Vlaanderen heeft maar weinig spreidingsbureaus die exclusief op circus focussen. Twee van hen zijn al jarenlang actief en wonen sinds kort op een boogscheut van elkaar in Gentbrugge: Anne-Agathe Prin en Emma Ketels. We strikken hen voor een geanimeerd gesprek waar het wederzijds respect van afspat.
Anne-Agathe rolde na haar artiestencarrière – ze jongleerde onder meer bij Gandini Juggling – het spreidingswerk in. Vandaag werkt ze voor Cie Ea Eo, Sinking Sideways en voor haar man, Guy Waerenburgh, die met Der Lauf een wereldwijde hit te pakken heeft. Emma was van jongs af actief bij Cirkus in Beweging, maar was altijd al meer gebeten door plannen en organiseren dan door zelf op het podium te staan. Met JE BURO spreidt ze sinds 2014 de voorstellingen van verschillende circusgezelschappen, waaronder Bert & Fred, Collectif Malunés en De Stijle, Want…
Ook al wonen ze al enkele maanden in hetzelfde dorp, ze kwamen elkaar nog niet bij de bakker tegen. “We zien elkaar nochtans geregeld: in Parijs, Auch, Kortrijk, Neerpelt, Chalon, …” lacht Anne-Agathe.
Dus jullie kennen elkaar?
Emma Ketels “Jazeker. Voor ik met spreiding begon was Anne-Agathe zowat de enige die deed wat ik deed.”
Anne-Agathe “We hebben elkaar leren kennen via Collectif Malunés.”
Emma “Eerder al, nee? Heeft Koen (Allary, red.) ons niet eens aan elkaar voorgesteld op PERPLX (toen nog Humorologie, red.)? En toen dacht ik: ‘Wow, zij werkt voor de Malunés, hoe tof.’”
Anne-Agathe “Het is dankzij de Malunés dat ik mij ben beginnen integreren in België. Ik kom van Frankrijk en werkte voor Gandini Juggling. Mijn enige link met België was mijn man, Guy Waerenburgh, en het feit dat we in Doornik woonden. Maar door de Malunés is dat dus veranderd. Ik volgde hun grote tentprojecten op.”
Emma “De zijprojecten schoven ze door naar mij.” (lacht)
Doen jullie enkel de spreiding van voorstellingen of ook de productie?
Emma “Let op, in Frankrijk zeggen ze ‘production’ voor hetgeen wij preproductie zouden noemen: de echte opstart van het project, geld en partners zoeken, dossiers schrijven, dergelijke zaken. En wat wij productie noemen – alle praktische zaken eens het project draait – noemen ze in Frankrijk ‘la logistique de tournée’.”
Anne-Agathe “Ik doe de volledige preproductie en spreiding van maximaal drie compagnieën. Ik weet niet waarom, maar ik kan blijkbaar geen ‘boite de diffusion’ hebben dat veel voorstellingen verkoopt. Waarschijnlijk omdat ik me te veel engageer voor de gezelschappen die ik opvolg.”
Emma “Ik volg absoluut dat je dit voor niet te veel gezelschappen kan doen, je wil betrokkenheid en kwaliteit bieden. Ondanks het feit dat JE BURO zich focust op spreiding, blijft het toch telkens maatwerk. Ook is het noodzakelijk dat je vanaf het prille begin betrokken bent bij de voorstelling. Eigenlijk vanaf het eerste idee. Daarnaast ondersteun ik andere gezelschappen door advies te geven en mee te schrijven aan de subsidieaanvragen voor het Circusdecreet.”
Zijn jullie eigenlijk concurrenten?
Anne-Agathe “Grappig, Arne (Sabbe, red.) vroeg mij dat onlangs ook. Omdat we nu toevallig allebei in Gent wonen, lijkt het alsof we plots concurrenten zijn. Maar nee, dus. Er zijn zo weinig mensen die doen wat wij doen dat je echt niet van concurrentie kan spreken.”
Emma “Ik ben juist heel blij dat zij hetzelfde doet als ik.”
Anne-Agathe “En zelfs al werken we niet rechtstreeks samen, ik beschouw ons meer als collega’s. We schuiven projecten naar elkaar door en bevelen elkaar aan bij gezelschappen of programmatoren. We spreiden zelfs voorstellingen van dezelfde compagnie. We bellen elkaar ook geregeld als we vragen hebben.”
Emma “Zolang we niet dezelfde voorstellingen spreiden, kunnen we onmogelijk concurrenten zijn. Het doet trouwens altijd deugd om op festivals met collega’s te praten. Niet enkel voor de uitwisseling van informatie, maar vooral omdat je dan het gevoel krijgt dat je niet alleen bent. Ik heb vaak dat gevoel, zeker hier in Vlaanderen. Er zijn uiteraard spreidingsbureaus, maar die zijn vooral actief in andere podiumkunsten en ze werken op een andere manier.”
Anne-Agathe “In Vlaanderen heb je veel bureaus, maar geen mensen die zoals ik rechtstreeks voor compagnieën werken. Ik wil geen catalogus met tientallen voorstellingen beheren. Ik wil in de diepte met een gezelschap samenwerken. Daarom doe ik er ook lang over om te beslissen of ik op een vraag van een compagnie inga.”
