8, maart 2022

Stilte is krachtig en rijk aan emoties. Denk maar aan de stilte op een podium en de intensiteit van verstilling en stiltemomenten in de muziek. Legendarisch is bijvoorbeeld 4’33” van de Amerikaanse componist John Cage (1912-1992), waarbij muzikanten vier minuten en drieëndertig seconden stil moesten zijn. Muziek- en cultuurfilosofe Marlies De Munck staat stil bij dergelijke akoestische experimenten, en bij hun toekomstperspectief in een (muziek)wereld in verandering. 

Video

Wie over muziek en stilte spreekt, belandt algauw bij enkele geijkte ideeën. Zo kan muziek maar gedijen bij gratie van de stilte die haar omringt, als een kader of marge. Maar ook de stiltes tussen de noten, de ‘ma’ in het Japans, laten de muziek spreken. Dat inzicht ontlokte aan Claude Debussy de beroemde uitspraak dat de muziek niet schuilt in de noten maar in de ruimte ertussen. Stilte is de onhoorbare levensgezel van muziek. Maar daarmee is niet alles gezegd. Soms creëren componisten ook hoorbare stilte. Misschien het beroemdste voorbeeld is het werk 4’33” van de Amerikaanse componist John Cage. Zijn stilterevolutie werkt door in de populaire minimalistische muziek van vandaag. Maar de tijden veranderen, en daarmee ook het vermogen van muzikale verstilling.

Zwijg
In zijn compositie 4’33” uit 1952 maakte Cage slim gebruik van de klassieke concertsetting en de bijhorende luisterhouding van het publiek. De uitvoerder komt op, sluit de klep van de piano en opent hem pas na afloop van het strikt getimede eerste deel. Dezelfde handelingen flankeren het tweede en derde deel. De drie delen dragen als titel ‘tacet’, ofte ‘zwijg’. Zo creëert Cage een akoestische leegte die zich onmiddellijk weer vult met de geluiden die we normaal wegfilteren tijdens een concert. Kuchen, schuifelen, krakende stoelen, lawaai in de verte... Ze worden alle acuut hoorbaar wanneer de aandacht van de luisteraar een punt zoekt om zich op te richten.

Cage gaf meermaals aan dat hij dit werk pas kon creëren nadat hij de White Paintings van Robert Rauschenberg had gezien. De wit geschilderde panelen gaven hem moed om een soortgelijke geste te durven stellen in de muziek. Voor Rauschenberg waren ze onderdeel van een artistieke zoektocht: hoeveel kan je elimineren vooraleer een object alle betekenis verliest? Hoe leeg mag kunst zijn? Hij gaf aan galerijen en musea de instructie om zijn White Paintings telkens opnieuw wit te laten schilderen, om ze smetteloos te houden. In het verwijderen van elke mogelijke inhoud schuilde voor Rauschenberg de artistieke betekenis.

Cage had een andere revolutie voor ogen. Hij zag in de witte panelen ‘airports for shadows and dust’ en ‘mirrors for air’. Voor hem waren de doeken niet leeg, net zo min als zijn eigen compositie stil was.  Zijn interesse betrof niet zozeer de betekenis van kunst, maar wel de act van het luisteren, of ruimer: de manier waarop we de wereld tegemoet treden. Onder invloed van het zenboeddhisme begaf hij zich met 4’33” op een spiritueel pad. In dat verband haalde de Amerikaanse filosoof Arthur Danto een bekend citaat aan van zenmeester Ch'ing-yuan Wei-hsin:

Voordat ik dertig jaar Zen had gestudeerd zag ik bergen als bergen, en waters als waters. Toen ik tot dieper inzicht kwam, bereikte ik het punt waar ik zag dat bergen geen bergen zijn, en waters geen waters. Maar nu ik tot de ware kern ben gekomen heb ik rust. Want ik zie bergen weer als bergen, en waters weer als waters.


Het aforisme toont dat niet de wereld transformeert, maar de waarnemer zelf. In de laatste stap van de drieledige transformatie voltrekt zich de verlichting. De wijze ondervindt op dat punt dat ‘bergen als bergen zien’ geen tautologie behelst. Door de transformatie heen is er betekenis gewonnen. Op dezelfde manier komt de luisteraar in 4’33” los van de intenties van de componist, om betekenis te vinden in toevallige geluiden. Die betekenis bevindt zich niet boven of onder of achter die geluiden. Het is voldoende dat je op een aandachtige manier luistert en je openstelt voor wat er te horen valt. Het was Cages uitgesproken wens om klanken zichzelf te laten zijn en ze niet langer als vehikel voor menselijke emoties of ideeën te gebruiken. Zodoende creëerde hij een stilte met een heel andere betekenis en impact dan Rauschenbergs White Paintings. Hij toonde dat stilte niet alleen een voorwaarde is voor muziek, maar voor het waarachtige luisteren tout court.
 

Een gescheurde partituur, als cesuur in de muziek.

Een gescheurde partituur, als cesuur in de muziek.  

