2024 nr. 1

Je slaagt voor de toelatingsproeven, je leert je teksten, je maakt je afstudeervoorstelling, en dan … Wat? Hoe zet je als pas afgestudeerde theaterstudent je eerste stappen in het werkveld? Begint het leven na je diploma of start je best al vroeger met timmeren aan je carrièrepad? We vroegen het aan kersverse theatermakers en -spelers Bibi Van Lieshout (RITCS, 2020) en Jonathan Michiels (LUCA, 2021).

Bibi Van Lieshout

Bibi van Lieshout (1996) is actrice en theatermaker. Ze studeerde aan de Koningstheateracademie in ’s Hertogenbosch (NL) en studeerde in 2020 af aan het RITCS in Brussel. Ze werkte inmiddels als maker en speler voor theaters zoals KVS, Theater Antigone, hetpaleis en Théâtre L’Aria (Corsica). Ze won de Roel Verniers Prijs op Het TheaterFestival en kon zo de voorstelling ‘Paris was a Woman’ maken.

Bibi Van Lieshout

Bibi Van Lieshout

Was je tijdens je studies al bezig met wat je daarna wilde doen?

“Ik was daar gelukkig niet zo mee bezig, omdat ik zo onder de indruk was van alle vakken die ik volgde. Ik was te druk bezig met Brussel te ontdekken en alles in me op te nemen. In het derde jaar, toen ik stage moest lopen, besefte ik wel: Oh fuck, hierna komt ook nog iets, en wat dan?

Hoe verliep dat jaar dan?

“Ik liep stage bij Frédérique Lecompte (oprichtster en bezielster van het Brusselse Théâtre & Réconciliation, red.) en we toerden met die voorstelling door Congo en België. Ook mijn eigen eindmonoloog en de eindvoorstelling met de klas stonden op de planning. Ik dacht toen: ‘Ik ga beginnen en heb een paar plekken waar mensen me gaan zien.’ Maar toen sloeg het coronavirus toe en viel alles wat nog op de planning stond één voor één weg. Als maker en acteur is het al moeilijk om werk te vinden, maar als je net afstudeert en je springplank brokkelt af …”

“Toch wilde ik graag spelen en daarom besloot ik na m’n afstuderen zelf iets te maken. Het is namelijk niet zo dat 20 castingbureaus op je zitten te wachten en met hun vingers zitten te draaien tot ze jou mogen bellen. (lacht) Het is net andersom: je moet jezelf zichtbaar maken voordat ze weten dat jij bestaat.”

“Instagram is daar een handig hulpmiddel voor, maar ik zoek voornamelijk mensen op. En ga met hen praten. Ik ga ook heel vaak naar voorstellingen, vooral heel verschillende, om zo te ontdekken wat ik tof vind. Zo kom je ook in je tribe terecht. Je kan het ook alleen maar maken where you’re meant to be.

Na je afstuderen won je de Roel Verniers Prijs, waarmee je een cheque kreeg om een voorstelling te maken. Hoe heb je dat klaargespeeld?

“Ik moest mijn eigen kansen creëren, want die lagen niet voor het grijpen. Zo ben ik veel voorstellingen en ideeën gaan pitchen, maar ik werd telkens afgewezen. Tot het idee van ‘Paris was a Woman’ op mijn pad kwam en vervolgens de Roel Verniers Prijs. Ik deed toen veel onderzoek en ik liet mij bevragen door goede en professionele makers. Ik ging koffie drinken met hen en zij durfden me vragen te stellen waar ik niet meteen een antwoord op had, maar waarover ik verder kon denken.”

“Het leerde me dieper te researchen en meer mensen te spreken. Zo ontmoet je ook artiesten uit het veld en wordt je netwerk breder. Zo vroeg ik aan een maker die ik kende: ‘Mag ik alsjeblieft je dossier lezen?Ook andere mensen hielpen mij door hun informatie te delen over welke audities er zijn, op welke plekken je als maker terecht kan … ”

Hoe voelt het voor jou nu je afgestudeerd bent? Valt het werk je in de schoot?

“Ik ben nu vier jaar afgestudeerd en ik denk nog altijd niet: “Nu ben ik er, ik sta in het veld.” Want dat veld is ook voortdurend in beweging. Als een project klaar is, betekent dat niet automatisch dat er een nieuw project komt. Dus je moet de hele tijd werk blijven zoeken. Maar ik ben trots op wat ik tot nu toe heb mogen doen en kijk met vertrouwen naar de toekomst.”

Kan je dan wel rondkomen?

“In het begin nam ik vaak deel aan studentenprojecten, gratis of tegen een vrijwilligersvergoeding, om toch maar te kunnen spelen. Maar ik moest dan ook heel veel niet-theaterwerk doen om de eindjes aan elkaar te knopen. Nu heb ik voor het eerst financiële stabiliteit, wat meer ademruimte geeft. Maar het is goed om over geld te praten. Het systeem is niet altijd eerlijk en door erover te praten creëren we openheid en gelijkheid.”

Wat is een tip die je zou geven aan laatstejaarsstudenten?

