Het grijs betonnen Schouwburgplein in Rotterdam ligt verborgen onder een kunststof grastapijt van zo’n half voetbalveld groot. Het lijkt alsof je dit speelveld enkel in snoepjeskleuren mag betreden. Het plein vormt het kloppend hart van Circusstad Festival, dat van 4 tot 8 mei circusvoorstellingen toonde in de Rotterdamse binnenstad. Er werden liters verf aangerukt om te benadrukken hoe tof en leuk dat is: alles kleurt geel-blauw, rood-blauw en blauw-roze. Het clichébeeld van circus dat hier wordt opgehangen, is even torenhoog als de trapeze waar je tussen twee voorstellingen in aan kan zwieren. Vallen doe je zacht, op het plastieken gras.
Verderop in de stad, waar het beton wel nog beton mag zijn, aan de indrukwekkende Nieuwe Maas, verzamelt zich een groep op het Willemsplein voor de locatievoorstelling Passing By van het jonge Belgisch-Nederlands-Duitse gezelschap Knot on Hands. Het publiek verraadt zich meteen, door de manier waarop ze stilstaan. Wachten doe je niet te midden van een stad in beweging, tenzij op bus of tram.
Een medewerker van het festival leidt ons naar de kadewand en dwingt onze blik naar de overkant van het water. “Kijk daar, drie mensen!” roept een kind uit de groep die nu gevormd is. Er moeten wel vijftig mensen in het beeld vallen, maar slechts drie daarvan lopen op elkaar gestapeld een trap op. De voorstelling is begonnen.
Die toren van drie zijn Britt Timmermans, Mario Kunzi en Tijs Bastiaens. Ze leerden elkaar op circushogeschool Codarts kennen, maar hun circuscarrière begon – onafhankelijk van elkaar – al veel eerder, bij een jeugdcircusatelier in hun thuisland. Of ze op de hogeschool meteen artistieke verwantschap voelden, wil ik weten. Niet dus, aanvankelijk deelden ze slechts een gebroken hart. Verlaten door hun levenspartners werden ze partners in de acrobatie.
In hun zoektocht naar een eigen taal zetten de drie hun lichamen in als radartjes in een mechanisme. Balancerend op de kademuur, overhellend naar het diepe water van de Maas, ontleden ze wat partneracrobatie betekent: vertrouwen en afstemming, en altijd weer die balans zoeken.
De dag na hun première in Rotterdam zitten we samen om te praten. Ice-tea moet de vermoeidheid onderdrukken. “We spelen negen keer op vijf dagen,” telt Mario, de Duitser van het gezelschap, na een slok suiker. De Nederlandse Britt sust: “Het is ook een try-out om te kijken hoe vaak we het na elkaar kunnen spelen.” De Leuvense Tijs zwijgt voorlopig en doet zijn ijsblokjes rinkelen. Evengoed is dit een test of je tussen twee premièrevoorstellingen in genoeg kan recupereren om een lijstje vragen af te werken. We steken van wal.
Passing By is jullie tweede creatie, maar deze voorstelling was eerst een film?
Britt Timmermans: “In 2020 begon ons gesprek met Circusstad Rotterdam, die de stad meer bij hun festival wilden betrekken door het ook als podium te gebruiken. Ze vroegen ons om iets te maken voor een locatie in Rotterdam, dat werd deze plek (Willemsplein, met een adembenemend zicht op het water dat door de stad stroomt, red.). Toen werd het festival gecanceld door COVID en hebben we ondersteuning aangevraagd om er een film van te maken.”
Tijs Bastiaens: “Om toch iets te laten gebeuren.”
Britt: “Het werd een zijsprong om het creatieproces niet helemaal stil te moeten leggen.”
Mario Kunzi: “De voorstelling was specifiek bedoeld om kunst in de stad te brengen. Toen dat door COVID niet kon, hebben we de film verspreid via QR-codes in het straatbeeld. Als je deze scant, springt het naar de scène die gemaakt werd op die specifieke locatie.”
Britt: “Een voorwaarde voor de subsidie was dat het toegankelijk moest zijn voor Rotterdam en haar bewoners.”
De voorstelling had eerst The fourth half als titel. Wat deed jullie van naam veranderen?
Tijs: “We wilden dat de stad onze vierde partner zou zijn, dat was het vertrekpunt.”
Britt: “Maar hoe meer we over de voorstelling spraken, hoe meer we het over voorbijgangers hadden. Het bleek beter te kloppen.”
Mario: “De architectuur van de stad is zeer bepalend. In dat opzicht hebben we het nodig, is het de missing link. Het materiaal is ontstaan door wat de stad ons te bieden heeft.”
Britt: “Maar de inspiratie halen we uit het gebruik van die architectuur. Bij de trappenscène bijvoorbeeld hebben we geobserveerd hoe mensen de trap gebruiken, in welke patronen ze lopen.”
