167

In pakweg drie jaar tijd ontwikkelde claire rousay zich van slagwerker naar elektronicawizzard die veldopnamen bewerkt. Toch is er minder veranderd dan het lijkt. Nog altijd draait het bij haar om verhalen vertellen en vragen stellen.

‘Belangrijk voor mij is dat ik muziek maak waar ik zelf naar luisteren wil,’ zegt claire rousay, die haar artiestennaam graag in onderkast gespeld ziet. ‘Ik luister heel graag naar mijn eigen muziek.’ Ze begint luid te lachen achter haar mondkapje. ‘Daar doe ik het allemaal voor.’

We zitten in de studio van Worm, waar de Amerikaanse enkele dagen verblijft voor een korte residentie en werkt aan een stuk voor de radiozender van het Rotterdamse alternatieve cultuurbolwerk. De avond voor het gesprek heeft ze er opgetreden. En dat was goed. Erg goed. Niet alleen omdat het inhoudelijk gewoon ‘goed’ was, maar ook om de perfecte timing en de moed om het publiek soms vele seconden of zelfs minutenlang naar één enkele noot of klank te laten luisteren waar artiesten met minder talent hun publiek met muzikale informatie overladen uit angst dat de aandacht verslapt.

Het hoeft allemaal niet zo hi-fi. Het gaat mij toch vooral om de verhalen.

Rousay knikt instemmend: ‘Ik ben hier, op dit punt, gekomen vanuit de noiserock en de mathrock. Allemaal héél snel en druk. Muziek waarin veel gebeurt. Maar op een gegeven moment wilde ik gewoon het tegenovergestelde. Meer emotie. Klanken de tijd gunnen om te komen, te groeien en weer te verdwijnen. Je kunt proberen iemand te leren kennen in een gesprek van drie minuten, maar je kunt daar ook een uur voor uittrekken. Met geluid is dat niet anders. Als je met een analoge synthesizer één bepaalde klank voortbrengt en je luistert vijf minuten heel intensief, dan hoor je dat geluid langzaam veranderen.’

Tegen het einde van haar concert, als ze de zoveelste drone minutenlang op het publiek laat inwerken, is zelfs te zien hoe ze snel haar smartphone pakt en haar duimen over de letters beweegt. ‘Ja, ik stuurde even snel een sms’je naar mijn partner in de Verenigde Staten. Beetje humor. Moet toch kunnen? In de elektronische muziek gaat het er zo vaak heel streng en serieus aan toe … ’

Voicemailberichten

Wat claire rousay doet is al talloze keren gedaan, maar zij doet het weer nèt even anders. En dat werkt. Het principe is – heel kort door de bocht – dat ze collages maakt van ‘veldopnamen’ – huis-tuin-en-keuken-klanken, verkeerslawaai, voicemailberichten, flarden radio, enzovoort – en die bewerkt. Dat wordt weer gecombineerd met elektronische drones, een enkele piano- viool- of cellopartij en haar eigen stem, die ze met autotune bewerkt.

‘Bij een concert als dat van gisteren lopen compositie en improvisatie door elkaar. Ik heb een aantal korte stukken – fragmenten – die ik opgeslagen heb in de laptop. Maar de volgorde waarin ik die gebruik en de wijze waarop ik ze met elkaar verbind is geïmproviseerd en hangt volledig van het moment af. Waarom ik bij het zingen zo graag autotune gebruik kan ik niet zeggen. Ik hou van het manipuleren van geluid en zingen is voor mij iets heel emotioneels. Misschien is dat autotune-effect toch een beetje een manier om mij te verstoppen.’

En het werkt. Rousay weet niet alleen de usual suspects-categorie van verstokte Staalplaatnerds aan zich te binden, maar trekt een jong en divers publiek. Ze liet de afgelopen drie jaar meer dan twintig releases het licht zien via Bandcamp, cassette, CD-r en vinyl, waarbij het voorjaar 2021 verschenen ‘A Softer Focus’ tot een soort underground-hit uitgroeide. En ook de media ontdekken haar, tot de New York Times aan toe.

Klankschalen

Opmerkelijk is de razendsnelle muzikale ontwikkeling die de muzikante uit het Texaanse San Antonio de afgelopen drie jaar heeft doorgemaakt. Pakweg parallel met haar coming-out als transgender persoon, hoewel ze dat in haar muziek niet benadrukt. In 2017 tourde ze nog – tweehonderd concerten achtereen! – solo met een traditioneel drumstel door de Verenigde Staten. Bij het begin van de pandemie speelde ze online concerten met ‘tafelpercussie’ – klankschalen en allerlei kleine, al dan niet elektronisch versterkte objecten. En dan nu de stap naar de laptop.

‘Grappig dat je het zo benoemt. Maar daar zijn eigenlijk vooral praktische redenen voor. Bij deze Europese tour wilde ik gewoon zo weinig mogelijk spullen meenemen. Het moest hier allemaal inpassen.’ Ze laat een bescheiden sporttasje zien. ‘Maar in principe doe ik nu met de laptop hetzelfde als ik vorig jaar nog met die tafelpercussie deed. Tegelijk is het inderdaad zo dat ik minder geïnteresseerd ben in traditionele drums en percussie dan voorheen. Dat heb ik meer dan vijftien jaar gedaan. Ik beheers het. Het fascineert mij veel meer om weer met iets bezig te zijn waarbij ik dat ‘beginnersgevoel’ heb. En dat is bij de laptop het geval. Al ontken ik niet dat al die jaren artistiek en muzikaal inzicht daarbij zeker van pas komen. Met die veldopnamen ben ik trouwens al in 2018 begonnen. Maar pas sinds de lockdown gebruik ik dat materiaal ook in concertsituaties.’

