mei 2023

Luc Vertommen is muzikant, dirigent en doctor in de kunsten. Momenteel vervolledigt hij een doctoraatsstudie aan het Conservatorium van Brussel rond de ontsluiting van het 20ste-eeuwse repertoire voor blaasorkest van de Synthetisten. Samen met de Muziekkapel van de Luchtmacht blaast hij deze vergeten maar uiterst waardevolle harmoniemuziek nieuw leven in met een cd en een concert.

Hoe ontstond het idee voor deze cd?

"Het idee komt voort uit mijn onderzoek. Als je muziek onderzoekt, dan moet die klinken, vind ik, zeker als het zoals in mijn onderzoek gaat over waardevolle muziek die niemand meer kent. Dan probeer je die terug tot leven te wekken en te bewaren voor het nageslacht. Ik heb dat al gedaan met heel wat muziek van Vlaamse componisten uit de periode vóór de Synthetisten, het was dus een logische stap."

Wie waren de Synthetisten?

"Dit waren de jongere leerlingen van Paul Gilson die zich in 1925, na het begin van het interbellum, hebben verenigd. Deze twintigers hadden het moeilijk om als componist een carrière uit te bouwen. Toen Paul Gilson gevierd werd voor zijn 60e verjaardag, vond hij het hoog tijd dat de moderne muziek van zijn leerlingen een kans kreeg. Hij gaf hen het idee om de krachten te bundelen. Zo ontstonden ‘Les Synthetistes’. Deze naam vind je overal in het Frans terug, dit was toen immers de voertaal. Je kan hen het best labelen als Brusselse componisten. Het Brusselse conservatorium was in die periode het belangrijkste muzikale centrum in België."

De Synthetisten (uit de verzameling van Luc Vertommen).

Hoe zag hun samenwerking eruit?

"De Synthetisten hebben samen concerten georganiseerd om zo hun werken uitgevoerd te krijgen. Ze begonnen kleinschalig met enkele pianowerken en daarna wat kamermuziek. Maar deze componisten wilden natuurlijk ook grote werken op het podium brengen."

"Er was echter één groot probleem: de hoofdstad van België had wel een bloeiend muziekleven, maar geen professioneel symfonieorkest. Er waren de strijkers van het operaorkest van De Munt en de blazers van de Gidsen, die soms samen als gelegenheidsorkest fungeerden bij het programmeren van concerten met symfonische muziek. Maar deze concertorganisatoren programmeerden amper nieuwe muziek van Belgische componisten."

"In het interbellum had de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen onder leiding van Prevost, bovendien een leerling van Gilson, een grote symfonische bezetting van 85 muzikanten. Het was een modelorkest en bood hen de ideale manier om hun werken op het podium te brengen."

Dus de Synthetisten schreven hun grote werken voor harmonieorkest?

"Dat klopt. In het interbellum componeerden zij alleen voor de grote modelbezetting van de Gidsen. Het is zeer moeilijke muziek waarvoor je een uitgebreide bezetting nodig hebt, in sommige werken een contrafagot, een Engelse hoorn, een harp, bassaxofoon of celesta. Zij schreven dus geen muziek voor het bloeiende amateurmuziekleven in Brussel, zoals Gilson."

Hoelang heeft dit collectief bestaan?

"Deze groep componisten heeft tot het midden van de jaren 30 intensief samengewerkt. Hun tijdschrift, La Revue Musical Belge, bestond tot 1939. Tegen dan waren de voornaamste doelen van hun collectief bereikt. Ze hadden samen een zestal grote concerten georganiseerd en enkele losse activiteiten. Hun muziek had dankzij deze concerten een ingang gevonden in het Brusselse culturele leven, in concertprogramma’s en in de Munt."

"In de jaren '30 ontstaat ook de radio, wat het nieuwe medium werd voor de promotie van moderne muziek. Vier van de zeven Synthetisten gaan dan ook voor het NIR werken."

