177

Met haar Saab als compagnon de route reist geluids- en installatiekunstenaar Amber Meulenijzer van landschap naar landschap, op zoek naar plaatselijke klanken. Met haar ‘Saab Fanfare’-project presenteerde ze op het OORtreders-festival in Pelt een theatrale ‘processie in majeur’.

Op het dak van Meulenijzers geliefde Saab 900 zijn in een brocante gevonden hoornspeakers gemonteerd: smalle directionele speakers waarmee ze op zoek gaat naar en aan het werk gaat met geluiden die ze ter plekke vindt. Dat haar instrument kan rondrijden, is daarbij een luxe waar menig roadie jaloers op zou zijn. ‘Het is een handig format om makkelijk naar verschillende plekken te kunnen gaan en op verschillende plaatsen te werken,’ vertelt de in Brussel wonende Amber Meulenijzer. Met haar Saab maakt ze een reeks kunstwerken die zij ‘Saab Sculptures’ noemt, waarin geluidsonderzoek en installatiekunst samenkomen. Naast projecten in een steengroeve, met water en onder een brug, hoort binnen deze reeks ook de performance ‘Saab Fanfare’, die ze ten gehore bracht tijdens het tweejaarlijkse OORtreders-festival. Voor dit project werkte ze samen met vier koperblazers uit plaatselijke fanfares om de klanktexturen van hun instrumenten te verkennen. Met de vier muzikanten improviserend naast de Saab, trokken ze in een plechtige stoet door het Peltse bos. Meulenijzer maakte van het onderzoek een prachtige, trage soundscape die ze tijdens de performance als chauffeur-dirigent uit haar speakers liet klinken.

Fanfare

‘Vier akkoorden 35 minuten lang spelen? Dat gaat toch saai zijn?’ Niet alle fanfareleden waren tijdens de tweedaagse residentie op OORtreders meteen overtuigd van het plan. ‘Twee van de muzikanten waarmee ik samenwerkte waren rond de zestig jaar, en echt mensen die al meer dan veertig jaar in een fanfare spelen. De andere twee waren juist heel jonge muzikanten, die in een jeugdfanfare en in jeugdbands spelen. Tijdens de residentie heb ik met hen vier majeur-basisakkoorden gezocht waarvan zij alle noten op hun trompet, kornet, hoorn en trombone konden spelen. Daarvan heb ik elke noot heel lang uitgerekt apart in die toonschaal op elk instrument opgenomen. Met dat materiaal heb ik een soundscape gemaakt waarop de blazers tijdens de performance improviseerden in dezelfde tonaliteiten. De vertaling van de soundscapeklanken in de luidsprekers vervormde het geluid en deed bepaalde boventonen harder klinken dan andere.’ Het was een samenkomst van werelden die voor beide partijen nieuwe perspectieven opende. ‘De oudere fanfareleden hadden nooit eerder geïmproviseerd en waren aan het begin afwachtend. Voor mij was het leuk om daar bij stil te staan, omdat mijn onderzoek naar klank namelijk automatisch een vrij en proefondervindelijk proces is.’

Processie

‘Het was puur de textuur van de klanken van de blaasinstrumenten die me interesseerde en waarmee ik graag met mijn luidsprekers aan de slag wilde. Mijn speakers gaan goed samen met de boventonen en de niet superlage maar toch warme klanken van blaasinstrumenten,’ vertelt Meulenijzer. Deze opzet resulteerde in een performance die wel iets weghad van een begrafenisstoet en die ze omdoopte tot een ‘processie in majeur’. ‘Ik vind het mooie aan een fanfare dat ze een soort sonore aanwezigheid heeft, die heb ik ook geprobeerd te bewaren in het performatieve aspect van het project. Om die begrafenisconnotatie een beetje te counteren hebben we majeurakkoorden gekozen. De opvoering was vroeg in de ochtend, daardoor werd het een soort aankondiging van de dag. Alsof je niet weet wat gaat komen; dat heeft een bepaalde suspense.’
Op de cassetterelease van ‘Saab Fanfare’, verschenen op Edições CN, is op de A-kant een directe registratie van de performance te horen, waarop de fanfaremuzikanten improviseren over de tijdens de residentie opgenomen soundscape uit de speakers van de Saab. Het resultaat is plechtig, bevat meeslepende improvisaties, maar is ook breekbaar en tactiel, zo hoor je op de opname zelfs blaadjes onder de schoenen van de lopende fanfareleden knisperen. De B-kant bevat alleen de pure soundscape. ‘Ik denk dat je best veel voor ogen krijgt als je de A-kant luistert, de B-kant is daarna een welkom moment van rust om dat te laten bezinken. Daarnaast wou ik mensen ook die volle klanken gewoon niet onthouden. Ongelooflijk wat een rijkheid in dat geluid zit.’

