Zomer 2025

Tegen het blinde geweld van tirannie lijkt geen kruid gewassen. Toch zijn schrijvers en dichters steeds weer in het verzet gekomen tegen regimes die hen het zwijgen willen opleggen. Tegelijkertijd hebben machtige autoriteitsstructuren een broertje dood aan kritische literaire stemmen. Dat blijkt alvast uit de geschiedenis, maar ook vandaag is het niet anders.

‘Neoliberalisme overleeft ternauwernood kritische poëzieavond’ is de titel van een artikel op de Nederlandse satirewebsite De Speld. Het humoristische stukje is een speldenprik in de richting van auteurs die menen dat ze vanaf het (vrij) podium de wereld gaan veranderen. Vaak met teksten die door hun simplisme amper genoeg eeuwigheidswaarde hebben om hun eigen voorleesmoment te overleven. Maar de literatuur kan wel degelijk een plaats van verzet zijn.

Tijdens het jaarlijkse Irisfeest, zeg maar de officiële feestdag van het Brussels Gewest, sprak de dichter Farbod Fathinejad in het Brusselse parlement. Lotte Stoops (Groen), de vicevoorzitter van het parlement, stond tien minuten van haar spreektijd aan hem af. Zo wou ze de inwoners van het Gewest, dat gebukt gaat onder een bestuurlijke impasse, een stem geven. Fathinejad maakte van de gelegenheid gebruik om zijn publiek van politici en beleidsmakers de oren te wassen. “De wijn op de receptie achteraf smaakte zuur,” liet een krantencommentator achteraf optekenen. De dames en heren politici waren toch even wakker geschud, zo leek het wel. En wellicht waren ze verrast dat uitgerekend via de poëzie, een kunstvorm die beleidsmakers graag instrumentaliseren en onschadelijk maken via officieel gesanctioneerd stadsdichterschap of andere kunstzinnige citymarketing, de kritiek zo luid en krachtig kon weerklinken.

stadhuis van Brussel

Het ligt niet voor de hand om in een dubbelzinnige, subtiele, vaak wijdlopige kunstvorm als de literatuur een vehikel voor protest en verzet te zien. Maar autoritaire regimes gaan con gusto achter de schrijvers aan. Als er iets is waar the powers that be een hekel aan hebben, dan is het aan kunst die de dominante verhalen ter discussie stelt of ondermijnt, of op slinkse wijze de censuur omzeilt. Bovendien kunnen schrijvers en kunstenaars in hun werk ook getuigenis afleggen van de misstanden binnen een regime. Kunstenaars en schrijvers worden vaak symbolen van verzet. Denk aan figuren als Vaclav Havel in Tsjecho-Slowakije, Ai Weiwei in China of Anna Achmatova in de Sovjet-Unie. Door hen het zwijgen op te leggen of te straffen, wordt een boodschap afgegeven: wie het regime uitdaagt, betaalt de prijs.

Wraaklustige censuur

Het beruchtste voorbeeld van wraaklustige censuur zijn wellicht de boekverbrandingen in het Derde Rijk. Op de brandstapels kwam zowat de hele canon van vroeg-twintigste-eeuwse modernistische literatuur terecht. De boeken van tientallen auteurs, onder wie Karl Marx, Albert Einstein, Helen Keller, Sigmund Freud, Franz Kafka, Thomas Mann, H.G. Wells, Heinrich Heine, Bertolt Brecht en Ernest Hemingway, werden omwille van hun ‘ontaarde’ karakter in de ban gedaan en op de brandstapels gegooid.

Autoritaire regimes gaan con gusto achter de schrijvers aan. 

Overigens konden ook de autoritaire communistische regimes een vrije, kritische literatuur maar matig smaken. In de Sovjet-Unie was censuur op literatuur zeer streng en alomtegenwoordig. De staat controleerde de publicatie van boeken en zorgde ervoor dat alleen geschriften die met de officiële ideologie overeenstemden, gedrukt werden. Deze controle leidde tot een ondergrondse literatuur, de Samizdat, waar schrijvers buiten de officiële kanalen hun werk verspreidden. De bekendste namen uit die beweging zijn Michail Boelgakov (De Meester en Margarita), Aleksandr Solzjenitsyn (De Goelag Archipel) en Venedikt Jerofejev, die met zijn hallucinante dronkenmansroman Moskou op sterk water een burleske satire biedt op de leegte van het bestaan in de Sovjet-Unie. 

