228

In Lubumbashi, in het zuidoosten van de Democratische Republiek Congo, loopt van 6 oktober tot 6 november 2022 de zevende editie van de Biënnale voor Hedendaagse Kunst. Sinds de oprichting in 2008 is het de vzw Picha die de kunstmanifestatie organiseert. Onder de naam ToxiCité / ToxiCity wil deze biënnale een opening creëren naar ‘het collectief uitwerken van een kritische en transformatieve blik op het sociale en culturele milieu in Lubumbashi en de wereld.’

Picha Art Center, Lubumbashi, foto Kévin Kabambi

Als ze het Congolese aandeel in de mondiale kunst breed willen uitdragen en cultuur willen uitspelen als toegevoegde waarde voor hun economie, zullen de lokale gemeenschappen de biënnale als evenement met internationale uitstraling moeten omarmen. De organisatie is trouw gebleven aan haar opzet, haar oorspronkelijke project. Ze maakt daarvoor gebruik van de verschillende platforms die ze heeft gecreëerd, maar staat open voor samenwerking met andere internationale en lokale structuren, zoals het gloednieuwe Biasasa Art Center1 van Katuba 2.

Het begon allemaal in 2007 met een zinnetje dat Simon Njami richtte aan Sammy Baloji, toen een jong fotograaf: ‘Spreek je politieke leiders aan en spoor hen aan om iets op cultureel vlak te doen nu ze jullie als vertegenwoordigers hebben!’ Njami deed dat in zijn hoedanigheid van artistiek directeur van de 7ème Rencontres de la Photographie de Bamako, toen hij de Prix Afrique en Création uitreikte aan Baloji en Gulda El Magambo. Die prijs was toegekend door de in Frankrijk gevestigde Fondation Blachère.

Bij zijn terugkeer in Lubumbashi vertelt Sammy aan zijn kameraden van de Vicanos Club, een collectief van striptekenaars uit Lubumbashi die openstonden voor andere vormen van artistieke expressie, wat Njami tegen hem had gezegd. De uitdaging voor Sammy en zijn vrienden is groot en ze willen dit degelijk aanpakken. Ze zien in dat ze een manier moeten vinden om bruggen te slaan tussen de plaatselijke kunstscene waar ze zelf deel van uitmaken en de rest van de wereld, die wil zien wat ze te bieden hebben. De enthousiaste woorden van de jonge kunstenaar vallen niet in dovemansoren bij zijn kameraden. De Rencontres Picha 3, voorloper van de Biënnale van Lubumbashi, is een feit!

Het succes van de lokale verankering van deze biënnale — daar zijn de meeste intellectuelen van de stad het over eens — is ook te danken aan Toma Muteba Luntumbue en Sandrine Collard. Waarom? Omdat we hun rol in het betrekken van de Congolezen bij deze biënnale moeilijk kunnen overschatten. We weten dat Muteba, tot nu toe de enige curator die twee keer na elkaar de artistieke leiding van dit evenement op zich heeft genomen (Réalités filantes en Eblouissements, respectievelijk in 2015 en 2017) het festival geografisch wilde heroriënteren (door zich toe te leggen op het tonen van werken van Congolese kunstenaars of kunstenaars die een band hebben met Congo) en de zichtbaarheid ervan democratiseren. Zo kon hij bewijzen dat de Biënnale van Lubumbashi geen ‘geïmporteerd evenement was, in de eerste plaats bedoeld voor het tonen van buitenlandse kunstenaars’. Sandrine Collard van haar kant (Généalogies futures, récits depuis l’équateur, 2019), heeft door een duidelijke afwijzing ‘van de moderne fantasie van Congo als onbelangrijke plaats in de periferie van de cultuurgeschiedenis’, het pad geëffend waardoor het land ‘zijn intense verwevenheid met de wereld en zijn centrale positie, vroeger en nu, kon herwinnen’.

Dat idee geldt nog altijd: ‘Alle denkwerk bij de organisatie van de komende editie van de biënnale vloeit voort uit het werk dat in de afgelopen jaren is geleverd!’ Rosa Spaliviero, stichtend lid van vzw Picha, wijst in een interview met free­lancejournalist Iragi Elisha op het feit dat er wordt voortgebouwd op de voorbije biënnales: ‘We mogen het bijzonder lovenswaardige werk dat bij eerdere edities is geleverd, niet uit het oog verliezen.’