Ontwaak
Cages experimenten waren als sloophamers die categorieën en tussenschotten onderuithaalden. De hiërarchie tussen hoge en lage kunst moest eraan geloven, maar ook het basale onderscheid tussen muziek en geluid. De transformatie van de luisteraar moest uiteindelijk leiden tot een omarming van de wereld in zijn totaliteit: ‘This psychological turning leads to the world of nature, where, gradually or suddenly, one sees that humanity and nature, not separate, are in this world together; that nothing was lost when everything was given away.’  Waarachtig luisteren verschaft je een plaats in de wereld, niet erboven of op afstand. Luisteren is een actief engagement. In de verzoening met de wereld die zo tot stand komt, schuilt rust.

Cage had een horizontaal model van het muzikale luisteren voor ogen. Anders dan in de traditionele, klassieke luisterhouding is er geen hiërarchische relatie meer tussen muziek, componist, uitvoerder en luisteraar. Ook is er geen transcendente betekenis waarnaar de muziek of de klanken zouden verwijzen. Niets wordt verheven boven iets anders. De klankervaring is zuiver immanent. Daarnaast heeft de horizontalisering ook een politieke en sociale dimensie. Cage wilde de klankervaring democratiseren en de luisteraar emanciperen. Die laatste hoeft zich door niets of niemand nog te laten dicteren waarnaar te luisteren en wat te horen. Cage noemde dat een vorm van ‘empowerment’. De stilte bevrijdt de luisteraar van stugge culturele keurslijven.

Onmiskenbaar drukten de experimenten van Cage een stempel op het verdere verloop van de westerse muziek. Met zijn zoektocht naar verstilling gaf hij een belangrijke impuls aan het minimalisme in de muziek. Door middel van continue herhaling van kleine cellen evoceerde hij in zijn minimalistische werken, zoals bijvoorbeeld In a Landscape, een soort stilstand. De muziek verklankt een toestand van stasis waarin niet langer een verhalende structuur of een richtinggevende intentie aanwezig is. Ze gaat nergens naartoe, maar presenteert zich als een spaarzaam ingericht landschap waarin je als luisteraar kan verwijlen. Misschien benaderde het minimalisme in de muziek meer het ideaal van een gecontroleerde leegte zoals Rauschenberg dat nastreefde, dan de absolute stilte van 4’33”. Tegelijk bood Cage met zijn minimal music een akoestische wereld voor de geëmancipeerde luisteraar, die bergen weer als bergen, en waters weer als waters ziet.
 

Cage wilde de klankervaring democratiseren en de luisteraar emanciperen. Die laatste hoeft zich door niets of niemand nog te laten dicteren waarnaar te luisteren en wat te horen. Cage noemde dat een vorm van ‘empowerment’. De stilte bevrijdt de luisteraar van stugge culturele keurslijven.

Vandaag is de post-minimal music enorm populair. Daaronder wordt de verstilde muziek begrepen van componisten als Max Richter, Ólafur Arnalds, Jóhann Jóhannsson, Nils Frahm, Ludovico Einaudi, en vele anderen. Hun werk is minimalistisch en repetitief, en heeft als uitgesproken doel om een rustgevende akoestische ervaring te creëren voor de luisteraar. Deze stroming wordt ook wel ‘de nieuwe welluidendheid’ genoemd, waarbij de muziek zelf vaak wordt omschreven als een ‘klankervaring’. Door die laatste term komt de nadruk te liggen op de subjectieve beleving, eerder dan op de muziek zelf. Zo zet de horizontalisering van het luisteren zich ook vandaag door, met een steeds prominentere rol voor de luisteraar.

Spotify-afspeellijsten bieden een oneindige muziekkeuze op maat.

Spotify-afspeellijsten bieden een oneindige muziekkeuze op maat.  

De digitale media versterken en versnellen dit proces. Onder invloed van de nieuwe media krijgt muziek steeds vaker een dienende rol toebedeeld. Zo zijn er de talloze Spotify-afspeellijsten met muziek om te ontspannen, muziek voor tijdens het lezen, om te relaxen, om te mediteren of gewoon om tot jezelf te komen. Deze eindeloze streams schijnen te beloven dat de ultieme rust binnen handbereik ligt. Met behulp van algoritmes plooit de muziek zich naar je individuele voorkeuren en stemming. Bovenal mag ze je niet storen of afleiden. En zo draaien de pijlen in het luisterschema om. De luisteraar dient zich niet langer te concentreren op de muziek, maar de muziek moet de luisteraar helpen om zich te concentreren. Op die manier kan je Mozart horen zonder ernaar te hoeven luisteren. 

Slaap
Komt hier misschien een nieuwe hiërarchie tot stand, ditmaal met de luisteraar bovenaan? Een tekenend voorbeeld van deze trend is de acht uur durende compositie Sleep van Max Richter. De bedoeling is dat de luisteraar slaapt tijdens de uitvoering, en dus niet luistert. ‘It’s central to it that it’s performed to a sleeping audience,’ stelt Richter. ‘It’s an inquiry into how the sleeping mind can encounter a music performance.’  Bij het componeren raadpleegde hij neurowetenschappers, omdat hij de frequenties van de muziek wilde afstemmen op de breingolven van de verschillende slaapfases. Op die manier wil Richter de luisteraar een goede slaap bezorgen.

