172

Het jaar 2020 werd getekend door afstand. Ook van naasten. Zo kon hoboïste, zangeres en elektronica-artieste Dienne na het overlijden van haar grootmoeder niet bij de kerkdienst aanwezig zijn. Op haar solodebuut ‘Addio’ klinken de koren alsnog. Het werd een album dat ook haar inspiratiebron Nicolás Jaar wist te raken.

Voor Dienne Bogaerts is muziek schrijven dé manier om haar gedachten op een rij te zetten. Zo ook op de nummers van ‘Addio’, die gaan over verschillende momenten uit haar pittige lockdowntijd. ‘Ik link geluiden aan datgene waarover ik pieker. Enerzijds voelde ik me in die periode erg geliefd en gesteund door de lieve WhatsApp-berichtjes en kaartjes die ik kreeg, anderzijds vond ik het een rotidee dat ik vanwege de pandemie mijn ouders niet kon zien,’ vertelt Bogaerts. ‘Het nummer ‘Oboe Vento E Rumore’ gaat daarover. De galmende hobo-lijnen belichamen dat liefdevolle gevoel, terwijl de hobo met de trillende, donkere en spacey geluiden staat voor het absurde van die tijd,’ aldus Bogaerts. ‘Het idee van naar een livestream van een begrafenis te kijken, kon ik in het begin heel moeilijk begrijpen, dat heb ik in het lied ‘Addio’ verwerkt.’ In deze opener verandert een bewerkte, afstandelijke stem langzaam in helder klinkende koorzang. ‘Mijn grootmoeder woonde naast de kerk van het dorp en we gingen daar vroeger vaak met haar naartoe. De koorzang aan het eind van het lied is er onbewust ingekropen, maar als ik nu naar die passage luister dan zie ik altijd die kerk voor me.’ Ook andere nummers op ‘Addio’ blikken terug naar mooie of gekke kanten van die periode, zoals het lied ‘Felicitazioni’. ‘Dat gaat over een verjaardag waarop we niet konden samenkomen. Diezelfde avond nog maakte ik dat lied en de volgende dag besefte ik dat ik eigenlijk gewoon een donker verjaardagsliedje had gemaakt. Ook wel weer grappig.’

Hobo

Tussen de zang, samples en soms donkere elektronica, valt op ‘Addio’ vooral het heldere geluid van de hobo op. Bogaerts begon op haar negende met dit instrument, maar studeerde uiteindelijk zang aan de Hasseltse hogeschool PXL. Sinds een jaar of vier heeft ze het instrument weer opgepakt voor onder meer Lili Grace, het indiepopduo met haar zus Nelle. ‘Hobo heb ik altijd een mooi instrument gevonden omdat het in klassieke muziek vaak een prominente rol speelt en een soort van personagerolletje inneemt,’ vertelt Bogaerts. ‘Normaal gezien maak ik mijn verhaal met mijn stem, maar bij ‘Addio’ merkte ik dat de hobo zich daarvoor heel goed leende.’

Jaar

Muzikaal had Bogaerts voor ‘Addio’ één grote inspiratiebron. ‘Je hebt van die artiesten die voor een lange tijd je aandacht kunnen vasthouden. Nicolás Jaar was dat voor mij in 2020, ook in die periode. Hij heeft mij ongelofelijk hard geïnspireerd doordat hij altijd zijn eigen ding doet. Dat voelde voor mij bevrijdend aan. ‘Cenizas’ is bijvoorbeeld een album dat me heeft geraakt, maar ook ‘Pomegranates’ vind ik super. Net als al zijn andere platen eigenlijk, om eerlijk te zijn,’ lacht Bogaerts. Met de insteek de tracks zelf op SoundCloud te plaatsen, mailde Bogaerts hem zonder -enige verwachting de muziek. ‘Drie maanden later kreeg ik een mail dat hij het heel goed vond en het graag op zijn label Other People wilde uitbrengen. Heel zot, want ik had hem eigenlijk vooral een mailtje gestuurd om hem te bedanken. Bevestiging krijgen van de persoon die je muzikaal heeft geïnspireerd is een droom die uitkomt. Ik ben heel blij dat het zo is gelopen.’