2021 nr. 2

Tijdens de Tweede Wereldoorlog doken de Joodse ouders van Judith van Gelder onder voor het naziregime. Haar vader zou altijd blijven zwijgen over die moeilijke jaren, maar schreef zijn verhaal voor Judith in een boekje. Zij las en herlas het en besloot er uiteindelijk een theaterstuk van te maken. Om de zwijgcultuur te doorbreken. 

Na de oorlog stichtten de vader en moeder van Judith een gezin met vier kinderen. Zij en haar drie broers werden opgevoed volgens de Joodse tradities, maar het verleden van hun ouders kregen ze nooit volledig te horen. “Mijn moeder was een prater, zij vertelde alles over haar ervaringen tijdens de oorlog, maar bij mijn vader kwam er geen woord over de lippen. Dat hebben we geaccepteerd, maar het bracht wel spanningen binnen ons gezin. Niemand durfde hem te vragen hoe hij de oorlog had overleefd.”

De zwijgcultuur zou Judith als mens tekenen. “Ik heb moeten leren praten, zeker naar buiten toe. Mijn ouders hadden ook nauwelijks vrienden. Als er iemand aanbelde, maakte mijn vader grapjes om te toetsen wie hij voor zich had. Mijn moeder hoorde alleen maar uit. Ik mocht geen contact hebben met andere mensen als het hen niet zinde. Zij heeft nog altijd geen vertrouwen in de medemens.”

De stilte doorbroken

Judith groeit op, gaat in het onderwijs werken, krijgt een dochter Isha, maar de relatie met Isha’s vader houdt niet stand. Met Jos, haar huidige partner, krijgt ze daarna nog twee kinderen en gaat ze samenwonen net buiten Rotterdam. Ze vindt er een baan als kunst- en cultuurcoördinator, maar worstelt eind 1994 met een zware crisis. Een van de oorzaken: haar vader, dan 64 jaar, zwijgt nog altijd over de oorlog. “Ik stond op eigen benen, was een Joodse vrouw met kinderen, maar ik was wel heel erg bezig met mijn achtergrond. Het was nooit in me opgekomen om mijn vader te vragen hoe hij de oorlog had overleefd. Tegelijk voelde ik steeds meer de noodzaak om dat te weten. Mijn wereld stortte in. Ik zocht ondersteuning bij een psychiater. Die zei me nadrukkelijk: ‘Vraag het hem!’”

Judith trekt haar stoute schoenen aan. Met resultaat. Haar vader bekent dan wel dat hij niet over de oorlog kan vertellen, hij wil zijn verhaal wel opschrijven. Alleen voor haar en dan nooit meer. Hij schrijft een week aan een stuk. Uitsluitend over het onderduiken. Het kost hem veel moeite, maar uiteindelijk overhandigt hij zijn schrijfsel aan Judith. Nu zou hij er een streep onder trekken. “Maar vanbinnen werd hij nog voortdurend geconfronteerd met de oorlog. Dat merkte ik als kind al, toen we zo vaak stil moesten zijn.”

Opgelucht is Judith wel, dat ze voor het eerst haar vaders oorlogsverhaal kan lezen. Maar erover praten kan niet, dat heeft ze hem beloofd. Jarenlang houdt Judith dus het verhaal voor zichzelf. Haar broers moeten er niets van weten – hun vader heeft zijn verhaal immers alleen aan Judith aangeboden. Zij bergt het op en zal er nooit meer iets mee doen. Haar vader overlijdt vier jaar later.

Eind 1994 worstelt Judith met een zware crisis. Een van de oorzaken: haar vader zwijgt nog altijd over zijn oorlogstrauma.

Het geschrift van vader Max

Het geschrift van vader Max

Stap naar buiten

Intussen is Judiths gezin naar Rotterdam verhuisd en wonen de kinderen zelfstandig in dezelfde buurt. Zij is actief in de theaterwereld waar ze op eigen houtje haar weg probeert te vinden. Ze leest theaterstukken, vertaalt teksten, kiest uit wat haar zint en gaat met gelijkgestemden aan de slag. Na vijfentwintig jaar voelt ze plots de behoefte om de tekst van haar vader opnieuw boven te halen. “Ik vreesde dat het helemaal anders zou zijn dan ik in mijn hoofd had. Jos en Isha kregen hem ook te lezen, want ook bij Isha leefde de wens om meer te weten te komen over mijn verleden en Joodse afkomst, hoewel ze zelf niet Joods is opgevoed.”

Judiths man en dochter raden haar aan iets met het verhaal te doen. Zij vindt het daar te persoonlijk voor: haar vader heeft het alleen voor haar geschreven. “Maar Jos en Isha argumenteerden dat jongeren net nood hadden aan zulke verhalen, zeker in Nederland met zijn zwijgcultuur. Dus ik grapte: ‘Goed, dan maak ik er een monoloog van.’” De stap naar een theaterproductie is gezet.

Ook op een andere manier treedt Judith naar buiten met het verhaal van haar vader. Via een educatieve instelling gaat ze gastlessen geven in het basisonderwijs, over hoe mensen na de oorlog hun leven weer opnemen en over de zwijgcultuur die lang heerst. Ze ziet nieuwsgierige kinderen die veel vragen stellen. Soms raakt haar verhaal aan wat zij hebben meegemaakt. “Op mijn eerste gastles merkten ze mijn emoties. Ik wilde die vermijden om toch een grens te bewaren.”

