2022-2

Door de introductie van internet, sociale media en smartphones maakt de online wereld voor velen een aanzienlijk en betekenisvol deel uit van het dagelijkse leven. De vraag die het ErfgoedLab Antwerpen zich daarbij stelt is of begrippen uit de fysieke erfgoedwereld (bv. waarderen, overdragen …) ook toepasbaar zijn op die digitale en online wereld.

Inspelend op de diverse en dynamische stad die Antwerpen is, schreef het ErfgoedLab Antwerpen1 enkele proeftuinen in zijn beleidsplan in. Daarmee kan het ErfgoedLab maatschappelijke ontwikkelingen en trends onderzoeken die potentieel het begrip ‘erfgoed’ verruimen. Door de introductie van internet, sociale media en smartphones maakt de online wereld voor velen een aanzienlijk en betekenisvol deel uit van het dagelijkse leven.2 Digitalisering en online connectiviteit doen nieuwe gemeenschappen (of networked publics) ontstaan die meer dan eens actief zijn volgens een eigen logica en dynamiek.3 De vraag die het ErfgoedLab zich daarbij stelt is of begrippen uit de fysieke erfgoedwereld (bv. waarderen, overdragen, …) ook toepasbaar zijn op die digitale en online wereld.

De databases voor registratie of beeldmateriaal zijn inmiddels goed ingeburgerd in het erfgoedveld. En ook tal van vormen om online presentaties te creëren zijn gekend. Zo ontwikkelde het ErfgoedLab zelf samen met het MAS en het FelixArchief via inhoudelijke crowdsourcing een online presentatie van het dagelijkse leven in de eerste golf van de coronapandemie waarin onder andere Facebookposts en YouTubefilmpjes een plek kregen.4 In september 2021 volgde Alles van waarde, een duo van fysieke en onlinetentoonstelling, waarin groepen en gemeenschappen tonen wat ze (al dan niet samen) koesteren. Daarin werd gestreefd naar een grote variatie in betekenisvol erfgoed als verbindende factor tussen mensen: van archiefcollecties tot elpees, van scheepsbouw en graffiti tot het lezen van een verhaaltje voor het slapengaan, maar even goed het supporteren van concurrerende voetbalteams.5 Voortbouwend op Alles van waarde, stelde het ErfgoedLab zich de vraag of een gelijkaardig project denkbaar was voor onlinegroepen en -gemeenschappen. Dit gaf meteen richting aan het Project Ortelius.

Voor deze eerste verkenning werd gekozen om de focus te leggen op Facebookgroepen.

Project Ortelius omvat twee onderzoekslijnen waarin het ErfgoedLab probeert antwoorden te vinden op de centrale vraagstelling of men onlinegroepen en -gemeenschappen zou kunnen vergelijken met erfgoedgemeenschappen. Waar liggen er punten van overeenkomst of verschil? Een eerste onderzoekslijn bestaat uit een reeks interviews met trekkers achter een social media groep. Een tweede bestaat uit het verzamelen en analyseren van informatie over Facebookgroepen zoals het onderwerp, het aantal leden en de link met Antwerpen in onderwerp of activiteiten. Daarvoor werd samengewerkt met meemoo en Datable. Voor deze eerste verkenning werd gekozen om de focus te leggen op Facebookgroepen. Er bestaat immers een enorme variatie aan online platforms. Elk heeft eigen modaliteiten waardoor ze niet allemaal onderling vergelijkbaar zijn. Omdat Project Ortelius een eerste proeftuin is, kwam de keuze te liggen op Facebookgroepen zodat resultaten onderling aan elkaar konden worden getoetst. Op dit moment is Facebook nog het grootste sociale medium in Vlaanderen.6 Meta, het bedrijf achter Facebook, zegt zelf met zijn groepen te willen inzetten op ‘betekenisvolle gemeenschappen’.7 Wanneer een groep als openbaar is ingesteld, is die vrij vlot vindbaar via een zoekmachine, ongeacht het thema van de groep. Facebook heeft als grote voordeel dat tekst, foto’s en video’s naast elkaar kunnen worden geplaatst. Er zijn opties zoals polls. Elk groepslid kan inhoudelijk reageren en kan dus meer dan louter het toekennen van een emoji (zoals een duimpje of een hartje). Daardoor bestaat er een mogelijkheid tot inhoudelijke interactie en uitwisseling tussen verschillende leden.

