#16, november 2024

In een van de mooiste belevingsmusea van België loopt een tentoonstelling vol verrassend tekenwerk. Trainworld, gehuisvest in het negentiende-eeuwse treinstation van Schaarbeek, komt met de expo ‘Van Schets tot Trein’ weerom verrassend uit de hoek. Dertien kunstenaars en ontwerpers verbeelden onze treinen en stations.

In deze tijdelijke tentoonstelling staat de beleving en het kijkplezier voorop. François Schuiten (1956) tekende in samenwerking met de architecten Véronique Carlier en Pascale Jeandrain (ExpoDuo, 1990) voor de museografie en de scenografie van Trainworld. Bijna tien jaar na de opening in september 2015 is er nog geen spatje sleet op de presentatie. Met de vorige tentoonstelling ‘Animalia’ (2023-2024) realiseerde Schuiten voor het laatst scenografie en affiche. ‘Van Schets tot Trein’ is vormgegeven door scenografisch bureau Kascen uit Louvain-la-Neuve in samenwerking met Christophe Gaeta, Xavier Wielemans et Luc Petit. Een prestatie van formaat.

Bij afwezigheid van een zelfstandige tentoonstellingsruimte hebben de scenografen in de vaste opstelling eilanden gecreëerd, waarbij de confrontatie met de indrukwekkende treinen enkel verrijkend werkt. Het minimalistische expomeubilair en de precieze belichting zetten de vele kunstwerken subtiel in de kijker. Naadloos, geruisloos, vloeien beide presentaties in elkaar over.

“Ik had de officiële toestemming gevraagd om op het rangeerterrein van Schaarbeek rond te lopen. Ik nam foto’s en maakte een hoop schetsen”

André Franquin

Bijzonder is dat de wetenschappelijke staf van Trainworld bewust koos voor een gevarieerde waaier aan tekentalenten. Zowel gerenommeerde architecten als Victor Horta, Henry van de Velde en Santiago Calatrava, als vergeten affichetekenaars Herman Verbaere en Armand Massonet tekenen present. Voor de stripliefhebbers is het verbluffend gapen naar André Franquin en François Schuiten, maar ook het ontdekken van Phil Dambly. Hergé is wegens tijdsgebrek niet van de partij, waardoor zijn Brusselse collega’s ruim in de spots kunnen oplichten. Ouwe getrouwe Paul Delvaux charmeert met pittoreske treinstations, eerder met zijn kriebelige schetsen dan wel met zijn schilderijtjes. Kortom, voor elk wat wils.

 Centraal staat het rechtstreekse visuele contact met (vaak) originele tekeningen. Slimme bijteksten helpen de kijker een eind verder in het bewonderen van Franquins schetsen en geïnkte platen voor het Robbedoes en Kwabbernoot-avontuur QRN op Bretzelburg (1961-1963). Blijkt dat Franquin (1924-1997) zich al even gedreven documenteerde als Hergé. Ook hij kon slechts technische objecten tekenen wanneer hij begreep hoe ze werkten. Dagenlang liep hij al schetsend rond op het rangeerstation van Schaarbeek. Uit zijn archieven putte dochter Nadine niet minder dan zeven vlotte, maar precieze schetsen van diverse technische treinonderdelen. Anders dan in Kuifje oogt het bij Franquin niet zo “gedocumenteerd”. Zijn treinen komen sissend en kreunend tot leven. Verbluft door zijn immense tekentalent, zou ik zelfs het woord ‘geniaal’ durven hanteren. Tien platen van Robbedoes en Kwabbernoot en Guust Flater maken de treinreis reeds meer dan de moeite. Uit een privéverzameling komt de originele cover van verzamelalbum 55 (1956) van het tijdschrift Spirou/Robbedoes. Marsupilami springt onbezorgd over een overweg, zich niet bewust van een aanstormende trein. Wordt vervolgd.

"Ik had de officiële toestemming gevraagd om op het rangeerterrein van Schaarbeek rond te lopen. Ik nam foto’s en maakte een hoop schetsen. En ik heb heel wat tijd besteed aan het verfijnen van de onderzijde van de wagons, met de ophangingen, de veren, de reservoirs, een hele boel dingen… Het is het resultaat van een geduldige documentatie naar het leven!" - André Franquin

André Franquin, originele plaat 17 voor het Robbedoes en Kwabbernoot-avontuur QRN op Bretzelburg (1961) Sommerville penseel en zwarte inkt op papier

De tentoonstelling opent groots in de indrukwekkende inkomhal waar de ontwerpen (reproducties, uitstekende weliswaar) van de Spaanse architect Calatrava voor Luik-Guillemins en Bergen in dialoog gaan met de omvangrijke ingekleurde presentatietekeningen van Dela Censerie voor Antwerpen-Centraal. Architect Louis Dela Censerie is vooral bekend voor de middeleeuwse herschepping van Brugge. Zijn ware meesterwerk is echter het Antwerpse station. Moeiteloos stap je in meer dan een meter hoge gevelstudies uit 1894. Op het voetpad voor het station geeft een eenzame burgerman de schaal weer van het imposante bouwwerk. Een verzorgde inkleuring met waterverf brengt de materialen tot leven. Dergelijke reusachtige tekeningen werden gebruikt om de opdrachtgever een concreet beeld te geven vooraleer tot de definitieve uitwerking werd overgegaan. Mijmerend voor deze plannen wordt tevens duidelijk waar François Schuiten jaren later zijn stilistische mosterd vandaan haalt. Bij de inhuldiging in 1905 vond Leopold II het ‘une petite belle gare’. De megalomane vorst was teleurgesteld over de omvang van het gebouw. Een eeuw later wordt de Antwerpse spoorwegkathedraal wereldwijd geroemd als een van de mooiste treinstations.