Het interessante aan de op veldopnamen gebaseerde muziek van rousay is dat het alledaagse geluid – een kraan die opengedraaid wordt, een autoclaxon of radio in de verte – opeens bijzonder wordt. ‘Het is een beetje als met het onderscheid tussen ‘gewone mensen’ en ‘beroemde’ mensen,’ zegt ze. ‘Als je onverwacht een beroemdheid tegenkomt geeft dat vaak een speciaal gevoel. Je kunt een normaal persoon beroemd maken door hem of haar als het ware in te lijsten. Zo kun je dat ook doen met geluid.’

Bibliotheek

Daarbij blijkt rousay niet afhankelijk van een enkel concept. Er zijn talloze invalshoeken mogelijk. Op het in 2020 verschenen album ‘Both’ staat het ruim twintig minuten durende stuk ‘Library’ waarvoor ze opnamen maakte in een bibliotheek in San Antonio. Daar is de architectuur van het pand een element dat bijdraagt aan het geheel. ‘Eigenlijk is het een concert in die bibliotheek dat ik opgenomen heb. Een grote ruimte met veel steen en hout en een vide, waardoor je vier verdiepingen omhoog kan kijken. Ik ben daar een paar dagen eerder al heen gegaan om de meest geschikte locatie binnen het pand te vinden. En ik begin de opname met twee minuten stilte, wat natuurlijk nooit echt ‘stilte’ is. Maar dat heeft John Cage ons inderdaad al geleerd met zijn beroemde ‘4:33’.’

Het stuk ‘I was always worth it’, van het gelijknamige album dat onlangs verscheen, heeft weer een ander concept. Hier worden huiselijke veldopnamen van de laatste weken van een relatie gemixt met door een steriele computerstem voorgelezen fragmenten uit liefdesbrieven uit de tijd dat alles nog goed was. De verschillende elementen worden samengebonden door elektronische drones en harmonisch klinkende stukjes viool en fluit. Beschouwt ze dat zuiver als ‘registratie’, of zit er ook een element van ironie of dramatisering in?

‘Dat moet de luisteraar zelf beslissen, wat mij betreft. Ik kan de mensen niet opleggen wat ze moeten voelen. Voor mij is het emotionele aspect altijd belangrijk. Maar zodra je het als ‘opname’ de wereld in stuurt is er natuurlijk sprake van een concept: je stelt als kunstenaar vragen en er zijn processen die ten grondslag liggen aan de muziek die uiteindelijk ontstaat. Ik speel de stukken later nooit meer precies zoals ik ze op een album heb gezet. Maar alle losse elementen bewaar ik in de laptop om ze weer bij concerten te gebruiken. Vergelijk het met de thema’s waar jazzmuzikanten mee werken. Wat je gisteren, hier in Worm, hebt gehoord bestond ook uit elementen van eerdere opnamen.’

Ik kan de mensen niet opleggen wat ze moeten voelen.

Oliveros

‘Wat instrumentalisten betreft werk ik het liefst met strijkers samen. Gewoon, omdat ik van dat geluid houd. Strijkers hebben op mij een ander emotioneel effect dan bijvoorbeeld blazers. Als een violist of cellist vijf minuten dezelfde noot aanhoudt, dan voelt dat voor mij heel anders dan wanneer een saxofonist dat doet.’

Het is een proces dat veel te maken heeft met het concept ‘Deep Listening’, zoals dat werd uitgedragen door de in 2016 overleden Amerikaanse componiste en accordeoniste Pauline Oliveros. ‘Zij was briljant!’ zegt Rousay, al heeft ze Oliveros helaas nooit zelf live horen spelen of ontmoet. ‘Ik kwam er op een gegeven moment achter dat heel veel musici waarmee ik affiniteit voel door haar geïnspireerd zijn.’

Haar gigantische muzikale productie ervaart claire rousay zelf niet als uitzonderlijk. ‘Tegenover ieder album van mij dat via Bandcamp of anderszins verschijnt, staan er twee die niet uitgebracht zijn. Muziek maken en opnemen is nu eenmaal wat ik het allerliefste doe. Daarbij is voor mij de opnamekwaliteit van ondergeschikt belang. Het hoeft allemaal niet zo hi-fi. Het gaat mij toch vooral om de verhalen die ik wil vertellen en de vragen die ik stel. Zonder dat de antwoorden erg belangrijk zijn. Als ik die eenmaal heb gevonden zal de motivatie om nog muziek te maken ook verdwijnen, vrees ik.’

‘In welke vorm een opname verschijnt, als cd, cassette, vinyl of download, laat ik eigenlijk vooral afhangen van het label dat het uitbrengt, evenals de oplage. Mijn album ‘A Softer Focus’ is het eerste dat via meerdere geluidsdragers is verschenen. De vinylversie is zelfs al aan de derde print toe.’

‘Nee, ik had tien jaar geleden geen idee dat ik nu deze muziek zou maken. Maar percussie en vrije impro hebben veel deuren voor mij geopend als muzikant en misschien doe ik over drie jaar wel weer iets héél anders.’