In recentere tijden mocht auteur Salman Rushdie aan den lijve ondervinden dat het Islamofascisme geen geduld heeft met kritische stemmen. En ook het nieuwe conservatisme heeft de blik gericht op de censuur. Bibliotheken moeten worden uitgezuiverd, want zo’n kritisch boek mocht maar eens iemand aan het denken zetten…

mensen protesteren met plakkaat in de hand waarop staat 'time for change'

De gedachten zijn vrij?

Waarom toch? Is het omdat literatuur bij uitstek de kunstvorm is die het verlichte motto ‘de gedachten zijn vrij’ in de praktijk brengt? Het neemt niet weg dat schrijvers telkens weer in het verzet gaan. Een prachtig historisch voorbeeld is het initiatief van de Franse schrijver Vercors. Hij richtte tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk Les Editions de Minuit op, een clandestiene uitgeverij die verzetsliteratuur produceerde. Vercors’ Le Silence de la mer is een klassieker van de wereldliteratuur geworden, dankzij zijn complexe metaforiek en subtiel gebrachte pleidooi voor een stil verzet ‘zonder haat’ tegen de bezetter. In het Franse literatuurwereldje van na 45 deed het er echt wel toe wat je in de oorlog had gedaan. Coryfeeën als André Malraux, Albert Camus en Jean-Paul Sartre lieten zich voorstaan op hun exploten in het verzet, al is zeker in het geval van die laatste de vraag te stellen hoe wezenlijk zijn activiteiten als verzetsman werkelijk geweest zijn. 

Ook in Zuid-Afrika speelden dichters en schrijvers een prominente rol in de strijd tegen het Apartheidsregime. Bekendste voorbeeld is de vroeg gestorven Ingrid Jonker. Jonker was lid van de Sestigers, een groep Afrikaanse schrijvers die zich afzetten tegen de culturele en politieke status quo van het Apartheidsregime. We kunnen niet beweren dat het énkel deze dichters zijn geweest die het Apartheidsregime omver hebben gekregen. Maar het feit dat Nelson Mandela bij zijn aantreden als president uitgerekend haar bekendste gedicht, ‘Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga), voorlas, gold als signaal dat er een nieuw tijdperk was aangebroken in het land.

The powers that be hebben een hekel aan kunst die op slinkse wijze de censuur omzeilt.

Woorden voor Oekraïne & Gaza

Vandaag staan ook in het conflict tussen Oekraïne en Rusland de dichters in de frontlinie. Dat mag je soms letterlijk nemen. Dichter en muzikant Serhiy Zhadan richtte niet alleen een vrijwilligersbrigade op in Charkov, hij zette ook zijn schouders onder een radiozender die de Russische propaganda moet bestrijden. Organisaties als Pen International en Pen Oekraïne zetten hun schouders onder literaire en journalistieke initiatieven die de gevolgen van de oorlog voor de Oekraïeners onder de internationale aandacht brengen.

Ook tegen het Israëlisch-Palestijnse conflict komen de dichters in het geweer. Zo verzamelde World Poetry Movement meer dan duizend handtekeningen van schrijvers en dichters voor een open brief tegen het geweld in Gaza, bestemd voor acht prominente wereldleiders. Wereldwijd worden lezingen en poëzieacties georganiseerd om te protesteren tegen het aanhoudende geweld in Palestina. Er zijn ook plannen om deze acties naar België door te trekken.

Het optreden van de dichter in het Brussels parlement krijgt een staartje. Niet dat de dames en heren parlementariërs zich gaan buigen over de inhoud van zijn betoog, laat staan dat ze, aangesproken en aangespoord door zijn woorden, vaart gaan zetten achter de vorming van een regering. Maar initiatiefnemer Lotte Stoops mag zich aan een standje verwachten omdat ze, met het faciliteren van deze poëticale interventie, welja, het parlementaire reglement heeft overtreden. Maar het symbolische verzet is niet onopgemerkt gebleven. Om het met Herman De Coninck te zeggen: “zo helpt poëzie”.

Kom meer te weten over schrijven, laat je inspireren en ga zelf aan de slag dankzij VERZIN.