Wat met één tweet begon, groeide in korte tijd uit tot een brede beweging die het Belgische verzet opnieuw zichtbaar maakt voor het grote publiek. Helden van het verzet combineert erfgoed, storytelling en gemeenschapsvorming om mensen te raken én te verbinden. Oprichter Dany Neudt geeft ons meer inzicht in de werking van deze vzw.
Dany Neudt: “Helden van het verzet is ontstaan in augustus 2022, naar aanleiding van een persoonlijke zoektocht naar het verzetsverleden van mijn grootvader. Na het overlijden van mijn vader begon ik zijn verhaal te reconstrueren. Wat ik ontdekte, raakte me diep: zijn verzetsdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog werden amper besproken binnen de familie. Als historicus vond ik het confronterend dat ik nauwelijks iets wist over deze bewogen geschiedenis. Die ervaring bracht me op het idee om elke dag het verhaal van een Belgische verzetsman of -vrouw te posten op sociale media. Toen de eerste post viraal ging, wist ik: dit is groter dan mezelf.”
D.N.: “We willen het Belgische verzet zichtbaarder maken, én recht doen aan de duizenden mannen en vrouwen die hun leven riskeerden voor onze vrijheid. Ik maak dat graag zeer concreet met een duidelijk doel: we willen dat elke Belg tegen 2030 een verzetsheld kent. Hoewel heel wat organisaties hard hun best deden, drongen de verhalen over het verzet amper door tot het grote publiek. Die verhalen zijn decennialang verwaarloosd – in Vlaanderen werden ze vaak zelfs verdrongen. Onze opdracht is dus tweeledig: eerherstel en herinnering. Dat doen we met een vernieuwende combinatie van online en offline activiteiten. Dagelijks posten we verhalen op sociale media, maar we organiseren even goed Verzetscafés (samenkomsten om te luisteren naar verhalen van verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog), brengen verzetsnovelles uit, geven lezingen en bouwen aan een community van mensen die de democratische waarden van het verzet belangrijk blijven vinden.”
D.N.: “We hebben een dagelijkse online reeks uitgebouwd die inmiddels meer dan 40.000 volgers bereikt, we brachten in eigen beheer vier verzetsnovelles uit die Standaard Boekhandel verdeelt, organiseerden in twee jaar tijd al meer dan dertig Verzetscafés in Vlaanderen, Brussel en Wallonië, en lanceerden een jaarlijkse 48 uur durende voorleesmarathon in Fort Breendonk, waar honderden bekende en minder bekende Belgen namen van gestorven verzetsmensen kwamen voorlezen – van schrijver Tom Lanoye, over Holocaustoverlever Simon Gronowski en ex-judoka Gella Vandecaveye tot Defensie-stafchef Frederik Vansina en KU Leuven-rector Luc Sels. Daarnaast richtten we samen met de Vrije Universiteit Brussel (VUB) de leerstoel ‘Sporen van het verzet’ op, die academisch onderzoek koppelt aan burgerbetrokkenheid. Onze leden ontvangen ondertussen ook een driemaandelijks magazine, en in onze besloten Facebookgroep wisselen duizenden mensen actief informatie uit.”
Wij tonen hoe je historische verhalen toegankelijk kunt maken zonder aan diepgang in te boeten
D.N.: “Op lange termijn droom ik van een nieuw, landelijk Verzetsmuseum dat het verhaal van het Belgische verzet in al zijn complexiteit op een hedendaagse manier bij jongeren en het brede publiek kan brengen. België is zo’n beetje het enige West-Europese land zonder zo’n plek. Intussen willen we onze werking ook in Franstalig België uitbreiden. In maart 2025 vond al een eerste Franstalig Verzetscafé plaats, en daar bouwen we op voort door in de eerste plaats een Brusselse werking uit te bouwen en daaruit te leren. We willen ook meer jongeren betrekken via onderwijsprojecten, podcasts en nieuwe vormen van storytelling. Want verhalen over moed, solidariteit en verscheurende morele keuzes zijn ook vandaag brandend actueel.”