Op het eerste gezicht vind je hier de ultieme voortzetting van de zoektocht naar rust en verstilling. Tegelijk kan je je afvragen of hier nog wel sprake is van emancipatie. Valt deze post-minimale muziek nog te rijmen met de revolutie die Cage voor ogen had met zijn klankexperimenten? Staat ze niet haaks op het zen-ideaal van aandacht en concentratie? In plaats van een grotere aandacht te genereren voor de wereld rondom ons doet deze muziek je naar binnen plooien om met jezelf bezig te zijn.

Hier vallen enkele kritische bedenkingen bij te formuleren. Muziek die de luisteraar al te zeer naar de mond praat en in slaap wiegt, mist een belangrijk aspect van haar emanciperende potentieel. Meer bepaald de politieke en sociale dimensie van de beoogde horizontalisering komen in het gedrang. Waar Cage een werk van stilte creëerde om een wereld van klanken te ontsluiten, creëert Richter een akoestische ruimte als afsluiting van de wereld. Anders gesteld, in plaats van luisteraars uit te dagen om alert te zijn en zich in de wereld te begeven, wordt een beschermende cocon geboden waarin het individu zich kan afzonderen. Hier staat niet verzoening, maar genoegdoening centraal.

Toch moeten we oppassen met voorbarige conclusies. De tijden zijn veranderd sinds Cage zijn stilte-experimenten op het luisterpubliek losliet. Samen met de tijden verandert ook de muziek en de maatschappelijke rol die ze te spelen heeft. Daaruit volgt dan weer dat ook de stilte van karakter verandert. Waar er in de jaren 1950 vooral behoefte was aan het doorbreken van hiërarchieën, zijn inmiddels nieuwe bezorgdheden ontstaan. In onze horizontale wereld waarin alles in elkaar dreigt over te vloeien, kan het nodig zijn om nieuwe structuren in het leven te roepen die de controle in handen leggen van het individu. Muziek speelt hierin een nieuwe rol. Ze voorziet eilanden van rust voor de luisteraar, die overmand dreigt te raken door een te dominant aanwezige wereld. Het is precies in deze zin dat Richter Sleep een politiek werk noemt: ‘It’s protest music against this sort of very super industrialized, intense, mechanized way of living right now. It’s a political work in that sense. It’s a call to arms to stop what we’re doing.’

Luister
Stilte en verstilling zitten vandaag in het defensief. Muziek kan helpen om ze te leren koesteren. Maar Cage leert ons dat stilte en muziek veel meer vermogen. Ze hoeven de luisteraar niet in de rol te duwen van passieve consument. Wanneer stilte opduikt in muziek, kan zij van de luisteraar een actieve deelnemer maken. Misschien hoeven we dat vandaag niet meer te promoten als een vorm van emancipatie, maar eerder als een kans om je in de wereld te engageren. Muziek kan zoveel meer zijn dan achtergrond. Wie bereid is te luisteren, vindt in muziek een volwaardige levensgezel  met wie je een wederkerige, respectvolle relatie kan aangaan.
 

Muziek kan zoveel meer zijn dan achtergrond. Wie bereid is te luisteren, vindt in muziek een volwaardige levensgezel.  

Uit een opvoering van Sleep in de Antwerpse kathedraal in 2018 bleek alvast dat veel luisteraars nog steeds op zoek zijn naar zo’n engagement. Zij wilden niet in slaap gewiegd worden, maar bleven aandachtig wakker. Sommigen bleven de hele nacht vooraan bij het podium zitten om geconcentreerd te luisteren en kijken naar het concert. Misschien lag het aan de gotische architectuur, aan de prachtige kunstwerken, of eenvoudigweg aan de concertsetting met live muzikanten (waaronder Richter zelf). Of was het een restant van het oude, verticale luisteren? Of misschien toch iets essentieels aan de muzikale ervaring? In ieder geval bleven ze wakker, spitsten de oren en keerden zich naar buiten.

Literatuur

  Arthur Danto, ‘Upper West Side Buddhism’ in Buddha Mind in Contemporary Art, geredigeerd door Jacquelynn Baas en Mary Jane Jacob, Berkeley: University of California Press, 2004, p. 58 (eigen vertaling).
  John Cage, Silence, Hanover: Wesleyan University Press, 1973, p. 8.
  https://www.sxsw.com/world/2018/exploring-science-sleep-max-richter/ (laatst geraadpleegd op 10 december 2021)
 
 

Marlies De Munck is muziek- en cultuurfilosofe. Ze doceert aan het departement Wijsbegeerte van de Universiteit Antwerpen en is als onderzoeker verbonden aan het Antwerp Research Institute for the Arts. Ze publiceerde verschillende essays over muziek en kunst, waaronder 'Waarom Chopin de regen niet wilde horen', 'De vlucht van de nachtegaal. Een filosofisch pleidooi voor de muzikant' en 'Ik zie bergen weer als bergen'.

 Zin om de taal en vele aspecten van de Stilte te ontdekken?