2023 nr. 1
Maxine Sabbe

Maxine Sabbe

Na haar optreden tijdens de pauze van de Super Bowl ging niet alleen Rihanna viraal, maar ook Justina Miles, haar doventolk. Miles zorgde ervoor dat alle doven en slechthorenden volledig konden meegenieten van de muziek: ze leefde zich zelfs zo hard in dat de beelden online massaal werden gedeeld. Maar hoe zit dat bij theater voor blinden en slechtzienden? Hoe toegankelijk is ons theater voor hen?

Maxine Sabbe uit Brugge is achttien jaar en slechtziend, maar dat houdt haar niet tegen om af en toe naar het theater te gaan. “Ik vind toneel super, zeker als het een fantasierijk verhaal is. Dan kan je even wegdromen naar een andere wereld”, vertelt ze. Maar om het verhaal volledig te begrijpen heeft ze wel een begeleider nodig. “Alleen naar het theater gaan, is eigenlijk onmogelijk.”

Meestal gaat Maxine samen met haar klasgenoten of met een begeleider naar het theater. Dan bespreken ze het stuk vooraf. “Zo ben ik beter voorbereid. Maar dan nog, als er iets op scène gebeurt waar de acteurs niet over spreken, dan ben ik even niet mee. Ik hoor dat ik iets belangrijks gemist heb, omdat er reactie komt uit de zaal, of omdat de personages plots reageren op iets, maar ik weet niet op wat. Dan moet ik vragen aan mijn begeleider wat er is gebeurd, maar tegelijkertijd gaat het stuk verder, waardoor ik opnieuw wat mis.”

Theater als een tennismatch

“Een avondje theater is voor mensen zonder beperking een gezellig avondje uit, terwijl dat voor mensen met een zintuig minder héél hard werken is”, reageert doventolk Pieter Beck. Hij geeft workshops theater aan doven en slechthorenden en werkt als opvoeder voor dove jongeren. Zij hebben het tegenovergestelde probleem van Maxine: zij zien wél wat er op scène gebeurt, maar kunnen de dialogen amper of helemaal niet volgen. “Ofwel moeten ze liplezen, als ze dat al kunnen, ofwel staat er een doventolk aan de zijkant. Maar ideaal is dat niet, want ze kunnen nooit tegelijk naar de scène en de doventolk kijken. Het is zoals een tennismatch: ze gaan altijd wel iets missen.”

Sommige gezelschappen zijn zich bewust van de beperkingen. NTGent biedt bijvoorbeeld al twee jaar theatertablets aan. Daarop kunnen doven en slechthorenden de voorstelling volgen via vooraf opgenomen filmpjes in Vlaamse gebarentaal. “Beter dan niets, maar je zit wel opnieuw met dat tenniseffect. Je kan nooit naar je tablet en de scène tegelijk kijken”, vindt Pieter. Daarnaast biedt NTGent ook ringleiding aan voor wie een hoorapparaat heeft: dat zorgt ervoor dat je het scènegeluid rechtstreeks in je oor kan horen.

Als het verhaal niet helemaal synchroon loopt, dan hoor je een stem in je oor op hetzelfde moment dat de acteurs spreken op het podium. Dat maakt het moeilijker om te volgen.

Maxine Sabbe

Voor slechtzienden is er dan weer audiodescriptie via hoofdtelefoons, met extra gesproken uitleg over wat er op scène gebeurt. Maxine kon die al twee keer uittesten, maar houdt er gemengde gevoelens aan over. “De uitleg is opgenomen op voorhand en als het verhaal niet helemaal synchroon loopt, dan hoor je een stem in je oor op hetzelfde moment dat de acteurs spreken op het podium. Dat maakt het moeilijker om te volgen. Maar als de timing wél goed zit, dan helpt dat echt om meer van het stuk te begrijpen.”

Van gibberish tot gebarentaal

Volgens Pieter zijn er ook vormen van theater die je gemakkelijker kan volgen zonder ondersteuning Denk maar aan stand-up comedy, dans of straattheater. “De meeste straatartiesten trekken met dezelfde voorstelling door verschillende landen en passen hun taal niet aan. Soms spreken ze zelfs de fantasietaal gibberish, wat zoveel betekent als “brabbeltaal”. Hun theater zit zo in elkaar dat het niet uitmaakt wat ze zeggen. Door hun expressieve gezichtsuitdrukkingen en bewegingen begrijpt iedereen het stuk perfect, of ze de taal spreken of niet.”

De theatertaal van Bernard Bragg, een dove man uit New York, deelt datzelfde principe. Bragg ontwikkelde een eigen theatersoort, visual vernacular, waarbij een acteur een verhaal vertelt met expressieve bewegingen, gezichtsuitdrukkingen en gebarentaal die iedereen kan begrijpen.

Kleine aanpassing, groot verschil

Door kleine aanpassingen kunnen gezelschappen een theaterbezoek al heel wat aangenamer maken, zonder daarvoor hun vaste planning om te gooien. “Alles begint met duidelijk aangeven welke theaterstukken voor wie toegankelijk zijn”, vertelt Pieter. “Als cultuurcentra in hun brochure beschrijven dat een stuk verbaal sterk is, dan weten slechtzienden dat ze daar naartoe kunnen. Of ze kunnen aanduiden dat het een zeer expressieve bewegingsvoorstelling is, waar slechthorenden ook van kunnen genieten. Een simpel label in een brochure kan al veel doen.”

Volgens Maxine is het dan weer belangrijk dat er een begeleider kan meegaan aan wie ze vragen kan stellen. “De drempel wordt lager als ik die op voorhand kan aanvragen.”

Zelf op een podium

Daarnaast blijft het voor mensen met een visuele of auditieve beperking ook moeilijk om zelf op de planken te staan. “Bij mijn weten is er geen enkele toneelvereniging voor hen, noch om naar te kijken, noch om zich bij aan te sluiten”, betreurt Pieter. “Ik begrijp dat het moeilijk is. Je kan wel workshops en theatervoorstellingen organiseren die voor iedereen toegankelijk zijn, maar dat is niet altijd evident. Je kan de wereld wel plat willen maken voor de mensen in een rolstoel, maar er blijven mensen die net hoogteparcours willen doen.”

Het is mijn droom om in een musical te spelen, maar ik kan me bij geen enkele vereniging in de buurt aansluiten.

Het is Maxine haar kinderdroom om ooit op een podium te staan. “En dan liefst in een musical! Ik hou van zingen en ik volg ook zangles. Maar er is geen vereniging in de buurt waar ik mij bij kan aansluiten.” Toen ze jonger was, speelde ze mee in ‘Parsifal’, een stuk van NTGent met onder andere Els Dottermans. “Daarin speelde ik een blind meisje. Ik mocht zelfs iets zeggen! Dat was superleuk en het smaakte naar meer. Maar nu liefst een zingende rol”, lacht ze.

Volgens Pieter kunnen we een voorbeeld nemen aan gezelschappen uit het buitenland. “Een theatergezelschap uit New York maakt voorstellingen waarvan iedereen kan genieten. Ze integreren gebarentaal in hun stukken. Twee acteurs spelen dezelfde rol, waarbij de ene acteur zijn tekst uitspreekt en de andere gebarentaal gebruikt. Zij schaduwen elkaar. Zo genieten de horenden van een mooi schouwspel en kunnen doven en slechthorenden de gebarende acteur begrijpen. In Vlaanderen werd dezelfde voorstelling ooit gespeeld door twee sprekende en twee gebarende acteurs.” Misschien is dit wel het moment om dat nog eens te hernemen?