Dit nummer biedt een krans aan diverse bijdragen:
- Luka Hendrickx, Hard als klei - Gansrijden als hoeksteen van de Antwerpse Polderidentiteit
- Paul Vandenbroeck, Van onbekende ketters en Jheronimus Bosch - De zogenaamde Tuin der Lusten en een vroegvijftiende-eeuwse heterodoxe cosmogonie
- Griet Kockelkoren, Linda Wullus, Wies Stortelder & Ina Vanden Berghe, Het oneindige verhaal … Verhalen van spel(ers) voor altijd verweven in de materiële biografie van marionetten
- Mark Bouma, De nieuwe oprit van Dutroux. Rampenhumor van Titanic tot corona
- Mirte Triezenberg, De tijdloze streken van Tijl Uilenspiegel. Een analyse van Uilenspiegel en zijn streken in de geschreven en de mondelinge traditie door de jaren heen, en waarom Uilenspiegel nog steeds relevant is
- Björn Rzoska, Het interview met mijn grootvader Paul Rumes anders bekeken: hoe zijn getuigenis een mentale (en familiale) realiteit werd die de gruwel verdoezeld