De volgende bijdrage schetst de aanpak van beide lijnen en plaatst daarbij ook steeds kritische kanttekeningen. Het was immers nooit de bedoeling van Project Ortelius om exhaustief te zijn: noch in het in kaart brengen van alle mogelijke online groepen en gemeenschappen, noch in de bevindingen die op de centrale vraagstelling een antwoord pogen te bieden. Het ErfgoedLab heeft de stad Antwerpen als werkingsdomein: het behoort dus niet tot de opdracht, noch expertise om zo’n vraag volledig uit te werken. Evenwel biedt de verzamelde informatie een interessante tussenstand met heel wat stof tot nadenken, zowel voor het ErfgoedLab, als voor de bredere sectoren van erfgoed en digital humanities.

Interviews met trekkers van Facebookgroepen

Tussen maart en september 2022 werden acht trekkers van Facebookgroepen geïnterviewd die mogelijks als erfgoedgroep kunnen worden beschreven. Onder hen:

- Fabienne Schmit van ANTWERPEN IN FOTO EN FILM vroeger en nu

- Yassin Akou van de Rif Archives

- Karl Scheerlink van Werkgroep DE LEI

- Andra Tanasescu van La blouse roumaine

- Philippe Golbert van Antwerpen in de Sixties & Seventies

- Arno Arnouts van Graffiti en street art in Antwerpen

- Chris Thembelani Ntsukwana en Anneleen De Smet van South Africans in Antwerpen and surrounding areas. Belgium

- Glenn Pellis van Antwaarpse muziek.

De geïnterviewden ontvingen een vragenlijst. De gesprekken werden via audio gecapteerd. Van elk interview verschijnt een artikel op de webpagina van het ErfgoedLab om de reflectie over wat erfgoed en erfgoedgemeenschappen zijn verder aan te wakkeren.8

Elk van de geïnterviewden geven aan dat voor hen de opstart van een groep erg laagdrempelig is. Ze kunnen er zonder grote investeringen en inspanningen een breed publiek mee bereiken. Enkele van de groepen zouden zelfs niet bestaan zonder Facebook. Zo was het aantal leden van Antwerpen in foto en film in een fysieke vorm wellicht beperkt gebleven tot een tiental leden; nu bereiken ze 13.000 leden. Het zorgt er ook voor dat je over de grenzen heen kan werken. Rif Archives spreekt een gemeenschap aan van mensen met herkomst of interesse in de Marokkaanse Rif, waardoor de leden zich niet beperken tot de grenzen van de stad Antwerpen. Soms legt de Facebookgroep wel de brug naar de fysieke wereld, bijvoorbeeld door de samenkomst van Roemenen met een ia, een traditioneel Roemeens hemd, op Midzomernacht.

Bijeenkomst van de leden van de Facebookgroep La blouse roumaine in het Centraal Station van Antwerpen, 2022, stad Antwerpen – foto Victoriano Moreno.

Binnen deze groepen wordt er heel wat informatie gedeeld. Facebook laat toe om vlug informatie te plaatsen. Daardoor kan men materiaal ontdekken dat door individu’s wordt gekoesterd en voorheen onbekend was bij verzamelaars of bewaarinstellingen. Ook informatie opvragen of vragen beantwoorden loopt direct en snel. Zo identificeren enkele actieve leden van Antwerpen in the Sixties & Seventies of Antwerpen in foto en film vlot personen en plekken. Dit soort informatie nodigt andere leden uit om te reageren met meer informatie over context, persoonlijke herinneringen, waardering of afwijzing van gedeelde gegevens. Binnen Graffiti en street art in Antwerpen bieden meer ervaren writers tips aan beginnende graffitikunstenaars, bijvoorbeeld over waar spuitbussen kopen of welke muren beschikbaar zijn. Ze ondersteunen op die manier het voortzetten van acties met graffiti.

De collecties zijn kwetsbaar in hun voortbestaan: een groep kan bijvoorbeeld elk moment worden stopgezet.

