De Canon van Nederland, die bestond uit vijftig “vensters”, werd voorgesteld in 2007 door de commissie Frits van Oostrom. In 2020 werd hij herijkt door de commissie James Kennedy. Sommige vensters gingen eruit voor andere, of werden anders genoemd. De Canon van Vlaanderen zag, na heel wat commotie, het licht in het voorjaar van 2023. Het model was die van Nederland. Zo werd ook over “vensters” gesproken, alhoewel de Vlaamse commissie onder voorzitterschap van Emmanuel Gerard voor zestig vensters koos.
De eerste oefening bij een vergelijking tussen beide canons is de eenvoudigste: welke vensters hebben ze letterlijk gemeenschappelijk?
Dat zijn er drie: Karel de Grote, Hebban olla vogala (het begin van onze gemeenschappelijke taal) en Erasmus. Als je de eerste versie van de canon van Nederland als vergelijkingspunt neemt, komt daar ook de Beeldenstorm bij: in de herijking van 2020 werd die herdoopt als “De Opstand”.
En dan zijn er natuurlijk ook de vensters die dichte familie van elkaar zijn: het wetboek van Napoleon in de Vlaamse tegenover Napoleon Bonaparte in de Nederlandse canon. Een liberale Grondwet in de Vlaamse canon tegenover De Grondwet in de Nederlandse. De eerste treinrit (in België was dat de eerste op het Europese continent) tegenover De eerste spoorlijn in de Nederlandse canon.
En dat brengt me op een duidelijk verschil in aanpak tussen de twee canons. De Vlaamse canon koos voor een complexere structuur dan het Nederlandse model. De vensters werden meer blikvangers, scherpe keuzes vaak, originele partes pro toto. Ik geef een voorbeeld. De Nederlandse canon heeft generieke vensters als de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het Vlaamse venster voor de Eerste Wereldoorlog is het Treurend ouderpaar van Käthe Kollwitz op het Duitse oorlogskerkhof in Vladslo: een schot in de roos. En het venster voor de Tweede Wereldoorlog is Het drama van Meensel-Kiezegem (de deportatie van meer dan zeventig dorpelingen na een verzetsdaad) waarin collaboratie en verzet samenkomen: een gedurfde keuze.
Maar er is meer: de Vlaamse canon koos dus niet alleen voor een scherpere blikvanger als venster, maar hing daar onmiddellijk een duidelijk thema aan op, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog in dit geval. En bij dat thema worden dan nog eens telkens twee focuspunten gekozen: Vluchtelingen en De oorlog herdenken bij de Eerste en – vanzelfsprekend - Collaboratie en Verzet bij de Tweede Wereldoorlog.
De Canon van Vlaanderen kan zo gelaagder werken en meer perspectieven openen. Dat blijkt bij Het Sociaal Pact van 1944 dat een “Vlaams” venster is. Het thema is De sociale zekerheid en de verzorgingsstaat en de twee focuspunten zijn: Vakbonden en werkgevers worden sociale partners en Actuele uitdagingen voor de verzorgingsstaat. Nederland koos bij de eerste canon voor de naoorlogse architect van de Nederlandse verzorgingsstaat, de socialist Willem Drees, zeg maar de Belgische Achilles Van Acker. Bij de herijking die duidelijk meer vrouwen in de canon moest brengen, werd Drees vervangen door Marga Klompé, de eerste vrouwelijke minister in een Nederlands kabinet, en de politica die het dak op het bouwwerk van de sociale zekerheid zette in de jaren 1960.
De Nederlandse canon koos dan opnieuw voor het generieke “De Televisie”, terwijl de Vlaamse canon hier de iconische Paula Semer naar voren kon schuiven als venster. Als schermgezicht, maar vooral als programmamaakster heeft ze een belangrijke, emancipatoire rol gespeeld. De focuspunten bij het thema Televisie als venster op de wereld zijn, wat voorspelbaar wellicht, De openbare omroep en Commerciële televisie.
Trouw aan een scherpere keuze voor een venster dat de aandacht trekt, kiest de Vlaamse canon voor De euro bij het thema Europese integratie. De Nederlandse canon had het generieke “Europa”. De twee focuspunten in de Vlaamse canon zijn Nieuwe banden met Centraal- en Oost-Europa en Brussel, Europese hoofdstad.
En bij de Tweede Wereldoorlog kon in beide canons blijkbaar niet aan het thema Jodenvervolging worden voorbijgegaan. Nederland heeft hier de unieke en iconische Anne Frank in de aanbieding, als gezicht van de Holocaust. Vlaanderen verrast met De Dossinkazerne, oorspronkelijk het verzamelkamp voor Belgische joden bij deportatie, maar intussen ‘Memoriaal, Museum en Onderzoekscentrum over Holocaust en mensenrechten’. Als focuspunten zoemt de Vlaamse canon dan weer in op De medewerking van lokale overheden en De Joodse gemeenschap tijdens de bezetting.