"Daarnaast hadden sommigen ondertussen een grotere reputatie opgebouwd dan anderen, Marcel Poot op kop. Bovendien waren hun concerten in eigen beheer, ondanks hun morele succes, enorm verlieslatend, wat de sfeer in de groep ook niet bevorderd zal hebben. Kortom, na meer dan tien jaar is die groep uit elkaar gegroeid."

Vanwaar komt de naam Synthetisten?

"Dat is een heel goede vraag, want dat woord bestaat noch in het Frans noch in het Nederlands. In hun missie en visie schrijven de Synthetisten dat ze een synthese wilden maken van de moderne tendensen in de muziek. En dat zegt veel over die periode na de Eerste Wereldoorlog. Die ’roaring twenties’ ademden een sfeer van complete heropbouw met veel enthousiasme voor alles wat nieuw is. De Synthetisten wilden zich onderscheiden door radicaal te breken met de laatromantische, in hun ogen oubollige, stijl van de Vlaamse muziek en het sterke franckisme binnen de Waalse School. Hun missie paste zeer goed in de tijdsgeest van het modernisme."

Partituur Marcel Poot (archief J. Buyst).

Dat verklaart meteen hun succes.

"Ja, maar dit komt na de oorlog niet opeens uit de lucht vallen. Het is belangrijk om de context te kennen. Vanaf 1880 tot het begin van de oorlog heeft Paul Gilson in Brussel al die nieuwe moderne tendensen meegemaakt vanop de eerste rij. In de jaren '80 was er eerst het wagnerisme: Brussel werd toen het wereldwijde centrum voor de muziek van Wagner, na Bayreuth. In de jaren '90 brak de Russische school door in Brussel met onder andere Rimski-Korsakov en César Cui. In die periode had je ook de concerten van Les XX (Les Vingt), een kunstbeweging rond de twintig belangrijkste moderne schilders, waaronder Ensor. Octave Maus haalde toen de belangrijkste impressionistische componisten naar Brussel om muziek te brengen bij die tentoonstellingen."

Dus Brussel was toen dé plek voor vernieuwing?

"Voor Paul Gilson ging er toen een nieuwe wereld open. Maar Gilson had net als zijn leerlingen niet de mogelijkheid om met een symfonieorkest te werken, waardoor hij vanaf de jaren 1880 tot het einde van zijn leven, in 1942, 276 werken voor harmonie en fanfare componeerde. Niemand anders wist hoe je moest orkestreren voor blaasorkest in die tijd, een discipline die Gilson zich als autodidact zelf aanleerde. Vergeet ook niet dat in andere landen de amateur- en militaire muziek toen niet op het hoge peil stonden van het Brusselse muziekleven."

"In het interbellum vielen alle puzzelstukken samen voor de Synthetisten. Ze hadden Gilson, een leraar die de impulsen van het modernisme op de eerste rij meemaakte én die hen leerde hoe je orkestreert voor harmonie- en fanfareorkest. Bovendien hebben ze het schitterende orkest van de Gidsen onder leiding van Prevost. Dat is uniek in de wereld, deze drie elementen in één tijdvak. Dit unieke repertoire probeer ik nu opnieuw naar boven te halen."

Wat is de reden dat die muziek zo ondergesneeuwd is geraakt?

"Eén reden hebben we daarnet al aangehaald: omdat ze voor de Gidsen en Prevost componeerden, schreven ze moeilijke muziek, zonder toegevingen. Omwille van de moeilijkheidsgraad en omdat de muziek totaal niet commercieel was, werd bijna geen van deze werken uitgegeven. Van de meer dan vijfenzeventig werken die ik heb opgedolven, werd enkel de Danse Funambulesque van Jules Strens uitgegeven. De Danse Funambulesque wordt internationaal nog wel veel gespeeld. Je kan natuurlijk geen muziek spelen die niet uitgegeven en beschikbaar is."

