1-2023

Okeej chilluh: de digi-taal van millennials en generatie Z

In de loop der eeuwen zijn er varianten van het Nederlands verdwenen, maar ook bijgekomen. Een relatief recente variant is de digi-taal. Vooral jongeren gebruiken deze geschreven (liever: getypte) taalvariant bij informele communicatie via nieuwe en sociale media. Is digi-taal een vorm van taalverloedering, zoals je wel eens hoort?

Neem nu deze appjes, die ik heb geanalyseerd voor mijn onderzoek naar jongerentaal in digitale communicatie:

jaaa heeeell snell

Lol is me nooit opgevallen 🙈

Sommige kluisjes op school zijn verplaatst fzo das super raar

*wilde eerst lijp zeggeb*

Jamaar t stond tussen **** dingetjes

Mooizo :D

Echt geen idee een meisje uit m’n klas spacede hm omdat haar kluisje weg was

Awh ECHT NIET!

Dit zijn sprekende voorbeelden van digi-taal, de taalvariant die vooral jonge mensen op de sociale media gebruiken. Typerend ervoor zijn afwijkingen van gangbare taalnormen op verschillende schrijfniveaus, zoals spelling (afkortingen, letterherhalingen, “herspellingen”, spelfouten, typefouten) en grammatica (weggelaten woorden, incomplete zinnen). Ook qua woordgebruik (Engelse woorden) en schrijfdetails (weggelaten of soms extra hoofdletters, spaties, leestekens en diakritische tekens) lappen gebruikers de regels aan hun laars.

Zoals elke taalvariant die afwijkt van de standaardtaal, kan digi-taal rekenen op de nodige kritiek. Ze wordt bestempeld als slecht, fout, armoedig, slordig en chaotisch – “taalverloedering” bij uitstek, een aantasting van het “goede” Nederlands. Dat digi-taal een doorn in het oog is van veel volwassenen is niet verrassend, want ze is dan ook niet bedoeld voor volwassenen.

Digital natives

Digi-taal is een jongerentaal. Millennials (geboren tussen 1981 en 1996) gebruikten haar al in sms’jes, MSN-chats, chatrooms en online games; generatie Z (geboortejaren 1997 tot 2012) gebruikt digi-taal nu op WhatsApp, Snapchat, TikTok en Twitch. De jeugd van tegenwoordig is opgegroeid met moderne technologieĂ«n: ze zijn digital natives. Al op jonge leeftijd konden ze een smartphone, tablet of pc van hun ouders gebruiken. Daardoor zijn digital natives niet alleen digitaal vaardig, maar merken ze ook al snel dat taal op sociale media afwijkt van het schriftelijke taalgebruik dat ze op school leren.

In contrast daarmee staan de digital immigrants: volwassenen die op latere leeftijd digitale apparaten zijn gaan gebruiken, waaronder generatie X (1965–1980) en de babyboomers (1946–1964). Zij hebben minder gevoel voor de registerverschillen die ontstonden door nieuwe en sociale media: niet alleen tussen de standaardtaal en digi-taal, maar ook tussen verschillende media. Zo benaderen veel digital immigrants een appje als een e-mail of zelfs een brief, resulterend in berichtjes met meerdere volzinnen, correct hoofdlettergebruik en volledige interpunctie, inclusief punten en komma’s.

Voor digital immigrants is het moeilijk om op de hoogte te blijven van betekenissen die digital natives aan emoji toekennen

In digi-taal kom je veel minder hoofdletters en leestekens tegen, want die voegen weinig toe aan een bericht. Vaak typen jongeren elke zin in een apart appje of sluiten ze een zin af met een of meerdere emoji. Dan hebben ze geen hoofdletter of leesteken nodig om duidelijk te maken dat een zin begint of eindigt. Alleen een uitroepteken of vraagteken kan nog iets toevoegen, namelijk extra nadruk of een vragende toon. Sterker nog, vanwege dit algemene gebrek aan interpunctie in berichtjes van jongeren, komt een punt aan het einde van een zin op hen over als een bewuste keuze: alsof de afzender boosheid of onverschilligheid wil uitdrukken – klaar nu, punt uit.