Tot en met de zestiende eeuw had men relatief makkelijk een lagelandse canon kunnen maken. Het is immers pas in die eeuw dat de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden uit elkaar worden gespeeld en van elkaar wegdrijven. Hoe gaan beide canons daarmee om?
Vlaanderen heeft voor het venster uit de eerste canon van Nederland gekozen: De beeldenstorm. Noem die de lont in het kruitvat. Het thema is Burgeroorlog (sic!, L.D.) in de Nederlanden, en focuspunten zijn Calvinistische republieken in het zuiden en De Val van Antwerpen en scheuring van de Nederlanden: History is in the eye of the beholder…
De Nederlandse canon heeft na lagelandse vensters als Maria van Bourgondië (die bij de herijking Karel V vervangt) en Erasmus in de herijkte canon de beeldenstorm vervangen door De opstand. Met de volgende omschrijving: “Van Beeldenstorm naar Plakkaat van Verlating”. De teleologie is duidelijk. En de inleidende tekst zet de toon: “Tijdens de Nederlandse Opstand, beter bekend als Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), komen de Nederlandse gewesten in verzet tegen koning Filips II van Spanje. In 1588 ontstaat uiteindelijk de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.” Alsof alleen die republiek overblijft van de Nederlanden. Verder vind je de volgende tekst die in zijn algemeenheid voorbijgaat aan het feit dat het calvinisme in de zestiende eeuw sterker stond in het Zuiden: “Ondertussen krijgt de Frans-Zwitserse hervormer Calvijn in de Nederlanden een grote aanhang. De protestanten of ‘calvinisten’ verzamelen zich steeds vaker om in de buitenlucht naar rondtrekkende predikanten te luisteren. Zij vinden dat zij zich tegen hun vorst kunnen verzetten als die zich niet houdt aan de Bijbel. Op 10 augustus 1566 leidt zo’n ‘hagenpreek’ in het West-Vlaamse Steenvoorde tot de bestorming van een nabijgelegen klooster waarbij de religieuze beelden worden vernield. In de maanden daarop verspreidt de ‘Beeldenstorm’ zich van de Zuidelijke naar de Noordelijke Nederlanden. De beeldenstormers, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, richten hun woede op de beelden in kerken en kloosters. Deels uit haat tegen de katholieke geestelijkheid, maar ook uit wanhoop vanwege honger en armoede.” Interessant detail hierbij is dat men in Nederland blijkbaar niet weet dat Steenvoorde vandaag in Frans-Vlaanderen (Noord-Frankrijk) ligt.
Het is in elk geval duidelijk dat vanaf dit venster het perspectief in beide canons wijzigt.
De Canon van Vlaanderen zag, na heel wat commotie, het licht in het voorjaar van 2023. Het model was die van Nederland. Dit essay maakt een vergelijking tussen beide Canons.
Het stond in de sterren geschreven dat de herijkingscommissie van de Nederlandse canon na meer dan tien jaar meer vrouwen, meer diversiteit en kleur zou en moest brengen. Ook meer aandacht voor de provincie.
Om met dat laatste te beginnen: zo kwam “Kolen en gas” in de canon, en dus de Limburgse koolmijnen. De exclusieve “Gasbel” heeft intussen ook van zijn pluimen gelaten.
Uiteindelijk zijn tien vensters verdwenen, tien nieuwe in de plaats gekomen en werden er vier van naam gewijzigd.
De nieuwe (en ik geef al aan welke oude vensters ze vervangen als dat duidelijk lijkt) zijn: Trijntje, Jeroen Bosch, Maria van Bourgondië (in plaats van Karel V), Johan van Oldenbarnevelt (in plaats van De Republiek), Sara Burgerhart, Anton de Kom, Marga Klompé (in plaats van Willem Drees), De gastarbeiders (in plaats van Veelkleurig Nederland), Kolen en gas (in plaats van De gasbel) en Het Oranjegevoel.
De verdwenen vensters? Floris V, Karel V, De Republiek, Grachtengordel, Buitenhuizen, De Stijl, Crisisjaren, Willem Drees, Veelkleurig Nederland en De gasbel.
De van naam gewijzigde vensters zijn: Beeldenstorm (voortaan: De Opstand), De VOC (voortaan: VOC en WIC), Verzet tegen Kinderarbeid (voortaan: Het Kinderwetje van Van Houten), Suriname en Nederlandse Antillen (voortaan: Het Caribisch gebied).
