#2

Wat behelzen geluid en bewegend beeld dat geschreven tekst niet herbergen kan? Schrijven over film impliceert altijd tekortkomen. Die spanning stimuleert heel wat teksten in het tweede nummer van Fantômas. Het prijzen van de onvatbaarheid van een film die de schrijver tegelijkertijd probeert te vatten is een paradoxale evenwichtsoefening. Koorddansen vraagt uiteindelijk om een sprong in het ongewisse.

Zoals film tijd en ruimte op het witte doek werpt, legt de criticus film neer op het witte blad. De uitdaging daarbij is de film niet van zijn vrijheid te beroven. Die vrijheid koesteren veel van de in Fantômas #2 besproken filmmakers. Van Radu Judes kwikzilveren lak aan regels, over Aleksandre Koberidzes gulzige overgave aan het onkenbare tot Jacques Rivette en Ryusuke Hamaguchi’s monumentale odes aan de mogelijkheid; stuk voor stuk proberen deze cineasten in een eigenzinnig spel de vinger te leggen op het ongrijpbare, zij het betekenis, liefde of twijfel. Allen gaan ze daarin de strijd aan met de routine en met wat gemakshalve voor waar wordt aangenomen. In creatie vinden ze een soevereine speelruimte. Zo ook Qiu Jiongjiong, die als onafhankelijk filmmaker in China moet strijden om zijn ambachtelijke werkwijze te vrijwaren. Deze regisseurs delen niet enkel een hang naar vrijheid, maar stellen die ook ten dienste van een bespiegeling over hoe de wereld en de mens die hem beleeft zouden kunnen zijn. In die zin zijn het utopische makers.

De zoektocht naar vrijheid en utopie komt ook terug in het belang van porno voor de afbeelding van queer liefde en lust. Lang was het de enige waardevolle representatie voor homoseksuele mannen. Betaalde seks, zowel porno als prostitutie, associëren met vrijheid lijkt op het eerste gezicht een onverzoenbare tegenstelling, maar wanneer geld een manier wordt om schaamte af te kopen, opent het een weg naar het ontdekken van onze verlangens. De hele filmgeschiedenis reikt ze ons aan en elke nieuwe generatie maakt ze zich eigen.

Beelden bestaan ook pas door ze te bekijken, telkens weer, in andere contexten. In haar beeldbijdragen aan dit nummer prikkelt fotograaf Julie Scheurweghs ons om porno te her-bekijken. Zulk hertekenen van de traditie is niet enkel van belang voor de verbeelding van onze lichamelijke begeerte, maar vormt de drijfkracht van heel wat hedendaagse cinema, of het nu Steven Spielberg is die een musicalklassieker hermaakt, Jan Eelen die put uit vroegere filmische evocaties van de mannelijke escort, of Paul Schrader, Kelly Reichardt en Wes Anderson die om uiteenlopende redenen teruggrijpen naar een beeldformaat uit de begindagen van de filmgeschiedenis.

Hun verbeeldingslust is in de eerste plaats een mentaal verlangen, dat niet enkel opgewekt wordt door het kijken naar film, maar ook door het schrijven en lezen over film. Een film niet (kunnen) zien, kan een even vruchtbare bezigheid zijn. Denk maar aan het lang onbeschikbare Christmas on Earth van Barbara Rubin, wier afbeelding van verlangen ontdubbeld wordt in het verlangen naar het zien van de film.

Dat filmkritiek zin kan hebben zonder dat de films waarover geschreven wordt eenvoudig te bekijken zijn – slechts een muisklik verwijderd – is een stelling die we openhartig onderschrijven. Filmkritiek kan verlangen naar (nog) ongeziene films aanwakkeren, kan een film voor de vertoning al tot een geprojecteerd genot maken in het hoofd en hart van de filmminnaar. In dit nummer gaat dat niet alleen op voor Christmas on Earth of Qiu Jiongjiongs A New Old Play, maar evengoed voor Michelangelo Frammartino’s Il buco. Die film heeft heel goed begrepen dat verlangen een sprong in het diepe inhoudt.

De cinematograaf van Il buco, Renato Berta, geeft toe zelfs na een carrière van meer dan vijftig jaar nog steeds in het duister te tasten over wat hij doet. Ook al schrijvend tasten we voortdurend in het donker, tot we ons erin storten in de hoop ons vast te klampen aan het ongrijpbare.

Benieuwd naar Fantômas #2?

Wil je meer lezen dan het edito?