Tijs: “Het is fijn dat er mensen voorbijkomen zonder ons op te merken, bijvoorbeeld wanneer we driehoog de trap op klimmen. Maar ook de reacties als ze het wél opmerken zijn mooi. Wij reageren op wat ons omgeeft en anderen doen dat ook. We delen de ruimte.”
Britt: “We worden ook heel vaak aangesproken.”
Mario: “Mensen voelen zich uitgenodigd.”
Wil je de toevallige voorbijgangers doen stilstaan?
Mario: “Toch voor even. Ik vind het sterk als het organisch gaat: mensen houden halt, volgen even mee en gaan weer verder. Zo krijg je een groep toeschouwers die voortdurend verandert.”
Is het belangrijk om flexibel te zijn met de stad als vierde speler?
Britt: “Zeker weten. Elke dag gebeurt er wel iets nieuws.”
Mario: “Gisteren stonden er auto’s in de weg, eergisteren kwamen er drie kuiswagens op de plek waar we wilden spelen, de brug heeft al eens open gestaan waardoor we niet naar de overkant konden, er lag iemand tegen ‘onze’ muur te slapen, … Maar het beïnvloedt ons niet per se op een slechte manier.”
Tijs: “Flexibiliteit is essentieel.”
Britt: “Ook tegenover voorbijgangers. Wat als iemand ons aanspreekt in het midden van de voorstelling? Het zal altijd anders zijn.”
In 2019, het jaar van hun afstuderen, wonnen de drie artiesten de BNG Bank cultuurprijs voor Circus, goed voor een cheque van €5000. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt als duwtje in de rug richting professionele loopbaan voor ‘het meest onderscheidende talent’ dat afstudeert aan één van de twee circushogescholen in Nederland (Codarts Circus Rotterdam en de Fontys Academy for Circus and Perfomance Art in Tilburg). Mario, Britt en Tijs werden gelauwerd voor hun act Brace for Impact, dat later uitgroeide tot hun eerste voorstelling. Het juryrapport bewondert “dat de drie acrobaten heel gelijkwaardig overkomen ondanks de verschillende persoonlijkheden.”
Hoe maak je een professionele voorstelling met 5.000 euro?
Mario: “We hebben het prijzengeld niet voor de voorstelling gebruikt. We zijn in juni 2019 afgestudeerd en onmiddellijk gestart met de creatie van Brace for Impact, om er van een act van tien minuten een voorstelling van dertig minuten van te maken. Toen we in oktober de BNG-prijs wonnen, was de voorstelling al klaar. We hebben wel een aantal residenties gedaan…”
Britt: “… maar een loon was er op dat moment niet om onszelf uit te betalen. In 2020 zouden we in première gaan en we hadden een mooie tournee in het vooruitzicht. Uiteindelijk zijn we vorige zomer echt beginnen spelen.”
Welke zoektocht leggen jullie af in de bewegingen die jullie samen creëren?
Tijs: “Wij werken graag rond gewicht en tegengewicht en elkaars gelijke zijn daarin.”
Britt: “Onze creaties starten vaak vanuit fysieke thema’s: gewicht geven, hangen, balans houden, … Daar doen we open research rond, zoeken verschillende bewegingen bij een bepaald thema. We zijn niet zozeer op zoek naar een verhaal, wel naar een fysieke uiting.”
Mario: “We werken met wat wij een ‘dictatorsysteem’ noemen. Elke dag is er iemand de dictator. Het is een open beschrijving, de dictator kan heel vriendelijk zijn, of streng. Het betekent dat er iemand verantwoordelijk is om te beslissen wat we die dag zullen doen. Als er zeven ideeën zijn, kan de dictator beslissen om ze allemaal uit te proberen, of enkel de zijne. Het werkt heel goed voor ons, want als er niemand verantwoordelijk is…”
Britt: “… dan neemt niemand de verantwoordelijkheid om een besluit te maken.”
Mario: “Het is ook heel fijn om voor twee dagen gewoon artiest te zijn en dan op de derde dag keuzes te maken.”
Britt: “Zonder dit systeem komen we samen, discussiëren we misschien eindeloos over wat we zullen doen, verschuilen we ons achter elkaar. Zo verlies je veel tijd. Nu kom je voorbereid op de dag dat je dictator bent. Gelijke verantwoordelijkheid voor ons alle drie, maar afwisselend.”
Tijs: “Het helpt natuurlijk dat onze artistieke visies gelijklopend zijn.”
Is het daarom dat jullie samen zijn gekomen op school?
(algemeen gelach)
Britt: “Nee, dat was toeval.”
Tijs: “We hadden alle drie liefdesverdriet.”
Britt: “Drie acrobatische singles kwamen samen.”
Mario: “Het gebeurde eigenlijk op één dag na de winterbreak.”
Britt: “In het tweede jaar.”
Mario: “Er moesten veel beslissingen gemaakt worden, het moest snel gaan. We dachten: let’s do this.”
Tijs: “We hadden op school al snel beslist dat we na ons afstuderen samen zouden blijven werken. We hebben een typerende bewegingstaal, die we in Brace for Impact ontwikkelden en nu verder onderzoeken.”