Laten we het over de vrouwen hebben: Trijntje was een makkelijke. De Nederlandse canon wordt enkele duizenden jaren ouder met dit bewaarde vrouwenskelet. Sara Burgerhart is mooi: een fictieve figuur uit de gelijknamige briefroman van Betje Wolff en Aagje Deken. Maar de non-conformistische en vrijgevochten schrijfster Belle van Zuylen (Isabelle de Charrière), die in het Frans schreef, zou gedurfder zijn geweest. Over de vondst van Marga Klompé om de “white supremacy” van Willem Drees te overschaduwen, hebben we het al gehad. Maria van Bourgondië lijkt dan weer geforceerd te zijn: ze is een figuur van de Zuidelijke Nederlanden (wie kent haar in Nederland?) en haar huwelijk dat onze gewesten in Habsburg binnen loodst, en het ondertekenen van het Groot Privilege, lijkt toch wel te weinig om Karel V te doen vergeten. Uiteindelijk viel Maria al van haar paard toen ze vijfentwintig was.
De Vlaamse canon heeft vanaf het begin constructiever naar vrouwen gezocht. Het zijn er zes geworden, als je de Dulle Griet van Bruegel en de op de brandstapel terechtgekomen heks Cathelyne Van den Bulcke erbij rekent. Daarnaast heb je de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia, de katholieke Marie Belpaire (Thema: Meisjes naar school), de totaal vergeten socialistische Emilie Claeys (thema: De ‘Sociale kwestie’ in de negentiende eeuw), die ook al figureerde in de succesrijke TV-serie Het Verhaal van Vlaanderen) en de al genoemde Paula Semer. Bij Marie Belpaire verschijnen nog twee vrouwen als focus: de eerste vrouwelijke arts Isala Van Diest en de schrijfster Virginie Loveling. Bij het venster De Pil, komen ook vrouwenrechten en het abortusdebat onder de aandacht. Bij de Dulle Griet verschijnen Vrouwen in de kunstwereld en Clara Peeters krijgt een focus bij het venster dat Rubens’ Aanbidding door de koningen laat zien. En bij het venster Begijnhoven is het Thema: Vrouwen verenigen zich.
Beide canons tellen natuurlijk onvervreemdbare, unieke vensters. Ik denk spontaan aan Srebrenica (Verantwoordelijk voor vrede), Anne Frank en Annie M.G. Schmidt (Lekker stout in een keurig land) voor Nederland. Bij Vlaanderen aan Le Plat Pays van Jacques Brel (Franstalige cultuur in Vlaanderen), de IJzertoren (De erfenis van de Eerste Wereldoorlog) en de Ronde van Vlaanderen (Het land van de koers).
De herijking leverde ook een figuur op in de Nederlandse canon die in één klap diversiteit, kleur en kolonisatie/kolonialisme binnenbracht: Anton de Kom (Strijd tegen racisme en kolonialisme). De Surinaamse schrijver en criticus van het kolonialisme stierf dan nog in een Duits kamp als verzetsheld voor zijn nieuwe land in de Tweede Wereldoorlog.
Je krijgt de indruk dat de Vlaamse commissie gezocht heeft om met Paul Panda Farnana (Thema: Congo, veroverd en gekoloniseerd) iets gelijkaardigs te doen: “de eerste Congolese intellectueel die het kolonialisme openlijk bekritiseerde.” Hij studeerde in België en vocht mee tegen Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Het vijftigste en dus laatste venster in de herijkte Nederlandse canon is Het Oranjegevoel (Sport verbindt). Als dat niet “identitair” is. De Vlaamse canon waagde zich daar wijselijk niet aan.
Het loont de moeite één keer een identiek venster te vergelijken in beide canons. Neem “Erasmus”. De Nederlandse canon focust op de Lof de Zotheid, voor Erasmus zelf een marginaal werk in zijn oeuvre. De Vlaamse vermeldt in de teksten – gewijd aan het thema dat passend het Humanisme is en bij de twee focuspunten, Protestantisme en Boekdrukkunst – niets eens het werk!