Met de steun van Jos en Isha maakt Judith eind 2017 ook een theatrale vertelling op basis van haar vaders tekst. Die stap naar het theater betekent dat ze er ook andere mensen bij betrekt, waardoor het verhaal universeler wordt. Isha engageert zich om tot een theatertekst te komen: “Ik praatte veel over mijn herinneringen. Zo verzamelde ik veel bruikbaar tekstmateriaal.” Eerst vindt Judith het te persoonlijk. Maar geleidelijk aan wordt de emotie minder ruw. Ze vertelt aan steeds meer mensen over haar project en krijgt alleen stimulerende reacties. “Theater werd voor mij een leerschool die me deed nadenken over mijn psyche en die van anderen. Theater leerde me inleven in de emoties van anderen, hoe pijnlijk die ook zijn.”

Programmaboekje van 'Elke nesjomme is een parel'.

Nesjomme: is een Jiddisch woord voor 'een cadeau weggeven dat je zelf wil hebben, dat je dierbaar is, maar dat een ander meer nodig heeft’.

Elke nesjomme is een parel

In november 2019 heeft Isha de tekst afgerond: ‘Elke nesjomme is een parel’, met als ondertitel ‘Hoe mijn vader de oorlog overleefde’. Isha en regisseur Anna Hermanns moedigen Judith aan om de dochter te spelen. “Ik twijfelde omdat het zo dichtbij was, maar die rol aanvaarden was een nieuwe stap. Het is mooi dat ik de vrijheid krijg om deze tekst te vertellen, zeker omdat die vrijheid zowel in de oorlog als nu niet vanzelfsprekend is. Dat het een persoonlijk verhaal is, maakt het alleen maar intenser en voelt soms ook griezelig. Dit verhaal gaat over onderduiken, over het besef dat je niet mag bestaan. Dat ik dit mag vertellen in alle vrijheid, doet dus wel iets.”

De stap naar het theater betekent dat Judith ook andere mensen gaat betrekken bij haar vaders verhaal. Het wordt universeler, de emoties worden minder ruw.

De cast bestaat uit twee acteurs. Judith speelt zichzelf als dochter en Simon Versnel vertolkt vader Max, zowel op jonge als oude leeftijd. In de oorlogstijd is vader Max een tiener. Het spel situeert zich in het nu. Het enige attribuut, een raam op wielen met een tafeltje, suggereert dat vader aan het schrijven is. Centraal staat de confrontatie van vader en dochter. Zij wil weten hoe hij erin slaagde de oorlog te overleven en probeert hem met vragen aan de praat te krijgen. Hij ontwijkt eerst door korte antwoorden, mopjes en stiltes. De dochter brengt in wat ze zelf weet, vult aan waar Max te krap is, corrigeert zijn onjuistheden en stelt nieuwe vragen.

Onderduikadres, Enterstraat 38, Rijssen

Onderduikadres, Enterstraat 38, Rijssen

Vader Max als kind

Vader Max als kind (tweede van rechts)

Zoals in de originele tekst heeft de vader het uitsluitend over hoe hij door het verzet met zes familieleden wordt ondergebracht. Hij vertelt hoe ze hun dagen vullen met wachten, op toiletpapier tekenen, zich stilhouden en in de aardappelkelder schuilen, tot ze na twee jaar opgepakt worden na het verraad van de broer van hun beschermer. Ze worden gearresteerd, in de cel ondervraagd en mishandeld. Het geluk is aan hun kant, want de bevrijding is volop aan de gang en de bezetter verlaat het dorp en laat de celdeuren open. De vrijheid lacht de gevangenen toe. Thuisgekomen merken ze dat hun huis bewoond is en hun huisraad, die ze in bewaring hadden gegeven aan de overburen, verkocht is.

Het eind van het stuk refereert aan een ervaring uit Judiths jeugd. “In 1959 emigreerde ons gezin voor vijf jaar naar Brisbane in Australië, waarna we per boot terugkeerden naar Nederland. Die deining op het water drie weken lang was een enorme ervaring. Ik liet me in de gesloten eetzaal van de ene wand naar de andere wand afglijden. In het midden was er altijd even een moment van gewichtloosheid, waarop alle zorgen leken weg te vallen. Als zesjarige ervoer ik daar een gevoel van vrijheid dat me tot nu is bijgebleven.”

“Met alle steun uit mijn omgeving heb ik afstand kunnen nemen van mijn persoonlijk worsteling. Ik heb het lang niet gedurfd, maar het is belangrijk dat dit verhaal wordt verteld.”

Judith droomde ervan om dat gevoel op een podium te beleven. En aan het eind van dit stuk voelde ze het werkelijk, zoals op die deinende boot in de oceaan. De verlossing na een lang en intensief maakproces naar de première toe. Al kwam nadien wel de coronacrisis als spelbreker, waardoor alle geplande voorstellingen werden geannuleerd. “Een kwaadaardige Judith zou zeggen dat haar vader hiervoor gezorgd heeft”, knipoogt ze, “want hij wilde niet dat de buitenwereld dit verhaal zou zien. Maar we hopen het stuk later nog te spelen en maken binnenkort een professionele filmversie. Met alle steun uit mijn omgeving heb ik afstand kunnen nemen van mijn persoonlijk worsteling. Nu vind ik het leuk om dit verhaal te delen met andere mensen. Ik heb het lang niet gedurfd, maar het is belangrijk dat dit verhaal wordt verteld.”