Jaargang 18 editie 69

Die vraag dwarrelt al eens binnen bij de redactie van VERZIN: moet je rekening houden met je doelgroep als je schrijft? En zo ja, hoe bepaal je dan die doelgroep? Weten wie je lezers zijn, weten wie je wilt dat je lezers zijn… Moet je daar je schrijven aan aanpassen?

Schrijven: zuivere individuele expressie, een verhaal vertellen of een boodschap overbrengen?

Was het niet Willem Kloos, de man met de beruchte scheldsonnetten waarin hij onder meer zijn vrienden beschimpte, die de leuze scandeerde dat poëzie de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie moet zijn? En hoor ik Josse De Pauw niet scanderen: “Kunst moet
vrij zijn!”?

Ja, schrijven kan en mag een zuivere expressie zijn die zich niet bekommert om zijn lezer. De schrijfvorm kan reflectief, helend, verstrooiend, persoonlijk anekdotisch, artistiek of bevrijdend zijn, maar vindt slechts bij uitzonderlijke talenten de weg naar bibliotheek of boekhandel. En ook: die individuele expressie gebruikt een taal die wij vatten, vaart in een ritme dat we kunnen volgen, hanteert een vorm die we kunnen behappen. Zo is er in de allerindividueelste expressie toch ook een brug naar een lezer of toehoorder.

Naast die zuivere expressie liggen aan de andere kant van het brede spectrum dat schrijven is - ja, schrijven is toch een beetje een containerbegrip - de teksten die een boodschap helder willen overbrengen, zoals de informatie in een biografie of reisgids, een nieuwsbrief of jouw zakelijk e-mailbericht. Daar is de eerste bekommernis: wat schrijf ik, en voor wie? Welke boodschap breng ik over? Hoe maak ik het helder? Wat is de voorkennis van mijn doelgroep?

vrouw kijkt naar een groot boekenrek en denkt na over welk boek ze zal nemen

In deze vorm van schrijven staat de doelgroep centraal en is ze bepalend voor hoe er geschreven moet worden. Maar wat als je niet hebt stilgestaan bij wie je doelgroep is?

“Help! Ik heb geen doelgroep! Ik schrijf eigenlijk voor een heel breed publiek.”

“Frank, die als twee druppels water leek op Ronald Reagan, maar zich voortbewoog als Columbo, ...” roept dan wel beelden op bij een aantal 60-plussers, maar brengt een jongere niet in vervoering. “Tia was haar BFF, steeds swag en dressed up alsof ze naar een Taylor Swift concert ging en ...” prikkelt niet ieders verbeelding op eenzelfde manier. In literaire teksten zijn het de geuren en kleuren die je aan je personages geeft die de smaakervaring van je lezers bepalen, en dus een bepaald lezerspubliek aanspreken. Zijn je personages smaakloos, tja, dan spreken ze meestal geen enkele doelgroep aan. De keuze voor een specifieke doelgroep uit de weg gaan, kan er dus toe leiden dat je helemaal geen publiek vindt. Durf dus gerust een bepaalde doelgroep voor ogen te hebben. De volgende vier dingen kunnen je daarbij helpen:

  • De manier waarop je je verhaal vertelt, bepaalt ook je publiek.
  • Het thema van je verhaal spreekt sommige mensen meer aan dan een andere.
  • De taal die je hanteert leidt naar een specifiek publiek.
  • Het genre dat je kiest spreekt een bepaald publiek aan.

Je verhaal en je personages bepalen je lezers: vanuit persoonlijke ervaringen, verwachtingen, interesse of betrokkenheid grijpen die naar je boek.

In literaire teksten zijn het de geuren en kleuren die je aan je personages geeft die de smaakervaring van je lezers bepalen, en dus een bepaald lezerspubliek aanspreken

“Met mijn boek wil ik eigenlijk hoop brengen.”

Je doelgroep wordt dus niet alleen bepaald door factoren zoals de leeftijd of de genoten opleiding. Speelt je verhaal zich af in een bepaalde periode, in een bepaald gebied? Is de locatie een dorp in West-Vlaanderen of het centrum van Tienen? Is er een dominante religie? Wat met een specifieke bevolkingsgroep (foorkramers, fiscalisten, klimaatactivisten)?

Als je met je bundel, verhaal of non-fictieboek hoop wilt brengen (of inzicht, ontspanning, humor, of spanning), dan is het zinvol je af te vragen welke soort lezer je boek zou moeten lezen. Is je hoofdpersonage bijvoorbeeld iemand die eenzaam is na een onverwacht ontslag? Is het een jonge Aziatische vrouw die een succesvol restaurant opende maar zich noch hier noch in haar geboorteland thuisvoelt? Dan is het goed om je te verdiepen in die leefwerelden. Wat zijn de typische kenmerken? Lezers herkennen zich in (elementen van) een personage, in de context of in het verhaal (of in een combinatie ervan).

Ga op verkenning, doe onderzoek en verzamel de aanwezige geuren en kleuren. Je hoeft die niet allemaal te gebruiken. Je kunt een aantal kenmerken verbinden aan je personage, aan je boodschap of aan je context. Zo zorg je ervoor dat een bepaalde groep zich aangesproken voelt: je doelgroep.

Wanneer het genre je doelgroep aangeeft

Wanneer je een kinderboek schrijft, een young of new adult, dan dicteert het genre je publiek, en hou je best rekening met:

  • de lengte van je zinnen,
  • het gebruik van eenvoudige of net moeilijke woorden
    en begrippen,
  • het thema waar deze groepen interesse in hebben of
    dat aansluit bij hun leefwereld.

"Maar ik weet niet wie tot mijn doelgroep behoort, iedereen kan dit lezen!"

Soms kom je er niet uit en is het lastig om je doelgroep te benoemen. Dan kan volgende indeling je op weg helpen:

Man staat tussen de rekken van een moderne bibliotheek
  1. Taal: wellicht in het Nederlands (of Engels? of een dialect?).
  2. Gebied: waar speelt het verhaal zich af? Een specifieke stad? Een bergdorp? Is de locatie erg
    bepalend en daardoor een kracht of specifiek kenmerk van je verhaal?
  3. Tijdperk: speelt je verhaal zich af in het verleden, het heden of de toekomst?
  4. Waarheidsgetrouw: in hoeverre heeft je verhaal betrekking op waargebeurde feiten
  5. Maatschappelijke omstandigheden: speelt je verhaal zich af in politieke middens, in bepaalde wijken of binnen een afgebakende sociale klasse?
  6. Emotionele of psychische omstandigheden: een personage dat met verlies, verdriet en verliefdheden worstelt? Een leven van angst, van onzekerheid?
  7. De poëtica van jou als auteur: wat jou typeert, je werkwijze, je stijl.

Zo kan je komen tot bijvoorbeeld: “Mijn boek richt zich tot iedereen in Vlaanderen die interesse heeft in het wel en wee van een landbouwkoppel dat vecht voor het voortbestaan van hun geitenboerderij. Het richt zich tot iedereen die geïnteresseerd is in hoe we met onze voedselproductie moeten omgaan.”

Je verhaal en je personages bepalen je lezers: vanuit persoonlijke ervaringen, verwachtingen, interesse of betrokkenheid.

Schrijven voor jezelf of vooral met een doelgroep voor ogen: het blijft jouw keuze. Maak je keuze wel bewust, want je uitgever of (eind)redacteur zal een antwoord van je verwachten.

Lees je graag meer over schrijven?

Wil je zelf aan de slag? Haal VERZIN in huis en begin meteen.