Van de weeromstuit vermeldt de Nederlandse canon alleen de Latijnse Bijbelvertaling van Erasmus, maar niet – waar hij waarschijnlijk het meest trots op was – zijn kritische teksteditie van het in het Grieks geschreven Nieuwe Testament. En al evenmin het Leuvense Drietalencollege (Collegium trilingue: Latijn, Grieks en Hebreeuws). De omschrijving van het Humanisme als intellectuele beweging is overigens in de Vlaamse canon accurater:
“Dat is een intellectuele beweging die zich in de 15e en 16e eeuw vanuit Italië over Europa verspreidde. De humanisten moedigden het kritisch denken aan. Ze pleitten voor een filosofie en ethiek die de mens centraal stelde (vandaar: humanisme). Dat opende de deur voor vernieuwingen in heel wat vakgebieden, zoals taalstudie, wiskunde, anatomie, cartografie, plantkunde, geneeskunde …”
De Nederlandse omschrijving luidt, nogal mager, zo: “In het humanisme staat het mens-zijn centraal. Als mens moet je zelfbewust, met veel zorg en aandacht, nadenken over de omgang met jezelf en je omgeving.” De Vlaamse canon verwacht duidelijk meer van de geïntendeerde lezer. Die is blijkbaar ook ouder dan de beoogde Nederlandse lezer.
Bij een vergelijking van beide canons, moet ik terugkomen op de heisa in Vlaanderen over de plannen voor een canon.
Als we de in wezen pragmatische definitie van Nietzsche hanteren die de natie zag als mensen die dezelfde taal spreken en dezelfde kranten lezen (en dus min of meer deelnemen aan een voortdurend gesprek met herkenbare parameters en voldoende, gedeelde referenties) dan is Vlaanderen in de feiten een natie, máár een natie met een complex, controversieel en eigenlijk zwak natiebesef, dat niet door iedereen in dezelfde mate wordt gedeeld. Laat dat nu juist de canonoefening delicaat en interessant maken, boeiend en moeilijk.
Het is ook de verklaring voor het gepolariseerde, ideologische debat vanaf het ogenblik dat er gesproken werd over een canon van Vlaanderen. Het was de voorzitter van de NVA die de kat de bel aanbond in de zomer van 2019 en het idee van een canon opperde, toen de regeringsonderhandelingen over een nieuwe Vlaamse regering nog moesten beginnen.
Politici zouden de geschiedenis willen instrumentaliseren om een Vlaamse “identiteit” op te leggen, die per definitie anti-Belgisch was. Er werd voorbijgegaan aan het feit dat een onafhankelijke commissie de canon zou vormgeven. Dat in de opdrachtbrief duidelijk het begrip identiteit werd ontweken, verdween eveneens uit het gezicht.
Het werd een intentieproces. Toen de commissieleden bekend werden gemaakt, werd even gezwegen.
Maar een standpunt van de Koninklijke Vlaamse Academie van België, Klasse Menswetenschappen in 2022, maakte wel de twee historici in de commissie, de voorzitter en een lid, verdacht. En toen de canon werd bekendgemaakt op 9 mei 2023 was de enige kritiek die ongeveer overbleef, dat maar twee historici hadden meegewerkt en dat de canon een instrument was van “banaal nationalisme.” De Canon bleek uiteindelijk zonder complexen België, de Lage Landen en de Europese horizon in het vizier te houden.
Een gezamenlijke toekomst bouwt voort op een gedeeld verleden, en een gedeeld verhaal over dat verleden. Dat verhaal zal open zijn, onaf per definitie. Het gaat om verhalen die altijd opnieuw moeten worden verteld en die andere verhalen opwekken. Zo onderhouden we het verleden en bieden we vooruitzichten.
Wie zijn we, wie willen we zijn? Een natie is een lotsgemeenschap, een gemeenschap die min of meer dezelfde lotgevallen heeft meegemaakt en die zich voortdurend afvraagt of ze een lotsbestemming heeft.
Laten we hopen dat de canon het aantal gedeelde referenties in een gegeven en bestaande gemeenschap kan doen toenemen. En zo de cohesie in die gemeenschap wellicht bevorderen. Wie kan daartegen zijn?
Als de natie een voortdurend gesprek is, over wie we zijn, willen zijn, dan kan een canon daar een rol in spelen: als gespreksonderwerp, als ijkpunt waartoe men zich verhoudt. De canon van Vlaanderen – zelf zou ik het liever hebben over de canon vóór Vlaanderen – lijkt me open genoeg. Hij neemt zich voor geen canon van louter erfgoed te zijn. Het verleden is meer waard dan de “vererfgoedisering” ervan. Meer dan de beleving van dat verleden door middel van erfgoed wil deze canon de kennis over het verleden versterken. Hij wil ook geen herinneringsconsensus tot stand brengen, laat staan een geïnstitutionaliseerde publieke herinnering.
Ik hoop dat Vlamingen die nu kennis kunnen nemen van deze canon juichen en afwijzen, willen toevoegen en schrappen. Dat ze het gesprek, de discussie erover zullen aangaan met elkaar. De canon is het gesprek, de discussie, zelfs de hartstochtelijke ruzie over de canon.