“Ik denk dat je alles moet doen om te leren wat je niet moet doen. Stress ook nog niet te veel en geniet van het feit dat je nog een houvast hebt, ruimtes, mensen met wie je mag werken, goede docenten … Probeer de kennis mee te pikken die de school je aanbiedt, maar onthoud dat wat een docent zegt niet de enige waarheid is. Probeer het vrolijk te houden. Je werkt met talentvolle mensen in je klas, iedere dag. En je mag spelen en maken! Er zijn veel mensen die auditie doen en niet worden aangenomen. En jij zit er en mag dat doen. Geniet ervan!”

In het begin moest ik veel niet-theaterwerk doen om de eindjes aan elkaar te knopen.

Bibi Van Lieshout

Jonathan Michiels (28)

Jonathan Michiels (1995) behaalde een master Taal- en Letterkunde aan KU Leuven, en Drama aan LUCA School of Arts. Hij speelde in ‘Tristano’ van Ensembletheater Antwerpen en behoort nu tot de vaste spelerskern van dat gezelschap. Op televisie was hij al te zien in fictiereeksen ‘wtFOCK’, ‘22/3’, ‘Hawa & Adam’, ‘Groeien en Bloeien’ en ‘De Club’.

Jonathan Michiels

Jonathan Michiels

Voelde jij de druk van het werkveld in je nek tijdens je studie?

“Bij mij is dat laat gekomen. Die eerste twee jaren, dat was in de opleiding duiken en gewoon openstaan voor wat komt. Gewoon spelen, en dat vond ik heel leuk. Maar in mijn derde jaar werd ik overmand door stress, omdat je dan een stage moest beginnen zoeken voor je master. Er was naast de stage ook de bachelorproef, die ook al een soort van vooronderzoek kan zijn voor je masterproef. Plots werd het ongecompliceerde iets complexer. Toen begonnen de vragen. Wat wil ik hierna gaan doen? Wat voor speler wil ik worden? Wat voor maker? Vooral die zoektocht naar wat ik echt wilde doen, was moeilijk.”

Kon je opleiding helpen met al die vragen?

“Ik kreeg heel wat begeleiding en vooral veel tijd om te onderzoeken wat het was dat ik wilde doen. Vanaf het derde jaar is er in Leuven ook heel veel keuzemogelijkheid. Je kan de makerskant opgaan, of de spelerskant, kiezen of je een performance in elkaar bokst, of liever schrijft… Daar word je dan ook in gecoacht.”

“De school verzamelde ook open calls van gezelschappen en bezorgde ze aan ons. Daarnaast kregen we ook een vak Management. Dat ging dan over subsidies aanvragen. Dat heeft zeker geholpen, want in het begin denk je: “Geld verdienen? Geen idee. Ik speel gewoon.” Maar dan brengen zulke vakken duidelijkheid en zo wordt dat financiële minder beangstigend.”

Wat waren jouw eerste stappen na het afstuderen?

“Ik deed na mijn artistieke master nog een educatieve master, waardoor het een zachte overgang was naar het werkveld. Zo kon ik gaan lesgeven en daarnaast bleef er nog tijd over om audities te doen en zelf ideeën uit te werken. Dat was belangrijk, want er waren zeker momenten waarop ik geen opdrachten had, en dat is heel spannend. Ook wanneer je na een auditie de rol niet hebt gekregen. Dan had ik de neiging om in een kramp te schieten. Is dit het dan? Gaat er nu niks meer komen? Maar uiteindelijk komt er altijd wel iets uit de bus.”

“Heel vaak gaat het dan via-via. Bij mijn stage was het ook zo: dat was iemand die me nog nooit had ontmoet, maar wel al mijn naam had horen vallen, en ik kreeg de stage. En nu gaat het nog altijd zo. Je auditeert voor iets en je hebt de rol niet, maar twee maanden later word je gebeld voor iets anders. Onrechtstreeks komen die zaken uit elkaar voort. En dan voelt dat heel sterk aan als een cadeau.”

Welke tips zou je geven aan afstuderende theatermakers en -spelers?

 “Zelfredzaamheid is iets heel belangrijk, denk ik. Als je er comfort in kan vinden dat je niet door iemand anders werk krijgt en dus zelf iets op poten moet zetten. Zoals een monoloog spelen, of zelf iets schrijven… Je kan dat ook heel laagdrempelig doen. Je hoeft niet meteen tien partners te hebben, co-producenten en voltijdse subsidies… (lacht) Zo ben ik nu gewoon iets aan het schrijven met mijn huisgenoot. Hij werkt in een café, ik geef les, en de dagen dat we niet bezig zijn met die jobs, schrijven we. Op termijn levert dat dan ook wel weer iets op. Natuurlijk moet je mensen correct betalen, maar er zijn ook andere opties. Je kan subsidies aanvragen. En voor advies kan je ook bij heel wat mensen terecht.”

Welke leugens hebben mensen jou verteld over het afstuderen?

“Veel mensen zijn bang om de verkeerde dingen te doen, om projecten aan te nemen die zogezegd schadelijk kunnen zijn voor je carrière. Ik zou het volgende aanraden: “Als je zin hebt om het te doen, doe het dan gewoon. Wees niet te veel bezig met wat de mensen denken.” Als je erin staat met goesting, levert het sowieso wel iets op voor jezelf. Mensen zoeken ook gewoon partners die fijn zijn om mee samen te werken. En bovendien worden je ervaringen alleen maar rijker door verschillende dingen te doen.”

“Wees niet bang om projecten aan te nemen die zogezegd schadelijk zijn voor je carrière. Voelt het goed? Doe het gewoon.”

Jonathan Michiels