Bij zijn eerste ontwerpen van het Luikse station gaat Calatrava als een schilder te werk. Met een zwierig penseel schetst hij een globale, organische vorm die zich inpast in de wijde omgeving. Eens hij tevreden is over de proporties en de ruimtewerking, gaat Calatrava met zijn medewerkers over tot technische precisie. De futuristische ontwerpen voor het treinstation van Bergen, een UFO van formaat, doen dromen van de voorziene opening volgend jaar, na tien lange jaren bouwen.

Uiteraard kan het station Brussel-Centraal naar ontwerp van Victor Horta (1861-1947) niet ontbreken. Na een langdurig verblijf in de Verenigde Staten tijdens de Eerste Wereldoorlog herziet Horta grondig zijn eerste ontwerpen. De plannen en de werf slepen aan. Bij de opening in 1952 wordt de overleden grootmeester zelfs niet vermeld. Voor het eerst worden hier meerdere ontwerpen van Horta getoond. Verbluffend zijn de presentatietekeningen van zijn medewerker architecte perspectiveur Albert Demesmaeker (1907-1995) uit maart 1940. De immense inkomhal verschijnt er haast als een mysterieuze Aztekentempel. De voorts onbekende technisch tekenaar liet zich danig gaan in expressionistische sfeerschepping. Of hoe een architectuurtekening door een moderne, gekleurde bril plots een volwaardig kunstwerk kan worden.

de inkomhal van het treinstation Brussel-Centraal (maart 1940)
zwarte inkt op overtrekpapier

Een ontdekking vormen zeker en vast vijf forse illustraties in gewassen zwarte inkt die de Chinese schilder-illustrator-stripauteur Li Kunwu (1955) samen met Schuiten maakte voor de Trainworld-expo ‘Van Peking tot Hankow. Een Belgisch avontuur in China’ in 2021. De COVID-19-epidemie gooide fors roet in het eten, zodat de tekeningen van de Belgische spoorweg in China een herkansing verdienen. Oorspronkelijk zouden beide kunstenaars in Brussel samen werken aan de tekeningen. Gegijzeld in China door de universele plaag, zette Kunwu de compositie op papier en liet de ruimte voor Schuitens aandeel vrij. Hij borstelde de figuren en vertrouwde aan Schuiten treinen en technische elementen toe. Dient toegegeven dat Kunwu zijn Belgische collega haast van het blad tekent. Zijn expressief penseelwerk komt volop tot uiting in het grote schilderij met een aanstormende trein. Hopelijk zet deze expo de Nederlandstalige stripliefhebber aan tot de lectuur van Kunwu’s graphic novels, gelauwerd in Frankrijk, maar onbemind in de Lage Landen.

Wat verderop schitteren diverse kleurenillustraties van François Schuiten voor de scenografie van Trainworld en van de fameuze locomotief Type 12. Bij de voorbereiding van Trainworld herontdekte Schuiten de enige Belgische streamline locomotief (1939) in het Leuvense treinmuseumdepot. Hij voorzag een ereplaats voor dit pronkstuk in het toekomstige museum en wijdde er in 2012 een prachtig stripverhaal aan. In ’12 Schoonheid’, zijn eerste solo-album zonder scenarist Benoît Peeters, vertelt hij het verhaal van een oude stoker die zijn geliefde locomotief van de sloop wil redden. Enkele platen uit het album tonen Schuiten in opperbeste doen. Techniek en mens die samen gaan, zonder de filosofische bespiegelingen van Peeters.

Li Kunwu en François Schuiten, Brug over de Gele Rivier (2021)
zwarte inkt, acrylverf en potlood op papier

De affiches van Herman Verbaere en Armand Massonet tonen dat de publiciteit niet steeds gelijke tred hield met technische vooruitgang en modern comfort. Beide schilders penselen in subtiele tinten de pittoreske steden en landschappen in België, eerder dan het dynamische reizen zelf. Massonet brengt weliswaar meer dramatiek in zijn werk. De vele affiches in de vaste presentatie vullen dit verdroomde België mooi aan.

Alles, maar dan ook alles, staat hier in het “teken” van tekenen. Niet enkel de dertien geselecteerde kunstenaars nemen pen en papier ter hand. Béatrice Duculot ontwerpt een geslaagde affiche en levert knappe treinen in de lokettenzaal. Ugo Amand, zoon van de scenograaf, portretteert in de trant van Schuiten de dertien kunstenaars met een verfijnd potlood, zwevend tussen strak modernistisch en geraffineerd nostalgisch. Bovendien nodigen tekentafels de bezoekers, jong en oud, uit tot eigenhandige treincreaties. Op de ene plek kan je een eigen versie van de aerodynamische Type 12, in de trant van François Schuiten, bedenken. Elders wacht je het bekende B-logo als creatieve uitdaging.

 Klap op de vuurpijl zijn twee pico bello gerestaureerde rijtuigen die Henry van de Velde (1863-1957) als artistiek adviseur van NMBS vanaf 1932 ontwierp in samenwerking met de ingenieurs. Bij de restauratie is de originele bekleding herweven op basis van enkele fragmentjes uit het Design Museum Gent. Grote raampartijen, een centrale gang en bagage aan de zijwanden zijn slechts enkele elementen van het streven naar een riante binnenruimte. Het moderne ergonomische comfort en het glanzende hout en metaal doen dromen van weleer.

Mocht je er nog niet genoeg van hebben, dan ‘rest’ het fraai uitgegeven boek waar de ontwerpen van Horta en Van de Velde voor het Belgische spoor breed en kleurig in beeld komen.

Kortom, een beeldige tentoonstelling. Een plaatje van formaat.

Van schets tot trein
19 september 2024 – 11 mei 2025
Trainworld, Schaarbeek