Facebook is niet gemaakt om foto’s, films of geluidsfragmenten te bewaren. Dus de ‘collecties’ die ontstaan bestaan doorgaans uit weinig kwalitatieve bestanden. Facebook reduceert beelden tot een beperkt formaat. De collecties zijn kwetsbaar in hun voortbestaan: een groep kan bijvoorbeeld elk moment worden stopgezet. Slechts een enkele vrijwilliger doet de moeite om beeld- en audiomateriaal als back-up op de eigen computer op te slaan. Geen van hen slaat de uitgewisselde tekst en posts op. Een platform als Facebook faciliteert eerst en vooral het vlot delen en doorgeven van materiaal. Portret- en auteursrechten zijn daarbij geen aandachtspunt. In enkele groepen worden zo mensen zonder hun toestemming op foto’s publiek geïdentificeerd. Meermaals zijn beheerders en leden zich niet bewust dat makers en kunstenaars recht kunnen hebben op een vergoeding of naamsvermelding. Tegelijkertijd bereiken posts en reacties een breder netwerk dan de betreffende groep alleen. Dus waar het gaat over overdracht van praktijken of het faciliteren van ontmoeting en uitwisseling, spelen Facebookgroepen meermaals een interessante rol.

Onderzoek gebeurt doorgaans in de vorm van crowdsourcing. Zowel het lanceren van een oproep als de bundeling van reacties volgen geen vaste of academische methodes. Reacties van leden kunnen onderling een post ontkrachten of versterken, maar het is niet altijd duidelijk welke leden betrouwbaar zijn in hun respons. Toch bieden reacties vaak inzichten die via andere bronnen niet gekend zijn, gaande van feitelijke informatie tot persoonlijke herinneringen. Ze laten zo toe om andere mensen en groepen te bereiken en ze vormen mogelijkerwijs toegang tot een bredere waaier van expertise (bv. door ervaring of beleving).

Printscreen van een post op 21/07/2022 in Facebookgroep DE LEI, https://www.facebook.com/ groups/1266727360073871 (bezocht op 24/10/2022).

Presenteren gebeurt veelal instant. Informatie, beelden, geluidsopnames en zo meer kunnen meteen met de wereld worden gedeeld. Groepen kiezen daar zelf hun strategie in. Enkelen doen dit op regelmatige tijdstippen, anderen spontaan en ad hoc. Soms hangt er een inhoudelijk programma aan vast (bv. verkenning van een plek of gebeurtenis) of een doelstelling (bv. behoud van een gebouw). En sommigen groepen koppelen er een fysieke ontmoeting aan vast (bv. rondleiding, braai). Overigens laat Meta niet toe om zomaar alles te presenteren. Kunstfoto’s met artistiek naakt zijn daarvan een gekend voorbeeld. Het beperkte zo ook Antwerpen in de Sixties & Seventies in het delen van beelden.

Ook over het participatief gehalte van een Facebookgroep kan men reflecteren. Vaak hangt het bestaan van een groep af van één of slechts enkele personen. De mate waarin andere leden actief deelnemen kan variëren. Net als in de fysieke wereld, kennen de Facebookgroepen geregeld een eigen ‘cultuur’. Beheerders van een Facebookgroep kunnen daarbij optreden als gatekeeper, zowel qua toegelaten leden als toegestane inhoud. Doorgaans zijn daar goede redenen voor, zoals het voorkomen van spam of reacties die niet passen binnen het opzet van een groep (bv. klachten over hondenpoep in Werkgroep DE LEI waar het behoud van groen en bouwkundig erfgoed centraal staat). Toch zijn er soms ook keuzes met een ethische of inhoudelijke impact. Hoe bepaal je bijvoorbeeld wie er wel of niet tot een groep mag behoren? Of wat valt (nog) te rubriceren als Antwerps dialect in het superdiverse Antwerpen van de 21e eeuw?

