Suriname, laat je troeven aan de wereld zien! Die boodschap richt Kathleen Ferrier, dochter van de eerste Surinaamse president, tot haar geboorteland in de lage landen. Nu Suriname vijftig jaar onafhankelijk is, belicht het tijdschrift de culturele kracht van het land en de creatieve kruisbestuiving met Nederland. Presentatie op 18 september in het Amsterdamse Bijlmer Parktheater met muziek, theater, literatuur en debat.
In 1975 kwam er een einde aan drie eeuwen Nederlandse kolonisatie van Suriname. Maar de band tussen beide landen bleef levendig door een voortdurende uitwisseling van mensen, middelen en ideeën.
Bij de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid zoomt de lage landen in op de creatieve kruisbestuiving tussen Suriname en Nederland. Ze hebben elkaars culturele landschap diepgaand veranderd. Het nieuwe nummer brengt verhalen die deze dialoog illustreren – zonder het beladen verleden te verdoezelen.
Zo wijst Kathleen Ferrier erop dat Nederland nog vaak door een koloniale bril naar het land kijkt zonder zijn multi-etnische samenleving te erkennen. Die diversiteit is juist Surinames kracht. Ferrier pleit voor een gelijkwaardige relatie waarin Suriname zijn eigen toekomst bepaalt: Srefidensi – zelfbestuur en eigen kracht – moet zichtbaar worden.
Die veerkracht weerspiegelt zich in de Surinaamse kunst. Actrice Helen Kamperveen en kunstenaar Marcel Pinas tonen hoe cultuur een middel is voor het uitdragen van geschiedenis, identiteit en engagement.
Ook muziek vertelt over wederzijdse beïnvloeding. Traditionele stijlen als kaseko en kawina leven voort in Suriname én Nederland bij populaire artiesten als Typhoon en Sarah-Jane Wijdenbosch.
De kruisbestuiving klinkt ook door in de taal. Sranantongo duikt steeds vaker op bij Nederlandse jongeren, met en zonder Surinaamse achtergrond. Doekoe, fissa en skoro klinken voor hen even vertrouwd als geld, feestje en school. Die woordenschat vormt een expressieve verrijking van ons Nederlands.
Tegelijk worstelt Suriname zelf met zijn taalkundige diversiteit. Taalachterstand bij kinderen die thuis geen Nederlands spreken, leidt vaak tot lagere schoolprestaties en vergroot de kans op vroegtijdig schoolverlaten. De overheid werkt aan meertalig onderwijs en de officiële erkenning van meerdere talen, maar middelen en politieke wil ontbreken. De uitdaging is om diversiteit te erkennen zonder het Nederlands, de enige officiële taal in Suriname, te verdringen.
In een persoonlijk essay schetst schrijfster Stefanie Parisius-Sewotaroeno hoe ze opgroeide in een geïsoleerd dorp, de literatuur ontdekte en nu internationale schrijfambities koestert. Haar parcours vormt een metafoor voor de culturele wisselwerking tussen Suriname en Nederland: de wens haar eigen stem te laten horen en erkenning te vinden buiten de landsgrenzen, en tegelijk verbonden te blijven met haar wortels.
Sinds de onafhankelijkheid gingen veel Surinamers op zoek naar die erkenning in Nederland; vandaag emigreren steeds meer Surinamers naar België. Ondanks culturele verschillen en soms racisme vormen Surinamers in België nieuwe gemeenschappen die de band met het thuisland levendig houden.
Ook in Nederland voelen uitgeweken Surinamers zich verantwoordelijk voor hun geboorteland. Dagelijks steken mensen, geld en goederen de oceaan over naar Suriname, dat in een economische crisis zit. Die hulp is waardevol, maar kan ook een rem zijn op de zelfredzaamheid. De recente ontdekking van olie voor de kust van Suriname biedt kansen om minder afhankelijk van Nederland te worden.
In vrijwel elk Suriname-verhaal in de lage landen klinkt de roep om het verleden met andere ogen te bekijken. Tot nu toe is de geschiedenis veelal door een witte elite beschreven vanuit een koloniaal perspectief. Door ook bronnen als de orale tradities te ontsluiten en vergeten stemmen op te nemen, ontstaat een rijker en eerlijker beeld van het gedeelde verleden. En kan tussen Suriname en de Lage Landen een relatie groeien die gebouwd is op meer wederzijds begrip en gelijkwaardigheid. Is dat geen mooie wens om vijftig jaar onafhankelijkheid te vieren?
Het Suriname-dossier is gerealiseerd met steun van het R.O. van Gennepfonds (via het Cultuurfonds), het Matchingfonds Internationale Erfgoedsamenwerking (DutchCulture) en het project Beyond the National Narrative (UK Research and Innovation).
Op donderdag 18 september presenteert de lage landen dit nummer in het Bijlmer Parktheater in Amsterdam met muziek, theater, literatuur en debat. De toegang is gratis, inschrijven kan via deze link.