesprek ontstaan de sculpturen van vallende mannen die aan draden in de ruimte worden opgehangen.

De klimaatverandering

De jongste tijd is Cecilia Jaime sterk bezig met de invloed van de mens op de natuur en het ecosysteem. Ze gaat af en toe terug op bezoek in haar geboorteland en wordt er geconfronteerd met de allesverwoestende bosbranden die er de jongste jaren het land teisteren. Nog in februari van dit jaar meldde de gouverneur van de noordelijke provincie Corrientes dat ruim 600.000 hectare bos werd verwoest. De klimaatopwarming laat zich ongemeen hard voelen en dat raakt haar diep. Nog meer dan voorheen schildert ze landschappen, bezingt ze met haar doeken de kracht van de natuur. Ze brengt evengoed het naderend onheil in beeld zoals in haar reeks Memories of a landscape van 2021 waarbij een naderende bosbrand een landschap bedreigt. In haar doek Flying once again and again brengt ze hulde aan hen die de branden bestrijden. Een blusvliegtuigje laat een watermassa los boven brandend gebied. Maar er blijft altijd hoop op beterschap. Door de natuur in al haar schoonheid en kracht te schilderen wil ze mee de mensen bewust maken van de noodzaak om ecologisch te handelen.

Cecilia Jaime, SPRING, 2020, olieverf op doek, 140 x 120 cm

Een paar dagen na het interview voor dit artikel vertrekt ze terug voor een maand naar haar geboorteland, straks is ze terug met nieuwe en diepe ervaringen en zal ze gestalte geven aan haar bezorgdheid, maar ze zal ook toegeven aan haar drang om schoonheid te scheppen.

TENTOONSTELLING

  • Solo van 5 tot 12 juni 2022 in Blanco, Gent
  • Groepstentoonstelling van 23 september tot 23 oktober 2022 in de TaLe Art Gallery, Vlierzele

ceciliajaime.com