Opsporen en identificeren van groepen via API’s en scraping

In de tweede onderzoekslijn werd gezocht naar manieren om Facebookgroepen te detecteren die als erfgoedgroep of -gemeenschap zouden kunnen worden omschreven. Daartoe werd scraping toegepast, een methode waarmee een applicatie binnen een website gestructureerde informatie herkent en bewaart. Je moet dus beschikken over gepaste applicaties, alsook de omschrijving van de informatie waarnaar deze applicaties op zoek moeten gaan.

Samen met meemoo en Datable werd gekozen voor het gebruik van twee applicaties, API’s (Application Programming Interface) die in Google en in Facebook op basis van zoektermen een zoekopdracht uitvoerden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de data die een API vandaag oplevert aan banden is gelegd omwille van commerciële en veiligheidsbelangen (bv. gevolgen van het Cambridge Analytica-schandaal).9 Uiteraard is dit ethisch bekeken een goede zaak, maar voor de analyse van data door een kleine organisatie als het ErfgoedLab levert het enkele hindernissen op om te komen tot zinvolle resultaten. De laatste etappe van het zoekproces werd daarom verder handmatig uitgevoerd door het ErfgoedLab zelf.

De zoektermen werden geselecteerd op basis van geografie (bv. postcodes, namen van districten en buurten), organisatietypes (bv. gebedshuizen, culturele verenigingen) en een reeks van betekenisvolle namen en termen voor Antwerps erfgoed (bv. Koekenstad). Deze zoektermen werden opgezocht in vier bronnen: het Centraal Referentie Adressenbestand van Vlaanderen, Stad Antwerpen in Cijfers, Opendata portaal Antwerpen en Fenix, het platform van de stad Antwerpen waarin (vrijwilligers)organisaties worden opgevolgd. Dit leverde 12.653 records op, goed voor 12.210 zoektermen.

De 12.210 termen werden door de API van Google gehaald. Die detecteerde 2306 Facebookgroepen die mogelijk als erfgoedgroep of -gemeenschap in Antwerpen zouden kunnen worden omschreven. De API van Facebook werd daarna gebruikt om meer informatie over die 2306 groepen in te winnen. Deze zoekactie leverde relatief weinig gegevens op. Daarom overliep een medewerker van het ErfgoedLab deze groepen om ze terug te brengen tot ‘Antwerpse groepen’. Hij hanteerde daarbij enkele voorwaarden, waarbij activiteiten, thema’s of inhoud zich voor een wezenlijk deel in de stad Antwerpen moesten afspelen (bv. ganzenrijden) of de thema’s of inhoud een Antwerpse connectie hadden (bv. Pieter Paul Rubens). Na deze manuele check bleven er nog 803 Facebookgroepen over. Daarvan werd een vergelijkende tabel opgemaakt met een reeks gegevensvelden, zoals naam, ledenaantallen, datum van laatste post, gemiddeld aantal likes van de laatste 20 posts, en zo meer. Op basis daarvan is het mogelijk om de groepen te rangschikken. Ter illustratie: de groepen met het meeste foto’s bleken

- Sneaker Community Antwerp

- Romani in Antwerpen

- Reclamegroep Antwerpen en omstreken

- De Luchtbal

- VERKOOP TWEEDEHANDS ANTWERPEN

Dan restte nog de centrale uitdaging: kan men binnen deze Facebookgroepen detecteren of ze een erfgoedgroep of -gemeenschap zouden kunnen zijn? In realiteit betekende dit opnieuw manueel werk, wat meteen ook een subjectieve interpretatie impliceert. Een ErfgoedLab-medewerker bestudeerde de groepen tot minstens twintig posts en minstens drie dagen terug in de tijd. Meer dan eens bleken groepen zo alsnog minder betekenisvol. Sneaker Community Antwerp bleek bijvoorbeeld vooral gericht op koopjesjagers, Romani in Antwerpen bleek een stek voor de uitwisseling van tips bij het zoeken naar jobs, immo, tweedehandsspullen, enzovoort. De ranking van de groepen veranderde daardoor. De top vijf van groepen met de meeste foto’s die eveneens in hun werking blijk gaven van het delen of doorgeven van iets wat als erfgoed zou kunnen worden omschreven, verschoof zo naar:

- Antwerpen anders bekeken

- Graffiti en street art in Antwerpen

- Antwaarpse woorden en uitdrukkingen

- Kobiety w Antwerpii

- Antwaarpse muziek

Printscreen van een post op 24/04/2022 in Facebookgroep Graffiti en street art in Antwerpen, https://www.facebook.com/groups/281885858649472 (bezocht op 24/10/2022).

