Een nieuw boek en een nieuwe tentoonstelling, het zijn drukke tijden voor kunstenares Julie van der Vaart. En laat tijd nu net één van de belangrijkste onderwerpen zijn van haar oeuvre. Tijd dus voor een interview met haar en galeriehoudster Ingrid Deuss die in de gelijknamige galerie voor de derde maal een solotentoonstelling met werk van Julie organiseert.

In de tentoonstelling Black Cloud speelt de kunstenares met het gegeven van de vluchtigheid van het bestaan en haar persoonlijke ervaringen met depersonalisatie. Ik gebruik bewust het woord bestuderen, want dat is de juiste term om de confrontatie met haar werk aan te gaan. Haar werk tracht imaginaire tijd te vatten, het moment waarop verleden, heden en toekomst samenkomen, het moment waarop je alles ziet, gezien hebt en nog zal zien.

Een vergelijking met het kortverhaal De Aleph van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges dringt zich onbewust op. Maar in tegenstelling tot het verhaal waarin alles van een onwaarschijnlijke helderheid is, laat het werk van van der Vaart dit bewust niet toe. Haar beelden zijn onscherp zodat je als toeschouwer moeite moet doen om het werk te laten doordringen.

9 kunstwerken op een muur

"Ik neem geen foto's, ik maak ze"

In tegenstelling tot haar beelden zijn haar woorden van een ongekende precisie. In het middelbaar studeerde ze wiskunde-wetenschappen en in haar betoog komt deze analytische geest sterk naar voren. Daarna koos ze voor de meer artistieke richting waar ze o.a. een master in beeldende kunsten haalde.

“Het was een zoektocht voor mij. Net als zovele studenten was ik zoekende en experimenteerde met digitale en analoge beelden, van portretten naar levenloze objecten. Ik was goed in portretten, liet me er misschien door meevoeren. Ook digitale fotografie passeerde de revue. Na een tijdje besefte ik wel dat ik het over een andere boeg wilde gooien. Ik wilde niet langer kiezen uit honderden digitale beelden die ik vervolgens naar mijn hand zette. Neen, de keuze voor analoge fotografie deed me vertragen, meer op zoek gaan, opgaan in het moment. Bij analoge fotografie moet je op het moment zelf beslissen, digitale beelden kan je later altijd bijsturen.” Ingrid Deuss omschrijft het prachtig: “Een foto nemen kan iedereen, een foto maken vraagt de eigenheid van een kunstenaar.”


Black Cloud is ook een zoektocht naar het begrijpen van haar persoonlijke ervaringen met depersonalisatie. Ze voegt er aan toe dat ze de titel ingefluisterd kreeg door het gelijknamige sciencefictionboek uit 1957 van Fred Hoyle, waarin een intelligente levensvorm zich manifesteert als een gigantische gaswolk. “Net deze gedachte laat me niet meer los. Ik tracht meer te weten te komen over dat gevoel van lichamelijke dissociatie en ik deed er al tijdens mijn studies onderzoek naar. In 2011 won ik de Gouden Lens tijdens het 33ste fotofestival in Knokke.” Het beeld van een jonge man op een bed overtuigde de jury door zijn sterke harmonie. De beelden in Black Cloud herinneren op geen enkel moment weer aan die scherpe kleurfoto die toen de prijs in de wacht sleepte.

(Snipaste - 2022)

"Ik zie mezelf niet als fotografe"

Het verschil met de beelden in de galerie kan inderdaad niet groter zijn. De figuren zijn bij momenten nauwelijks te herkennen, ze worden opgeslokt door de omgeving. Witte of lichtgrijze contouren die tevergeefs trachten te ontsnappen aan de zwarte omgeving. Julie licht toe dat het niet belangrijk is wat of wie je fotografeert.

“Het is de weergave van hoe ik het onderwerp zie of ervaar, die telt. De realiteit staat voor mij, maar het is wat ik ermee doe dat het beeld tot kunstwerk maakt.” In de tentoonstelling hangen ook drie geweven werken. Julie lacht. “Een gewoonte uit de tijd dat ik aan de Jan van Eyck academie in Maastricht studeerde en veel aandacht aan het materiaal besteedde.”


De weefsels vloeiden voort uit een project van drie dagen aan het Textielmuseum in Tilburg. "Al snel besloten we om kleur achter ons te laten en de focus te leggen op twee zwart en wit. Met verschillende technieken zorgden we voor reliëf en kleurschakeringen in het werk. Best een pittige uitdaging. Mijn werk kent verschillende dragers en formaten. Ik ben gewend om op klein formaat te werken, maar de geweven doeken lieten zich niet opsluiten binnen bepaalde afmetingen. Gelukkig geven mijn galeriehouders me de ruimte om heel organisch te werken.”

"Het zijn geen foto's, maar werken"

De kunstenares werkt momenteel samen met twee galerijen: Ingrid Deuss Gallery in Antwerpen en Galerie Wilms in Venlo. Op mijn vraag hoe ze bij deze twee galeries onderdak vond, vertelt Julie dat ze de raad kreeg van een vriend om langs te gaan bij Ingrid Deuss. “Een ongevraagde portfolio opsturen werkt minder goed en dus trok ze naar de Provinciestraat om haar werk persoonlijk voor te stellen. Maar vooral ook om advies te vragen. Galeriehouders staan met beide voeten in de kunst, zij weten als geen ander waar een kunstminnaar/verzamelaar naar op zoek is. Wie is er beter geplaatst om feedback op je werk te geven? Ik greep die kans dan ook met beide handen.”

De wederzijdse click mondde twee jaar later uit in een eerste samenwerking. Bij Galerie Wilms ligt het verhaal iets anders. Zij kwamen via Instagram terecht bij het werk van Julie. “De zoektocht naar en vooral de vondst van boeiende kunst is een onderdeel van het leven van de galerijhouder. Niets is mooier dan zelf boeiend werk te ontdekken.” Ingrid Deuss voegt er nog aan toe dat ze de foto’s van Julie zelden zo zal benoemen. “De foto’s van Julie overstijgen het loutere beeld, ze willen geen documentaire fotografie zijn, maar vormen een zoektocht naar de grenzen van de tactiliteit. Hierdoor wordt een foto een kunstwerk.”

Of ze plannen heeft voor de toekomst? In de eerste plaats is er het boek Blind Spot waarin ze de grenzen van de imaginaire tijd en deep time verkent. (n.v.d.r. In het februarinummer van TheArtCouch verschijnt een recensie over het boek) Trots toont ze me de exemplaren die liggen te wachten op de boekvoorstelling die over twee uur zal plaats vinden. En ja, exposeren in het buitenland. Grenzen oversteken. Kennismaken met kunstenaars die ze bewondert.

Op mijn vraag wie ze graag zou ontmoeten, moet ze even nadenken terwijl een rist kunstenaars de revue passeert. Dan valt de naam Yayoj Kusama, de koningin van de polka-dots intrigeert haar. Niet zozeer voor haar kunst maar vooral om te vernemen hoe zij de realiteit ervaart. Maar dan neemt onmiddellijk haar linkerhersenhelft over en vraagt ze zich af of Kusama wel Engels verstaat. “Oh ja, en als ik echt mag dromen, dan zie ik mijn werk wel in een museum hangen.”