Wat hebben Liesbeth Van Impe, hoofdredactrice van Het Nieuwsblad, en Wim De Vilder, journalist en nieuwsanker, gemeen? Ze werken allebei in ‘de media’, hebben beiden van taal en schrijven hun beroep kunnen maken én wonnen alle twee Junior Journalist toen ze op de middelbareschoolbanken zaten. De schrijfwedstrijd van Davidsfonds levert je dus niet alleen een mooi boekenpakket op, maar wie weet ook de job van je leven.
Schrijven is vaak een talent, een passie. Ook Wim en Liesbeth waren op de schoolbanken al gebeten door de taalmicrobe en ze gingen graag met woorden aan de slag. Maar hoe belangrijk is het om al te beginnen schrijven op jonge leeftijd?
Liesbeth: “Schrijven is een talent en dat klopt ook wel. Maar schrijven is ook zoeken, schrappen en leren opbouwen. Je moet dus ook gewoon heel veel oefenen. En hoe vroeger je dat doet en hoe meer je daarmee bezig bent, hoe beter je daarin wordt. Je kan het vergelijken met een instrument leren spelen. Je hebt muzikaal talent nodig, maar je zal nooit een goede violist worden als je niet elke dag oefent. Ik zeg dat ook altijd tegen jonge journalisten die hier starten: de eerste jaren moet je kilometers doen en ontdekken wat je al dan niet goed kan.”
Wim: “Door te schrijven scherp je je kritisch vermogen aan. Voor je dingen op papier zet, moet je erover nadenken. Je mag niet alles voor waar aanvaarden en moet kritisch bekijken wat er op je pad komt. Dat is denk ik nog belangrijker voor de jongeren van vandaag. Schrijven is een creatief proces dat veel voldoening geeft, maar ook veel tijd vraagt. Laat een tekst dus even liggen als je klaar bent en pak die de dag erna nog eens vast. Dan kan je dingen aanscherpen en de ballast eruit halen. Zo wordt je tekst beter. Ik probeer dat op een kortere tijdspanne met de teksten die ik voor Het Journaal schrijf: ik probeer ze zo vroeg mogelijk af te werken, zodat ik ze nog twee tot drie keer kan bekijken en aanpassen voor we op antenne gaan.”
“Schrijven is zoeken, schrappen en weer opbouwen.”
Uit recente studies blijkt dat de taal- en schrijfvaardigheid van jongeren achteruitgaat. De Belgische scholieren scoren jaar op jaar minder goed op bijvoorbeeld begrijpend lezen dan in andere landen. Merken jullie dat ook?
Wim: “Ik heb niet het gevoel dat de ‘verhaalvaardigheid’ – als ik het met een woord moet omschrijven – achteruitgaat. Jongeren zijn nog altijd heel creatief als het gaat over verhalen vertellen. Ze lezen en schrijven alleen minder. Ze hebben die noodzaak ook minder. Vroeger was de communicatie veel formeler, er werd altijd op fouten gelet. Maar bij de huidige informele communicatievormen, zoals sociale media, is stijl en spelling van minder belang. Dat maakt de stap naar het formele voor veel jongeren moeilijker, denk ik.
"Jongeren zijn heel creatief als het gaat over verhalen vertellen."
Liesbeth: “Je voelt dat er in het onderwijsveld een tegenbeweging aan het ontstaan is en dat is hoog tijd volgens mij. Taal is iets wat je elke dag opnieuw moet gebruiken. Er is geen binnenweg waardoor je sneller winst boekt. Onderwijs moet trouwens niet alleen focussen op juist taalgebruik, maar ook op het plezier van met taal bezig zijn. Neem kinderen en jongeren daarin mee. Spoor ze aan om meer te lezen, meer te schrijven, ook al is dat niet evident in deze tijden met zo veel spannendere alternatieven. Ik heb het gevoel dat we stilaan klaar zijn voor een correctie daarop. Je hoort meer en meer stemmen opgaan dat we op het vlak van Nederlandse lessen toch hier en daar dingen hebben losgelaten die we nu moeten terughalen. Ik kan alleen maar hopen dat dat gebeurt. Taal is immers hét belangrijkste instrument voor menselijke transactie.”