Kiezen jullie als spreiders de voorstellingen of zijn het de gezelschappen die naar jullie stappen? Hoe gaat dat in zijn werk?
Emma “Het komt een beetje van beide kanten. Je volgt het veld op, je ziet afstudeerders aan het werk. Daar zitten geregeld artiesten bij van wie je denkt: die hou ik in de gaten. Daarnaast komen er erg veel aanvragen binnen van artiesten, waar we onmogelijk allemaal ja op kunnen zeggen. Sowieso vind ik het goed als jonge artiesten hun spreiding eerst zelf doen, het vergroot hun netwerk en ze leren uit eerste hand kennen wat het zoal inhoudt.”
Anne-Agathe “Bij mij hangt het ervan af. Ik kan zodanig fan zijn van een gezelschap dat ik dolgraag met hen wil samenwerken en dat ook laat blijken. Maar meestal zijn het de artiesten die aan mij vragen om hun voorstelling te spreiden. Omdat ik zo intens aan een project werk, ben ik heel kieskeurig. Vanaf het de ronde doet dat ik er misschien een compagnie kan bijnemen, krijg ik tientallen aanvragen. Ik bestudeer ze allemaal. Sommige kan ik direct schrappen, over andere denk ik soms maandenlang na. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat ik hun werk fantastisch vind.”
Emma “Helemaal akkoord. Ik moet ook echt overtuigd zijn van de voorstelling. Maar ook op persoonlijk vlak moet het klikken. Je wil geen telefoon krijgen van een van je artiesten en denken: ‘shit, daar is ie weer.’ Dus als ik een voorstelling fenomenaal goed vind, maar ik weet dat het met de makers ervan minder goed klikt, dan zal ik ze niet spreiden. Da’s soms heel jammer, maar wel noodzakelijk. Je bent heel vaak in contact met je artiesten, dus het moet goed zitten.”
Anne-Agathe “Het is inderdaad de combinatie van een artistieke ‘coup de coeur’ voor de voorstelling en de persoonlijke klik met de ploeg die erachter zit.”
Emma “Da’s vaak een kwestie van buikgevoel.”
Wat als je van in het begin bij de creatie betrokken bent en pas na de première beseft: shit, ik vind dit niet goed?
Anne-Agathe “Ja, dan is het lastig.”
Emma “Je gaat het niet pas op de première beseffen. Je voelt het al eerder aankomen, je hebt toonmomenten en try-outs gezien.”
Anne-Agathe “Bij compagnieën die aan de lopende band creëren – genre Gandini Juggling – is het logisch dat er soms een voorstelling bij zit die je persoonlijk minder goed vindt dan andere. In dat geval zeg ik aan programmatoren dat ze de show zelf eerst moeten zien voor ze ze boeken. Maar als je na enkele voorstellingen voelt dat je niet meer 100% achter een compagnie staat, dan moet je open kaart spelen en de samenwerking in vraag stellen. Ook voor de artiesten is het belangrijk dat ze een spreider hebben die hun voorstelling waanzinnig goed vindt.”
Emma “Artiesten evolueren en wij ook.”
Welk profiel moet je hebben om jullie job uit te oefenen?
(lange pauze)
Emma “Je moet houden van Excel, planningen en agenda’s.”
Anne-Agathe “Je moet goed gestructureerd zijn.”
Emma “Vriendelijk en benaderbaar. Maar ook weer niet te veel. Je wil niet die verkoper zijn die overal visitekaartjes rondstrooit.”
Anne-Agathe “Het bureauwerk vergt mentaal veel, daar moet je goed mee om kunnen. Maar het werk op de vloer is evenmin te onderschatten: aanwezig zijn op festivals en professionele evenementen zoals speeddatings. Ook daar moet je goed gestructureerd zijn en kunnen volhouden. Lachen, elke vraag beantwoorden, ook al weet je het antwoord niet. Je moet ook veel voorstellingen zien. Je moet de sector enorm goed kennen. Je krijgt veel vragen van programmatoren in de trant van: ‘we zijn nog op zoek naar een feestelijke openingsvoorstelling voor ons seizoen, heb jij tips?’ En tot slot: je moet goed kunnen incasseren. Zeker in Frankrijk is de markt niet altijd even vriendelijk.”
Emma “Je moet stevig in je schoenen staan. Sommige programmatoren denken dat elke prijs onderhandelbaar is en zullen alles proberen om bepaalde kosten te laten vallen. Heel vervelend.”
Anne-Agathe “Zeker sinds we onze prijzen geïndexeerd hebben, krijgen we continu vragen om onze prijs te laten zakken.”
Is er een financiële crisis in de culturele sector?
Anne-Agathe “In Frankrijk absoluut. De tijd dat cultuurhuizen drie grote tentvoorstellingen per seizoen boekten, is voorbij. Het is werkelijk een catastrofe, zeker voor het soort shows dat ik verkoop. Elke cent wordt tegenwoordig drie keer omgedraaid.”