Op basis van de verzamelde gegevens, deelden we de Facebookgroepen in zeven types in. Ze illustreren een waaier aan zaken die mensen dagelijks bezighouden, maar waarin er een variatie bestaat in het ‘erfgoedgehalte’: hetzij het onderwerp, hetzij in de activiteiten van deze groepen.

1. Erfgoedgroepen en -gemeenschappen: hun centrale doelstelling is uitgesproken het beleven en in stand houden van cultureel erfgoed, zoals uitwisseling van beeldmateriaal of het in stand houden van dialect. Anderzijds moet worden opgemerkt dat een aantal immaterieel erfgoedgroepen wellicht niet in de selectie voorkomen, omdat de link met Antwerpen niet expliciet wordt gelegd en dus de gebruikte verzamelmethode aan deze groepen voorbijgaat (bv. ‘pottenbakken’ versus ‘pottenbakken in Merksem’).

2. Vraag- en aanbodplatformen: het gaat hier over plekken met info over immo, jobs, tweedehands- of gratis items, evenementen, verloren dieren, enzovoort. Doorgaans zijn dit groepen waar mensen maar kort gebruik van maken: leden komen hier kort iets zoeken of aanbieden. Men zou deze groep kunnen bekijken als tussenhalte voor erfgoedpraktijken (bv. wonen, vakmanschap, zorg voor huisdieren, …)

3. Communicatiekanalen voor verenigingen: het gaat hier om pagina’s waarin leden informatie over hun vereniging uitwisselen. Dat kan gaan om praktische informatie over aankomende wedstrijden, evenementen, workshops, … Hier en daar worden er ook foto’s uit de oude doos gepost of worden er technieken aangeleerd.

4. Omgevingsnieuws: er zijn heel wat groepen die zich organiseren rond straat, buurt, wijk, district of gemeente. De inhoud ervan varieert sterk. Een aantal van hen buigt zich over cultureel erfgoed, zoals Ge zijt van Antwerpen als ge… waarin oude foto’s van de kernstad worden geplaatst. Maar daarnaast hebben heel wat van die groepen ook een ander onderwerp, zoals een lokaal vraag en aanbod (bv. diensten van klusjesman) of feedback (bv. klachten over hondenpoep). Opvallend is een reeks van parallelle groepen waarin concurrentie met een andere groep of onvrede wordt uitgedrukt, zoals Je bent van Ekeren als… (uncensored).

5. Netwerkgroepen: in deze groepen schrijven mensen zich in een (vaak breed) netwerk in van een specifieke gemeenschap of organisatie waartoe men zichzelf rekent, bijvoorbeeld in teken van etniciteit, werkgever of opleiding. Doorgaans is het behoren tot dat netwerk ook het onderwerp van de posts, maar in sommige groepen gaat het gewoon om praktische informatie (bv. Romani in Antwerpen).

6. Eenrichtingscommunicatiekanalen: dit zijn vooral artiesten, organisaties, organisatoren van events en bedrijven die informatie willen verspreiden. In principe bestaan hiervoor de Facebookpages, want het opbouwen van een groep of gemeenschap is niet hun opzet.

7. Actie- en beleidsgroepen: burgers vinden elkaar via Facebookgroepen rond een gemeenschappelijk belang of maatschappelijke agenda, zoals de afbraak van een gebouw, het fietsbeleid of het pleidooi voor het behoud van de lokale zender Radio Minerva.

Er kunnen ook hier een reeks kritische bemerkingen worden gemaakt. Zo gebeurde het verzamelen en de evaluatie van gegevens in een afgebakende periode. Eigen aan sociale netwerken (zowel fysiek als online) zijn die continu in verandering. De duurzaamheid en relevantie van de verzamelde gegevens zijn met andere woorden beperkt in tijd.

Eigen aan sociale netwerken (zowel fysiek als online) zijn die continu in verandering.