Leeftijdsgebonden variatie

Blijft de jeugd digi-taal gebruiken als ze ouder wordt? Misschien, maar sowieso in mindere mate. Mijn onderzoek suggereert dat digi-taal een vorm van leeftijdsgebonden variatie is: jongeren lijken “eruit te groeien”. Zo gebruiken jongvolwassenen van achttien tot drieĂ«ntwintig jaar oud significant minder digi-talige kenmerken in socialemediaberichten dan adolescenten van twaalf tot zeventien. Digi-taal heeft naast een pragmatische functie, ook een sociolinguĂŻstische functie: tieners wijken af van de standaardtaal omdat ze zich afzetten tegen heersende (taal)normen, op zoek naar een eigen identiteit. Langzaam maar zeker conformeren jongvolwassenen zich aan het Standaardnederlands.

Blijft de jeugd digi-taal gebruiken als ze ouder wordt? Misschien, maar sowieso in mindere mate

Creatief online taalgebruik kan niet alleen bijdragen aan identiteitsvorming, maar ook aan groepsvorming. Binnen sociale groepen kunnen er eigen taalnormen ontstaan in hun digi-taal: anders dan de standaardtaal, maar tot op zekere hoogte voorspelbaar. Vrienden creĂ«ren verwachtingen over het gebruik van slang-termen, afkortingen of visuals. Zo kunnen ze eigen stickers maken van elkaars selfies, die emoties uitdrukken. Ook kunnen emoji (bijvoorbeeld đŸđŸ’œđŸ‘»đŸŠ) betekenissen krijgen die allĂ©Ă©n een vriendengroep begrijpt, als een inside joke of running gag waarvan buitenstaanders geen idee hebben. Digi-taal is dan een talig middel om de incrowd te scheiden van outsiders.

Dat was ook het geval bij de breezertaal, die net als het gelijknamige alcoholische drankje eind vorige en begin deze eeuw in zwang was bij de jeugd. Deze speelse variant van digi-taal onderscheidde zich door veelvuldige afwisseling tussen hoofletters, kleine letters en cijfers (net als de Engelstalige leetspeak, oftewel 1337). Pubers gebruikten BrE3ZaH-taal als een soort geheimschrift voor hun ouders, w@NT t = Be$T lAs7!g t3 LeZuH!!.

Twee meisjes aan het chatten op een laptop

Creatief online taalgebruik kan niet alleen bijdragen aan identiteitsvorming, maar ook aan groepsvorming

Voor digital immigrants is het moeilijk om op de hoogte te blijven van betekenissen die digital natives aan emoji toekennen. Emoji maken berichtjes kleurrijker, informeler en speelser, maar zijn vaak multi-interpretabel. Geregeld hebben ze naast een letterlijke betekenis (denotatie) namelijk ook nog figuurlijke of metaforische betekenissen (connotaties). Neem de schedel-emoji 💀, die tegenwoordig betekent dat iets heel grappig is (doodgaan van het lachen). Diverse eetwaren (🍆🌭🍄🍒🍑🍈🍉🌼) staan eufemistisch symbool voor mannelijke en vrouwelijke lichaamsdelen – zoomers weten dit; boomers hebben geen flauw benul. Bovendien is het voor ouderen lastiger om kleine gele gezichtjes te onderscheiden, waarbij subtiele verschillen in de ogen en mond grote betekenisverschillen kunnen aanduiden. Zo lijkt de slaperige emoji đŸ˜Ș (met een snottebel) op de huilende emoji 😱 en gebruiken ouderen de emoji die huilt van het lachen 😂 regelmatig abusievelijk als verdrietig gezichtje. Genuanceerde verschillen tussen lachende gezichtjes (🙂😊â˜ș😀😃😄) compliceren communicatie tussen digital immigrants en natives nog meer.

Zoveel media, zoveel variatie

Digi-taal staat nooit stil. Ze wordt continu afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van nieuwe media. Misschien kunnen we niet spreken van Ă©Ă©n digi-taal, maar liever van meerdere digi-lecten. Zo zagen we in sms-taal nog veel emoticons: gezichtjes samengesteld uit typografische tekens (leestekens, letters, cijfers), waarvoor je je hoofd of scherm 90 graden moet draaien, zoals :-), =D, ;), :P, :O, :’(, XD, :@, :-/, 8), :*, :((. Daarnaast was het in sms’jes belangrijk om binnen de berichtlimiet van 160 tekens te blijven, want anders moest je meer betalen. Taalgebruik was daardoor beknopt, met heel wat afkortingen, inkortingen en weglatingen. Later werd ltr, inderdaad werd idd, misschien werd miss. Letters (vooral klinkers), lettergrepen (vaak aan het einde van woorden) of hele woorden (met name functiewoorden) die niet essentieel waren voor het zinsbegrip liet je weg. Kostbare berichtruimte wilde je niet verspillen aan hulpwerkwoorden of lidwoorden.