Voel je dat in Vlaanderen ook?
Emma “Minder. Ik ben in het contact met programmatoren ook altijd duidelijk: er is gewoon geen onderhandelingsmarge. Onze prijs is gebaseerd op al onze kosten, dus lager gaan kan niet. Of er moet elders geld gevonden worden.”
In Vlaanderen is de spreiding van circus nog in ontwikkeling. Kunnen de cultuurcentra volle zalen lokken met circusvoorstellingen?
Emma “Het is niet gemakkelijk. Hedendaags circus is nog steeds te weinig bekend. Volgens mij moet er echt gewerkt worden aan het imago van circus. Dat zou prioriteit nummer één van Circuscentrum moeten zijn. De man in de straat moet weten dat er naast muziek, theater en dans ook circus is. En dan bedoel ik niet het circus met de olifanten en de rode neuzen.”
Anne-Agathe “Het is niet enkel een taak van Circuscentrum, vind ik.”
Emma “Zeker niet, het is een taak voor de hele sector. Maar het is wel een taak die dringend moet opgenomen worden.”
Anne-Agathe “Ik heb het gevoel dat het de goede kant opgaat, maar traagjes.”
Ligt het ook niet aan het soort circusvoorstellingen? Cécile van Sinking Sideways bijvoorbeeld is prachtig, maar is geen spektakelshow voor het grote publiek.
Emma “Inderdaad. Zoals dat ook het geval is met theater of dans: niet alle voorstellingen zijn publiekslokkers, en da’s prima.”
Misschien moeten we af van het idee dat circus volle zalen moet opleveren.
Emma “Ja, maar de budgetten zijn niet eindeloos. De cultuurcentra hebben ook verantwoording af te leggen. Er zijn verschillende programmatoren die met veel liefde circus programmeren, maar zij moeten af en toe ook kunnen ‘scoren’ met volle zalen, zodat ze het kunnen verdedigen voor hun collega’s en leidinggevenden. En het is al niet goedkoop om circus te plaatsen.”
Anne-Agathe “Er wordt altijd gezegd dat circus duur is, maar ik vind van niet. In theater en dans zijn de producties véél duurder. Met Les Fauves zaten we aan een totaalbudget van 1 miljoen euro; dat was ongezien in het circus, maar in de andere kunsten is dat doodnormaal. Circus is een kleine sector met heel weinig middelen, circus is totaal niet duur!”
Emma “En toch, qua uitkoopsommen hoor je van de cultuurcentra dat circus niet goedkoop is.”
Een terugkerend probleem bij – vooral jonge – compagnieën: ze werken met hart en ziel aan een voorstelling, maken artistiek ook echt een heel goed stuk, maar na de première valt het volledig stil want ze hebben geen speeldata. Hoe los je dat op?
Emma “Het moet zeker niet het doel zijn van gezelschappen om massaal te toeren. Het belangrijkste is dat je uit een project haalt wat je eruit wil halen. Maar als je een deftige tournee wil hebben vanaf je voorstelling klaar is, moet je er absoluut op tijd aan beginnen. Plan voldoende vooruit, blokkeer speelperiodes, maak dat je voorbereid bent voor als de aanvragen komen.”
Anne-Agathe “Bij Der Lauf was het niet ons doel om een megatournee te hebben, maar we hadden wel degelijk een ‘stratégie de fin de production’: we willen dat de voorstelling in Brussel op het UP festival staat, we willen in La Maison de Jonglage spelen in regio Parijs – daar nodigen we Onda (Office national de diffusion artistique, red.) uit en alle belangrijke Franse programmatoren, we willen op enkele belangrijke promotiefestivals spelen. Ook cruciaal is beseffen dat je preproductie niet rond is vanaf je creatiebudget rond is. Nee, je preproductie is pas rond als 10 à 15 voorverkopen hebt, of als je weet dat je op belangrijke festivals zal staan, dat er voldoende zichtbaarheid is. Je moet voldoende data hebben om programmatoren op uit te nodigen. Enkel één premièredatum is echt niet voldoende.”
Emma “Ik zie het ook als mijn rol om al tijdens de creatie het nodige realisme aan de man te brengen. Sommige dromen of ideeën zijn fantastisch, maar zijn echt onverkoopbaar. Een voorstelling moet ‘spreidbaar’ zijn, zeker als het de wens is om gelijk zot te toeren.’
Anne-Agathe “Ik ga volledig akkoord, maar ik moet zeggen dat ik toch al serieus verrast ben geweest. Sommige voorstellingen lijken tijdens de creatie werkelijk onhaalbaar en onrealistisch, maar hebben uiteindelijk toch een mooie tournee. Neem We Agree to Disagree van Collectif Malunés. Tijdens de creatie dacht ik echt dat dat bijna niet ging toeren.”
Emma “Het blijft een moeilijke om te verkopen, hoor. (lacht) Los daarvan: spreiding is niet enkel het werk van de ‘diffuseur’, het is teamwerk. Er moet van in het begin mee rekening gehouden worden – het is eigenlijk een essentieel deel van de creatie.”