Mario: “We werken ook exclusief met ons drieën, ook als we meedoen aan projecten van anderen. We zien bij andere circuspartners dat het moeilijk loopt als je na een individueel project weer samen moet komen.”
We spoelen terug naar het begin. De muziek die bij de voorstelling hoort en uit een speaker op wieltjes klinkt, valt aanvankelijk weg in de stadsklanken. De kinderen uit onze groep beginnen op te sommen. “Zie die doen! Kijk die boot!” Als je geen prikkels kan filteren in dit stadstoneel, dan wordt alles deel van de performance en wordt de onrust uitvergroot. Maar de drie performers laten zich niet verstoren. Langzaamaan verstommen en verstillen we met hen, terwijl zij ons met hun elegante vorm van parcours door een klein stukje stad loodsen. De kinderen in de groep volgen de spelers over een rij blokken. Of ze beogen dat het publiek hen volgt in hun bewegingen?
Tijs: “We nodigen het publiek uit om de stad samen met ons te ontdekken. Als ze zich uitgenodigd voelen om onze bewegingen uit te proberen, is dat mooi meegenomen.”
Britt: “Ik vind het vooral belangrijk dat ze zich niet gedwongen voelen om een bepaald pad te volgen, maar zelf op ontdekking gaan. We zijn nog aan het uitzoeken hoe dat werkt.”
Tijs: “Dat zal zich, hoe vaker we spelen, verder ontwikkelen. De psychologie van een groep mensen en hoe zij zich bewegen en gedragen is interessant, dat heb je niet in een theater.”
Britt: “Het idee is een reis, een wandeling door de stad te maken.”
Mario: “Waar we ook rond werken is een verandering van perspectief. Je kan dat op veel verschillende niveaus bekijken, maar op een zeer praktische manier keren we bijvoorbeeld boven en onder om. We wandelen tegen de muur alsof het een vloer is, we verleggen het evenwichtspunt balancerend op een ramp. Dat zijn beelden die we graag creëren. Ik hoop dat als het publiek later langs de objecten loopt, ze dat perspectief opnieuw doen kantelen.”
Britt: “In de film konden we daar natuurlijk nog veel meer mee spelen, door de camera te flippen, maar het idee bestond al voor we aan de opnames begonnen.”
Hoe filter je de stad weg als je buiten repeteert?
Tijs: “Ik heb soms moeite om me te concentreren en als je buiten in de stad repeteert is er heel veel input. Er lopen mensen voorbij of ze stoppen, je hebt de geluiden, je moet je aanpassen aan de weersomstandigheden. Het vraagt veel om hier een hele dag te werken. Normaal zit je tijdens de residentie in een afgesloten, duistere zaal. Het is er stil, je kan je focussen. Maar ik genoot er wel van om zo vaak buiten te zijn. Een theaterzaal sluit je af van de buitenwereld, van de zon. Het was ook bevrijdend.”
Mario: “Je krijgt er het onverwachte bovenop. Je deelt de ruimte met anderen. Dat draagt bij aan de creatie, maar we moesten er soms ook uitstappen omdat we niet in de flow konden geraken.”
Britt: “Dan werkten we binnen aan een reeks bewegingen of een bepaalde scène, om deze daarna buiten uit te testen. Ik vind het zelf erg moeilijk om buiten creatief te zijn.”
Mario: “Het gaat heen en weer. Buiten zoeken we inspiratie, binnen creëren we het bewegingsmateriaal, dat proberen we buiten weer uit en zien wat er mee gebeurt. Buiten improviseren is heel moeilijk.”
Ik vertel dat een paar kinderen uit ons groepje publiek ook moeite hadden om zich te concentreren. Dat de bewegingen van een mierenkolonie tussen de stoeptegels net zo goed hun aandacht vroeg.
Tijs: “Mieren zijn inspirerend! Ze helpen elkaar om bruggen te bouwen om van de ene plek naar de andere te geraken, of ze klimmen boven op elkaar. Hun rol in het geheel is gelijkwaardig. Wij houden erg van bewegingen die eindeloos door kunnen gaan.”
Mario: “Zoals een jongleerpatroon.”
Tijs: “En dat ieder van ons dezelfde beweging kan doen, het van elkaar kan overnemen.”
Mario: “Het is zeer bevredigend om er één te vinden…”
Tijs: “Wow, this can go infinite.”
Mario: “… en te beseffen dat een beweging eindeloos door kan gaan. Dat je kan loopen.”
Tijs: “Ik vind het interessant worden als je niet ziet waar een beweging begint en eindigt, dat het geheel vloeit.”
Mario: “… in plaats van dat er naar een climax wordt toegewerkt. In het ideale geval komt het voort uit het niets en is het gewoon daar.”
26 juni: Visueel festival Visuel (B)
6 juli: Festival des 7 colines (FR)
6-7 augustus: Stadtverwaltung Idar-Oberstein (D)
12 augustus: Micro! Festival (D)
Passing By is na haar premièrereeks in Rotterdam en Leuven voorlopig niet live te zien.