Toch is het duidelijk dat het ‘naleven van de voorschriften’ van de Biënnale van Lubumbashi door lokale gemeenschappen enorme mogelijkheden biedt voor de stad en voor de lokale kunstscene. Het vormt een buitenkans, vooral voor kunstenaars en iedereen die betrokken is bij de artistieke creatie in een stad als Lubumbashi, die het zelfs zonder academie voor schone kunsten moet doen. ‘Doordat lokale gemeenschappen het Biënnale-project steunen en er zich betrokken bij voelen, kan de organisatie de culturele én de economische aard van de artistieke creativiteit gebruiken om de waarden van het project te promoten’, zegt Kakel Mbumb, een jonge ondernemer uit Lubumbashi. Douglas Masamuna, eigenaar van DL Multimedia en organisator van het KidogoKidogo filmfestival: ‘Zo ontstaan er heel wat jobs die het ecosysteem van de biënnale versterken. We hebben het dan over curatoren, kunstmanagers, kunstcritici en andere professionals die zich aangetrokken voelen tot de culturele wereld. Dat is een echte hefboom voor de ontwikkeling van de stad, en zelfs van het hele land!’

Musée National de Lubumbashi, © Picha Art Center

De aanstelling van vijf medecuratoren (Paula Nascimento, Lucrezia Cipitelli, Bruno Leitão, René Francisco Rodriguez en Mpho Matsipa) en een curatorial advisor (Ugochukwu-Smooth C. Nzewi) kan eveneens op instemming rekenen. ‘Dit is een enorme kans voor makers omdat de keuze van de kunstenaars en de werken die tentoongesteld worden niet in handen is van één persoon, maar van een team’, zegt Solange Muneme, actrice en lid van het theatergezelschap La Séringu’Art. Zij wil sterk inzetten op een grotere zichtbaarheid van vrouwelijke kunstenaars.

Atelier Picha, een permanent opleidingsprogramma gewijd aan de productie en verspreiding van participatieve artistieke en culturele projecten dat in 2014 werd opgericht door Lucrezia Cippitelli, staat in voor de artistieke leiding en denkt in dezelfde richting. Met de drie jaar later toegekende financiering slaagt het platform erin een tiental jonge kunstenaars te ondersteunen, geselecteerd in Kinshasa, Kisangani, Goma en Lubumbashi. En de resultaten mogen er zijn: Nelson Makengo en Hadassa Ngamba krijgen een residentie in WIELS in Brussel, Geraldine Tobe gaat naar de Biënnale van Dakar (2018), Gaël Kusakusa neemt deel aan de Biënnale van Kampala (2018). Tussen 2019 en 2020 werkt Atelier Picha samen met partnerinstellingen zoals de Sharjah Art Foundation (Sharjah), Market Photo Workshop (Johannesburg), Gasworks (Londen), Art Hub Asia (Shanghai), Universidad Distrital de Colombia (Bogota) en Raw Material Company (Dakar).

In Makwacha, een dorp op bijna 40 kilometer van Lubumbashi, gelegen langs de weg naar Kasumbalesa (zuidoostelijke grens tussen de Democratische Republiek Congo en Zambia), wijden vrouwen zich aan ‘kushiripa’ 4, een praktijk die bestaat uit het aanbrengen van tekeningen (figuratieve illustraties of abstracte en geometrische composities) op de gevels van woningen. Ze gebruiken daarvoor natuurlijke materialen die ze in het dorp zelf en in de omgeving vinden. In dat dorp is nu een zeefdrukwerkplaats geïnstalleerd. Bedoeling is om ‘deze traditionele praktijk van muurschilderingen opnieuw onder de aandacht te brengen, en die te integreren in een doordachte artistieke benadering die uitgaat van de gemeenschap5. ‘Dat idee stelt ons in staat om na te denken over ‘ecologische’ en ‘schone’ artistieke praktijken, om kunst te maken met wat we ter plaatse vinden, zonder onze toevlucht te nemen tot acrylverf en viltstiften, die soms giftig zijn!’, zegt styliste en textielontwerpster Nilla Banguna. Ze werkt aan een nieuwe kledingcollectie getiteld Elongi 6, die ze tijdens de volgende biënnale in Makwacha zal presenteren.