Choreografie

Meulenijzer studeerde zowel Radio (RITCS) als Installatiekunst (KASK), en combineert die twee aspecten in haar Saab-werken. ‘De Saab was gewoon mijn auto. De vorm van de auto en de manier waarop die zich door het landschap beweegt, wekte op den duur mijn interesse in de sculpturale aspecten ervan. Ook vond ik het leuk dat de auto voor exposities in een andere context wordt geplaatst. Het is een vorm die veel connotaties oproept – crème-glacé-karretjes (ijscowagens, red.), de wielerkoers, oud-ijzerwagens… – maar tegelijkertijd ook een soort maquette waarop je van alles kunt projecteren.’
Voor sommige performances parkeert Meulenijzer haar Saab op een interessante plaats en neemt die plek als uitgangspunt voor geluidsonderzoek, terwijl bij andere performances de Saab rijdt. ‘Voor rijdende performances is het interessant om door smalle straten te gaan die uitkomen op een brede, open plek, waardoor je echt met contrasten kunt werken.’ Het visuele aspect en de mogelijkheid om rond de auto te bewegen, onderscheidt haar werk van muziekstukken die in een donkere concertzaal worden gespeeld. ‘Ik wil graag onderzoeken wat ik in mijn auto-performances via het lichamelijke extra kan vertellen ten opzichte van een traditionele concertsetting. Zo werk ik nu bijvoorbeeld aan een werk waarbij de Saab verstopt is onder een brug; voorbijgangers horen daardoor geluiden die allerlei associaties oproepen, maar die niet per se visueel worden ingevuld. Ik vertrek vanuit het idee dat je je eigen associaties projecteert op wat er te zien en te horen is. Dat zorgt er eigenlijk voor dat het een soort totaalervaring wordt, die niet per se visueel of auditief overheersend is, maar bestaat uit de wisselwerking van de twee.’ Dat werkt voor iedere toeschouwer anders: ‘Sommige mensen worden eerst aangetrokken tot het visuele en daarna pas door de klank. Voor anderen is dat omgekeerd.’ Door te spelen met hard of zacht geluid, de speakers van dichtbij of veraf te laten klinken, of door ze te plaatsen in gekke hoeken van ruimtes, onderzoekt Meulenijzer of er een soort choreografie kan ontstaan tussen de toeschouwers en de installatie, en hoe ze die subtiel kan sturen. ‘In een traag rijdende performance met zachte klanken kan ik bijvoorbeeld mensen uitnodigen om dichterbij te komen en mee te wandelen. Zo wordt het interactief.’

Steengroeve

Meulenijzers grote inspiratiebronnen zijn Éliane Radigue en Maryanne Amacher. Met hen deelt ze een interesse voor langgerekte tonen, kleine klanken, duur, stiltes en het onderzoeken van geluid in ruimtes en landschappen. ‘Ik vind het prachtig om één klank uit te sturen en dan gewoon te wachten totdat die terug overgaat in stilte,’ vertelt ze. ‘Vanaf het tweede en derde jaar van mijn radio-opleiding dook ik het audio-atelier in. Daar is het allemaal een beetje begonnen. Ik realiseerde me dat ik ruimtes niet altijd helemáál hoef te vullen met klank, en ook raakte ik bekend met het concept van duur, dat iets niet per se heel snel hoeft te gaan in een muziekbeleving.’
Meulenijzer werkt bij haar Saab-projecten onderzoekend, stelt constant vragen en werpt hypotheses op. ‘Eerst ga ik luisteren om te zien welke klanken er al aanwezig zijn op een plaats en welke interessant zijn om toe te voegen. Kom ik op een plek terecht met veel water, zoals in Denemarken waar ik volgende week heen ga voor een nieuw project, dan neem ik bijvoorbeeld met hydrofoons het water op en ontdek ik welke klanken daar te horen zijn, en test hoe die klinken door de speakers. De Saab opstellen in de buurt van water is trouwens altijd leuk, omdat het geluid heel hard wordt gereflecteerd.’ Bij een ander onderzoek, in een verlaten steengroeve, kwam een indrukwekkend geluid tevoorschijn: ‘Ik had alle speakers naar één kant gericht, waardoor de stenen wand een soort arena werd. De steengroeve was volgelopen en het geluid weerkaatste via de muur ook op het water, een heen-en-weerkaatsen tussen alle reflectieve oppervlakken. Soms werk ik met feedback, dat is ook is erg tof. Dan stel ik ter plekke microfoons op en creëer met de speakers feedback in de ruimte. Een soort verborgen klank van die ruimte komt daarmee naar boven, een klank die nog niet per se hoorbaar was.’

Vier akkoorden 35 minuten lang spelen? Dat gaat toch saai zijn?

de muzikanten in Saab Sculptures, het werk van Amber Meulenijzer

Orgel

In 2021 ging Meulenijzer samen met Lukas De Clerck (ook bekend als Bloedneus & de Snuitkever), met wie ze als het duo 2GIRLSNAMEDSERGIO akoestische en elektronische drone-improvisaties maakt, en documentairemaker Roberto Priamo Sechi naar Sardinië om met de Saab de verschillende landschappen op het eiland te verkennen. Momenteel werken de drie aan een documentaire over de reis. ‘We hebben veel mensen ontmoet, gezongen met groepen tenoren, en gespeeld in veel verschillende landschappen. Het onderzoek was plaatsgebonden, wat het proces waar we nu in zitten met de documentaire moeilijk maakt. Want hoe vertaal je dat naar een verhaal in beeld en klank zonder dat die live-ervaring er is?’ Het is een uitdaging waar ze nog middenin zit.
Meulenijzer combineert dit project, haar liveoptredens met De Clerck en de ‘Saab Sculptures’ met een recente passie: ‘Ik kreeg toevallig een orgeltje van een vriend en sindsdien ben ik veel orgel aan het spelen. Dat is een heel ander klankenspectrum in contrast met de schelle klanken van de speakers die ik gebruik op de Saab. Misschien ben ik na een jaar aan onderzoek naar schelle klanken op zoek naar iets warms,’ lacht Meulenijzer. ‘Ik doe heel minimalistisch onderzoek naar de klanktexturen. Gewoon twee toetsen en dan ben ik zo een kwartier verder. Ik heb nu één track op YouTube, maar dat is voorlopig de enige. Sommige projecten hebben geen haast, waardoor het hele gezapige onderzoeken kunnen zijn, wat ik wel tof vind. Zo krijgt het de tijd om zich te ontwikkelen.’