TheArtCouch Magazine #9

Wanneer ik voor een doodgewoon rijhuis sta, krijg ik een verwarde stem aan de lijn: of het interview echt vandaag was? Ukkonen komt even uit de lucht gevallen, maar ze laat me snel binnen in haar atelier, vergezeld van haar zoontje. De Zweedse kunstenares kwam terecht in Antwerpen omdat haar man er een baan kreeg, maar ondertussen is de stad aan de Schelde ook een inspiratiebron geworden.

Toch zijn het niet zozeer de vele musea, maar wel de kleine dingen die Ukkonens verbeelding prikkelen, zoals een fietser die voorbijraast of iemand die naar de winkel gaat. “Ik denk dat je zelfs inspiratie moet kunnen vinden in een lege kamer”, vertelt ze. “Zolang je gefocust bent, vind je altijd wel iets om mee aan de slag te gaan.”

Naast die dagelijkse ingevingen grijpt de schilderes bewust terug naar de kunstgeschiedenis. David Hockney en Philip Guston zijn namen die veelvuldig terugkomen in de beschrijvingen van haar werk. Ook Ukkonen zelf vermeldt de grootmeesters in ons gesprek. Ze geeft zelfs toe dat ze soms openlijk elementen steelt van andere kunstenaars. Zo tekende ze De Schreeuw van Edvard Munch of Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci in een kitscherig afgietsel op een bloempot. Zoals altijd in haar werk is een humoristische toets niet ver te zoeken.

Heidi Ukkonen, Blue Leopard, 2021.

Dunne grens

De wanden van Ukkonens atelier hangen vol met schilderijen in snoepkleuren. Op het eerste gezicht zijn het opgewekte beelden, maar daarachter gaat een grote tristesse schuil, een soort kwaadaardigheid zelfs. De grens tussen humor en verdriet, of tussen optimisme en hopeloosheid is vaak dunner dan we denken en net die lijn zoekt Ukkonen op in haar werk: “Ik wil niet gewoon een bloempot tekenen. Er moet een spanning in zitten. De contrasten zijn ook een manier om een boodschap in mijn schilderijen te leggen. Dat is een fijne houvast, want ik ben zelf geen goede verhalenverteller.”

Ukkonens kunstwerken vragen om een nieuwsgierige, geconcentreerde blik, want de betekenis is niet op slag duidelijk. Wat doet Het Laatste Avondmaal op een bloempot en een paraplu op iemands hoofd? De vaak absurde schilderijen trekken de aandacht naar zich toe en onthullen hun betekenis laag per laag. De schilderijen zijn ook letterlijk sculpturen die bestaan uit meerdere texturen en materialen. In verschillende combinaties ontwaar ik eitempera, acryl, spuitverf en oliepastel. “Ik ben altijd op zoek naar interessante structuren om mee te experimenteren”, legt Ukkonen uit. “Vroeger naaide ik soms kleren voor mezelf. Dan gebruikte ik ook meerdere stoffen, draden en knopen in één kledingstuk. Misschien is mijn belangstelling voor verschillende materialen toen ontstaan.”

Heidi Ukkonen, Green Leopard, 2021.

Naar de balzaal

Tijdens mijn bezoek zit Ukkonen volop in de voorbereidingsfase voor een groepstentoonstelling in Parijs in januari. Op twee maanden moet ze een reeks schilderijen vervaardigen. Veel tijd voor fouten is er dus niet. “Ik hou ervan om in een ruk door te werken. Zodra ik een idee in mijn hoofd hebt, lukt het bovendien vrij snel om het te schilderen”, vertelt Ukkonen.  Toch bespeur ik ook een ongeduldige karaktertrek. “Ik sta inderdaad altijd te popelen om aan iets nieuws beginnen”, geeft ze toe. “Daarom ben ik vaak met meerdere schilderijen tegelijk bezig. Die zijn niet noodzakelijk met elkaar verbonden. Soms kan je een lijn trekken door de werken, maar vaak zit de rode draad op een subtieler niveau in terugkerende motieven.” Wat de zwanen, potten, schalen en paraplu’s willen zeggen, blijft me soms een raadsel, maar dat ze niet weg te denken zijn uit Ukkonens oeuvre is een feit.

In het geval van de aanstaande tentoonstelling is er wel een duidelijk onderwerp. De galerist koos voor een thematische expo waarbij alle werken zich situeren in het Italiaanse paleis dat het decor vormt van de film The Leopard. “De scènes spelen zich af in de balzaal, maar dat zie je vooral in de details, zoals de luxueuze tegelvloeren en gordijnen”, vertelt Ukkonen. “De personages dragen zelfs allemaal kleren van Gucci. Alleen de schoenen zijn mijn eigen creaties.” Is het niet beperkend om rond een vast thema te werken? “Ik vind het best leuk. Zo weet je precies waarnaar je naar op zoek moet gaan. Voor een recente groepstentoonstelling in Dordrecht moesten alle kunstenaars bijvoorbeeld werken rond het thema 'André Hazes'. Ik kende de zanger totaal niet, maar ik heb zijn gezicht uiteindelijk op een bloempot geschilderd.” (ze toont lachend de foto)

Heidi Ukkonen, HOT TEA, 2021.

Kleine overwinning

Wat misschien nog voor de grootste eenheid in Ukkonens werk zorgt, zijn de felle kleuren. Net daarmee heeft ze een moeilijke relatie. “Ik hou enorm van kleuren, maar ik wil er al lang afstand van nemen”, vertelt ze. “Al vanaf het begin probeer ik meer sobere en uniforme schilderijen te maken, maar uiteindelijk komen er toch weer kleuren bij. Dat is iets natuurlijks, denk ik. Je wilt altijd iemand zijn die je niet bent en kleuren zijn gewoon mijn manier van schilderen.”

Wanneer ik een laatste blik op de schilderijen werp, zie ik toch een evolutie. Een waar Ukkonen zelf ook heel blij mee is. “De kleuren spatten er nog altijd van af, maar het zijn meer monochrome kleuren, zoals verschillende tinten rood of groen.” Als ze op dit niveau blijft groeien, belooft dat alleen maar mooie verrassingen voor de toekomst.