Al het bovenstaande toont aan dat deze biënnale wel degelijk rekening houdt met de realiteit van de stad als tentoonstellingsruimte. Met niet één persoon maar een team dat deze biënnale cureert, en bijna vijftig kunstenaars die werk tonen op een tiental sites die (her)ingericht zijn als expo­ruimte, doet de organisatie een beroep op een groot aantal mensen. Zo heeft ze onder meer een redactie- en communicatiecomité opgericht dat instaat voor het bedenken en produceren van de nodige content om op de website van de biënnale te plaatsen. Die zal trouwens dienstdoen als virtuele catalogus. Uiteraard worden ook sociale media – de mond-tot-mondreclame van het digitale tijdperk – ingeschakeld om over dit internationale evenement te communiceren. Daniel Djongelo, een community manager die samenwerkt met de bloggers van Habari RDC, beheert al twee maanden de Instagram- en Facebookpagina’s van Picha en de zevende editie van de Biënnale van Lubumbashi. De vele posts en story’s bevatten informatie over de organisatie, de curatoren, het thema, de tentoonstellingslocaties, de kunstenaars en hun werken. Toch merken we op dat deze editie van de biënnale, die aanvankelijk gepland stond voor 2021, net als zovele andere festivals wereldwijd, heeft geleden onder het uitstel veroorzaakt door de pandemie.

Picha Art Center, Lubumbasi, foto Kévin Kabambi

Het curatorenteam reserveert een belangrijke plaats voor workshops onder de noemer ‘Les palabres de la Biennale’. Die vormen een mooie kans voor academici, intellectuelen of andere nieuwsgierigen, zowel nationaal als internationaal, om met een groep panelleden van gedachten te wisselen rond ‘ToxiCité’. Sommige gesprekken worden in open ruimtes gehouden, andere worden opgenomen in de studio die Picha in een van zijn gebouwen heeft ondergebracht, en uitgezonden als podcast.

Het feit dat er gekozen wordt voor een lokale verankering waarbij men prioriteit geeft aan de middelen die ter plaatse beschikbaar zijn om die vervolgens te linken aan middelen van buitenaf, toont aan dat een dynamische artistieke scene niet ondenkbaar is. Die zorgt voor kwaliteit in een stad als het voormalige Elisabethville, die zoals al vermeld weliswaar geen academie heeft, maar wel een boeiende kunstscene. Dat maakt van deze biënnale geen kortstondig evenement dat binnen de kortste keren weer vergeten is, maar een biënnale met een duurzame invloed. ‘Een volwassen biënnale, die put uit de ervaringen van het verleden, om zichzelf te vervolmaken en zich aan te passen aan de context van het moment’, zoals Rosa het zo goed verwoordt.

Ten slotte dwingt een organisatie als deze, in een stad waar de infrastructuur soms te wensen overlaat en waar het publiek niet echt zit te wachten op dit soort evenementen, ons om na te denken over hoe toekomstige edities er kunnen uitzien, in de manier van denken, het creëren van kunstpraktijken en de manier waarop lokale gemeenschappen de geboden kans kunnen grijpen om het Congolese aandeel binnen de mondiale kunst breed uit te dragen en cultuur te zien als meerwaarde voor hun economie.

Fijne Biënnale!

Vertaald uit het Frans door Luc Franken

  1. 1. Dit centrum werd opgericht door Fundi Mwamba Gustave Giresse, een jonge videokunstenaar uit Lubumbashi die steeds meer succes kent. Jongeren kunnen er een filmopleiding volgen.
  2. 2. Katuba, een van de zeven gemeenten van Lubumbashi, ligt in het zuidwesten van de stad. Ze werd in 1950 gesticht als reactie op de toenemende verstedelijking.
  3. 3. In Swahili betekent ‘picha’ ‘beeld’. In eerste instantie ging het om een beurs gewijd aan foto en video.
  4. 4. Muurschildering, een artistieke praktijk die van moeder op dochter wordt overgedragen in dit Lamba-dorp (van de Balamba-stam).
  5. 5. Persdossier 7de Biënnale van Lubumbashi.
  6. 6. ‘Elongi’ komt uit het Lingala, een van de vier meest gesproken nationale talen in Kinshasa, en betekent ‘gezicht’.