De verzamelde gegevens zijn onvolledig. De keuze voor zoektermen gebeurde naar best vermogen, maar hiervoor bestaat geen vast referentiekader, voor zover dit al haalbaar zou zijn. De selectie van zoektermen houdt dus een graad van subjectiviteit in. Ook de toepassing van de selectie zoektermen door de API van Google is niet volledig transparant: het algoritme van deze API rubriceert zelf informatie naar relevantie. Nadien bleek dan ook dat sommige groepen niet aanwezig waren. Zo komt in de lijsten Royal Antwerp FC wel voor, maar dit is niet het geval voor de andere voetbalploeg in de stad, Koninklijke Beerschot Voetbalclub Antwerpen. Beide voetbalploegen en respectieve fanclubs hebben echter hun geschiedenis en tradities die mee door activiteiten op Facebook worden geïllustreerd. Ten slotte gebeurde er ook een manuele controle waar foute inschattingen konden insluipen.

ErfgoedLab Antwerpen legt zich toe op de stad Antwerpen en haar districten (waaronder ook het district Antwerpen). Maar de stad deelt ook haar naam met de provincie. En grenzen durven wel eens doorheen de tijd te schuiven. Een API maakt uiteraard dat verschil niet. Daarnaast beperken erfgoedgroepen en -gemeenschappen zich niet altijd tot het grondgebied van Antwerpen (bv. zangkoren). Tal van tradities, gebruiken en praktijken overstijgen het lokale of worden niet benoemd in geografische termen (bv. aanwezigheid van stripmuren). Dit betekent dat ongetwijfeld heel wat spelers niet op de radar kwamen.

Informatie die uit de scraping kwam is geregeld relatief. De grootte van een Facebookgroep is daar een voorbeeld van. Niet alle leden binnen een Facebookgroep zijn even actief. Sommigen zijn misschien zelfs al overleden. Dus een grote groep betekent niet dat iedereen even intens betrokken of actief is. En niet alle Facebookgroepen zijn publiek, dus dat betekent dat potentieel erg actieve groepen niet mee werden onderzocht.

Dit alles neemt niet weg dat er tal van groepen nu mee zichtbaarheid hebben gekregen voor het ErfgoedLab. Het laat toe om hen in de toekomst te benaderen in functie van specifieke vragen (bv. we zoeken foto’s over onderwerp x), het zichtbaar maken van online erfgoedgroepen, ondersteuning bieden (bv. bewaring van beeldcollecties) of het ontwikkelen van projecten (bv. optie tot een Alles van waarde 2.0).

Afsluitende beschouwingen

Project Ortelius is slechts een startpunt. Hoeveel kanttekeningen er ook kunnen worden geplaatst, de bundeling van Facebookgroepen biedt wel een kern van onlinegroepen en -gemeenschappen waar potentieel in zit voor de (Antwerpse) erfgoedsector. ErfgoedLab Antwerpen wil graag met deze eerste resultaten verder aan de slag gaan. De resultaten betekenen een uitbreiding op het al gekende netwerk van erfgoedspelers. Er doen zich opportuniteiten voor om deze digitale erfgoedactoren mee zichtbaar te maken of te betrekken bij activiteiten en projecten. Er kan verder nagedacht worden hoe deze online groepen zouden kunnen worden ondersteund in activiteiten die als erfgoedfunctie zouden kunnen worden omschreven (bv. bewaring, onderzoek, …). En ook liggen er nog pistes open om andere socialmediaplatformen onder de loep te nemen.

Er kan verder nagedacht worden hoe deze online groepen zouden kunnen worden ondersteund in activiteiten die als erfgoedfunctie zouden kunnen worden omschreven (bv. bewaring, onderzoek, …).