"Gilson hoopte dat de werken van zijn leerlingen gespeeld en uitgegeven zouden worden. Er waren wel uitgevers, maar die gaven gewoon gemakkelijkere, speelbare werken uit. Daarna is het grootste deel verloren geraakt. De werken die ik wel heb gevonden, zaten ook niet samen in één bibliotheek, maar waren overal verspreid geraakt. Het is zeer spijtig dat er geen centraal erfgoedbeleid voor bladmuziek is in ons land. De periode van de Synthetisten is maar honderd jaar geleden, maar toch vind je daar zo moeilijk iets van terug. Alle beleid hieromtrent is heel versplinterd en ontoereikend. Dit staat in schril contrast met de kwaliteit van onze Belgische muziek."

Dit materiaal is echt een goudmijn voor het harmonieorkest.

Luc Vertommen

Wat is jouw motivatie en de relevantie van de Sythetisten voor de muziek vandaag?

"Die Synthetisten zijn de Steen van Rosetta voor het harmonieorkest, de missing link. In de geschiedenis van het harmonieorkest is het repertoire essentieel en relevant. Het interbellum is het enige tijdblok in de geschiedenis van de blaasmuziek waarin het repertoire voor blaasorkest zo dicht aanleunt bij het modernisme. Samen met toonaangevende componisten uit het modernisme, zoals Stravinsky en Hindemith, stonden de Synthetisten dicht bij het harmonieorkest. De Synthetisten zijn er echter niet in geslaagd om met hun repertoire een stempel te drukken op de canon van het moderne repertoire, terwijl dit bij componisten in andere landen wel is gelukt."

Nu kan dit repertoire eindelijk weer klinken, om te beginnen met een concert in samenwerking met de Muziekkapel van de Luchtmacht. Heb je die werken moeten bewerken om met een hedendaags harmonieorkest te spelen?

"Neen, ik heb een 35-tal werken gerestaureerd en dat was een hele opgave, want die werken waren ofwel verloren ofwel in slechte tot zeer slechte staat, soms zelfs relatief onleesbaar. Soms had ik meerdere bronnen nodig om ze te reconstrueren. De muziek is zo goed georkestreerd voor het harmonieorkest van toen dat je daar best helemaal niets aan veranderd. Enkel de bezetting is anders, want er waren toen zes muzikanten meer in de Muziekkapel van de Gidsen dan in het moderne harmonieorkest: twee bugels, twee alto’s en twee baritons, maar het grootste deel van deze partijen waren verdubbelingen."

"Dit materiaal is echt een goudmijn voor het harmonieorkest. Ik heb daarom mijn stoute schoenen aangetrokken en contact opgenomen met de Muziekkapel van de Luchtmacht en hun dirigent Matty Cilissen die met veel enthousiasme de werken hebben opgenomen. De cd wordt uitgebracht op het label Naxos, Band Press VOF geeft de muziek uit en Hal Leonard zal de bladmuziek internationaal verdelen."

Zo zijn de twee wensen van Gilson nu helemaal ingewilligd: iedereen kan de werken beluisteren en spelen.

Luc Vertommen naast het beeld van Marcel Poot, een van de Synthetisten, in het Koninklijk Conservatorium Brussel.

De cd The Synthetists Revisited
verschijnt op 20 juni bij Naxos.

  • Gil Blas – Jules Strens
  • Tartarin de Tarascon (suite humoristique) – Marcel Poot
  • Zo’har (fantaisie choréographique) – Gaston Brenta
  • Recitativo et Rondo – Francis de Bourguignon, solist: Michael Tambour (trompet)
  • Guitenstreken/Gamineries – Theo Dejoncker 
  • Brueghel Suite (variations symphoniques) – Maurice Schoemaker

Op dinsdag 20 juni om 20 uur vindt het concert Les Synthétistes plaats in de concertzaal van het Koninklijk Conservatorium Brussel.