D.N.: “We werken sterk datagedreven. Online meten we bereik, betrokkenheid, het aantal volgers, shares, reacties, enzovoort. Maar ook offline meten we: hoeveel mensen komen naar een Verzetscafé? Hoeveel voorlezers engageren zich? Hoeveel mensen worden lid of abonneren zich op het magazine? Die cijfers zijn belangrijk, maar de echte impact zie je in de reacties van mensen. In de zichtbare ontroering tijdens een Verzetscafé. In de vele e-mails van nazaten die zich voor het eerst in hun familieverhaal verdiepen. Dat zijn de momenten waarop we weten: we raken iets wat lang verzwegen gebleven is.”
D.N.: “Er is een hernieuwde interesse in het verzet, net nu de laatste getuigen verdwijnen. Mensen willen begrijpen wat moed betekende in tijden van gevaar. Tegelijkertijd voelen we een breder maatschappelijk verlangen naar zingeving en een gedeeld verleden. Herinnering aan het verzet spreekt mensen aan omdat het over universele waarden gaat: vrijheid, rechtvaardigheid en verzet tegen onrecht. Maar evengoed raakt het gevoelige onderwerpen zoals verraad, polarisatie en extreem geweld aan. We merken ook dat de traditionele herdenkingsvormen de jongere generaties steeds minder aanspreken. Ceremonies en protocol volstaan op zich niet meer; mensen willen verhalen, ontmoeting en dialoog.”
D.N.: “Wij tonen hoe je historische verhalen toegankelijk kunt maken zonder aan diepgang in te boeten. Door storytelling, data-analyse en communitywerking te combineren, bouwen we aan een levend archief. We tonen ook hoe erfgoed dynamisch en verbindend kan zijn, met oog voor diversiteit en inclusie. Onze aanpak kan inspireren voor andere vormen van maatschappelijke communicatie. Bovendien koppelen we archiefonderzoek en academisch werk rechtstreeks aan burgerinitiatieven. Zo maken we van herinnering iets gedeelds en actueels.”
D.N.: “We staan nog maar aan het begin van wat er digitaal mogelijk is. Van linked open data tot AI-ondersteunde ontsluiting van bronnen: daar ligt nog een wereld van mogelijkheden. Ik kijk ernaar uit om die steeds meer te ontdekken. Ook het beter structureren en bewaren van onze groeiende databank – die nu vaak gebaseerd is op vrijwilligerswerk – is iets waarin samenwerking met de informatiesector ons veel kan opleveren. Bovendien willen we nog sterker inzetten op publieksgerichte visualisatie van informatie, iets waar de informatiesector ervaring mee heeft.”
D.N.: “De sector zoekt naar manieren om historisch bewustzijn en kritisch denken te vergroten in een tijd van informatieovervloed en polarisering. Ook wij stellen vast hoe snel nuance verdwijnt en hoe moeilijk het is om complexe verhalen te laten doordringen. Tegelijkertijd leeft de vraag hoe je jongere generaties bereikt. En hoe je verhalen van moed en opoffering kunt brengen die raken, zonder ze te banaliseren of te herleiden tot oppervlakkig ‘heldendom’. Ook het vinden van duurzame financiering is voor ons een terugkerende uitdaging. Onze werking is vandaag gebaseerd op eigen inkomsten en projectsubsidies. Dat dwingt ons voortdurend te innoveren en onszelf heruit te vinden, maar het heeft ook iets slopends. Het gevaar bestaat dat we onszelf opbranden. Ik hoop dat de sector ons op termijn waardevol genoeg vindt om ons een structurele plek en financiering te geven.”
D.N.: “De herinneringssector is lang vrij formeel gebleven. Maar vandaag zie je een duidelijke shift naar participatie, community en storytelling. Daarin proberen wij als kleine organisatie een voortrekkersrol te spelen. We vertrekken vanuit betrokkenheid en verbinding. Onze leden zijn geen passieve toeschouwers, maar actieve dragers van erfgoed. Onze eigen organisatie is van een Twitter-account uitgegroeid tot een groeiende beweging die tegelijkertijd erfgoed, communitybuilding én democratische waarden omarmt.”
Wil je meer lezen over Italiaanse bibliotheken, Boekenbabbels in Brugge, een lange nacht aan de UGent en arsenicum in collecties?