In de aanloop van Project Ortelius in 2020-2021 zocht het ErfgoedLab naar expertise om verder op te bouwen voor de ontwikkeling en uitwerking van de proeftuin. Deze nood is voorlopig nog niet afdoende gelenigd. Het ErfgoedLab is immers zelf geen academische organisatie en externe expertise was daarom gewenst. Meerdere universiteiten bieden momenteel een opleiding digital humanities aan. Ook FARO heeft een adviseur digitaal erfgoed. De lopende projecten en aanwezige expertise blijken zich momenteel echter doorgaans te richten op datavergaring en platforms voor registratie en ontsluiting (bv. Europeana, Time Machine).10 Ook initiatieven zoals het Antwerpse DAMS of de Collectie van de Gentenaar zetten prioritair in op verzamelen en presenteren.11 Dat betekent dat men tot nu toe inzet op een instrumentarium rondom digitaal (of gedigitaliseerd) erfgoed. Vanuit een definitie van erfgoed als ‘uitingen die gemeenschappelijke betekenissen en waarden krijgen binnen een actueel referentiekader en die over generaties heen worden doorgegeven’,12 lijkt het erop dat de processen die essentieel eigen zijn aan het cultureel erfgoed zelf buiten de scope vallen. Het gaat om die processen die spelen binnen groepen en gemeenschappen; processen waarin betekenissen en waarden worden toegekend, toegevoegd (bv. fenomeen van de meme) of waaruit een selectie gebeurt en gegevens worden doorgegeven. Het ErfgoedLab vond daarom bij de eerste projectverkenning vooral inspiratie in een boek als Elisa Giaccardi’s Heritage and social media.13 Omdat referentiekaders nog lijken te ontbreken (of toch in Vlaanderen), werd met de hulp van meemoo en Datable ingezet op een vooral praktische proeftuin14 waarbij uiteraard naar een coherente en systematiserende aanpak werd gezocht. Desalniettemin kan worden opgemerkt dat er voor Project Ortelius een overkoepelend kader ontbreekt. Project Ortelius moet in die optiek vooral als een eerste verkennende start worden bekeken. Het ErfgoedLab is dan ook vragende partij voor bijkomend onderzoek en de opbouw en uitwisseling van expertise. Zo kan het potentieel van de digitale wereld verder gedegen worden onderzocht als meer dan een database of vitrine, maar ook als plek waar (varianten van) cultureel erfgoed (als proces) plaatshebben.

  1. 1. ErfgoedLab Antwerpen vervult de rol van erfgoedcel in de stad Antwerpen.
  2. 2. In 2021 had 92% van de huishoudens een internetaansluiting. 54% van de Belgen hebben een basis aan digitale vaardigheden. https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/ict-gebruik-huishoudens# panel-11 (bezocht op 27/10/2022).
  3. 3. A. van der Hoeven, ‘Networked practices of intangible urban heritage: the changing public role of Dutch heritage professionals’, International Journal of Cultural Policy, 25:2 (2019): 236-237.
  4. 4. https://corona-archief.mas.be/ (bezocht op 27/10/2022); S. De Ruysser, ‘Life in Times of Corona: Antwerp Citizens, MAS and FelixArchief Creating the Corona-Archives Together’, Ethnology Lab on the Workings of COVID19 on Museums, Reinwardt Academie, Amsterdam, 2021: 40-45.
  5. 5. https://allesvanwaarde.mas.be/ (bezocht op 27/10/2022).
  6. 6. https://www.coosto.com/nl/blogs/sociale-media-vlaanderen-2021-alle-cijfers-en-statistieken (bezocht op 24/10/2022).
  7. 7. https://www.cnbc.com/2020/02/16/zuckerbergs-focus-on-facebook-groups-increases-facebook-engagement.html (bezocht op 24/10/2022).
  8. 8. https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/erfgoedlab-antwerpen/projecten-erfgoedlab-antwerpen/ project-ortelius (bezocht op 25/10/2022).
  9. 9. https://www.bbc.com/news/technology-43649018 (bezocht op 28/10/2022).
  10. 10. https://www.europeana.eu/nl en https://www.uantwerpen.be/en/projects/antwerp-time-machine/ (bezocht op 27/10/2022).
  11. 11. https://dams.antwerpen.be/ en https://www.collectie.gent/ (bezocht op 28/10/2022).
  12. 12. Decreet houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking, 23 december 2021: art.3 par.5.
  13. 13. E. Giaccardi, Heritage and social media. Understanding heritage in a participatory culture, Londen en New York, 2012.
  14. 14. https://www.projectcest.be/wiki/Publicatie:Project_Ortelius (bezocht op 21/11/22).