Digi-taal wordt continu afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van nieuwe media

Een berichtlimiet geldt nog steeds voor Twitter, hoewel die inmiddels is verdubbeld van honderdveertig naar tweehonderdtachtig tekens (en Elon Musk overweegt hem nog verder te verhogen naar duizend). Daarom is het ook in Twitter-taal cruciaal om bondig te communiceren. Toch staat in tweets minder “incorrecte” spelling dan in sms’jes, omdat Twitter een openbaar platform is waarbij niet-standaardspelling publiekelijk bekritiseerd kan worden. Je vindt er ook weinig fonetisch geschreven woorden, zoals okeeej, chilluh, sgat en nix. Deze woorden zijn onconventioneel gespeld, maar volgen wel de letter-klankpatronen van de Nederlandse taal, want je spreekt ze hetzelfde uit als okĂ©, chillen, schat en niks.

Fonetisch schrijven is wel overvloedig in chattalen. Vroeger al in MSN-taal en breezertaal, tegenwoordig in WhatsApptaal. Deze chatplatformen hebben als gemene deler dat ze een mondeling privĂ©gesprek proberen te benaderen: je bent aan het kletsen (chatten) met je gesprekspartner(s). Een mengelmoes van spreek- en schrijftaal maakt online communicatie persoonlijker, authentieker en expressiever (vergelijk “nou, ik weet het niet” met “noooou kweenieÂ đŸ€”â€). Aangezien chatten geen berichtlimiet heeft, lijkt er misschien minder noodzaak tot afkorten, inkorten en weglaten, maar niets is minder waar. In chats zien we wel degelijk beknopte schrijfwijzen, vooral wanneer die sneller getypt kunnen worden, waardoor je de flow van een echt gesprek beter benadert en je langer het woord kunt hebben.

Ook binnen chattalen zijn er verschillen, die onder andere toe te schrijven zijn aan technologische ontwikkelingen in nieuwe media. Op MSN Messenger, populair in de jaren nul van deze eeuw, kon je een relatief beperkte set emoji toevoegen aan berichtjes. Via moderne chatdiensten als WhatsApp of Facebook Messenger zijn de opties voor beeldtaal anno 2023 stukken uitgebreider: naast ruim drieduizend emoji, kunnen we nu stickers (grotere, gedetailleerdere, vaak bewegende emoji), gifjes (herhalende reeksen van geanimeerde afbeeldingen of geluidloze filmpjes), memes (wijdverspreide internetgrapjes, vaak in de vorm van plaatjes met tekst), foto’s en video’s verzenden. De combinatie van tekst, visuals en zelfs spraakberichten maakt digi-taal multimodaal.

Creatief taalgebruik houdt de taal levend. Digi-taal is niet bedoeld voor formeel en offline schrijven

SUPER

Hoe digi-taal zich in de toekomst ontwikkelt? Gezien de afgelopen decennia, kunnen we ervanuit gaan dat digi-taal geen grote effecten zal hebben op het Standaardnederlands. Al die afwijkingen van de spelling- en grammaticanormen zijn namelijk bovenal functioneel binnen de context van nieuwe en sociale media. Digi-taal bevordert informele online communicatie door haar SUPER-functies: ze maakt getypte taal meer Speechlike (als spreektaal), Understandable (begrijpelijker), Playful (speelser), Expressive (expressiever) en Reduced (beknopter). Creatief taalgebruik houdt de Nederlandse taal bovendien levend. Digi-taal is niet bedoeld voor formeel en offline schrijven. De jeugd kan verschillen tussen registers prima onderscheiden en ertussen wisselen, wat we codeswitching noemen. Op school en op werk schrijven ze anders dan in appjes. Vanuit een taalvariationistisch perspectief is dat alleen maar mooi.

Meer lezen van de lage landen?

Surf snel naar onze website en ontdek het volledige nummer.