De Wikipagina van Mondriaan in een kleurcode omzetten, elf uur lang op een balans zitten om tot levitatie te komen, lekke wateremmers tot mobile ombouwen, een slaapstudie met een valluik of een choreografie voor truckchauffeurs op snelwegparkings. Je kan het zo gek niet bedenken of het komt uit de koker van Mardulier en Deprez. Zijn ze circusartiesten, nutty professors, sociale wetenschappers, utopisten of charlatans? Er valt voor al deze benamingen wel iets te zeggen, maar dat ze een unieke stem in het Vlaamse circusveld hebben, is zeker.
Op het moment van ons interview zitten Ruben Mardulier en Michiel Deprez, also known as Mardulier en Deprez, in residentie in Narva, een stadje in Estland vlak aan de Russische grens. Hun doel? “Geen,” zeggen ze, want zo werken ze het liefst. Het klinkt cryptischer dan het lijkt. “Artiesten werken meestal gedurende een lange tijd naar een voorstelling toe. Gaande van residentie naar residentie werken ze een stukje in het proces verder af om dan tot het geheel, de voorstelling, te komen. Wij houden open ateliers. Op het einde van de residentie doen we een presentatie en dat is het dan ook. Die eerste presentatie is meteen ook de dernière,” legt Mardulier uit.
Hun inspiratie vinden ze in de omgeving waar ze zich bevinden en de situaties waartoe ze leiden. “Zo hebben we, toen we in Antwerpen in residentie waren, een onderzoek gedaan om zo goed mogelijk onzichtbaar te zijn in een café en vooral niet besteld te worden,” glimlacht Deprez. “Hier in Estland zijn het de pastelkleurige gevels, nog onderdeel van het originele sovjetdesign, die ons verleiden om postkaartjes van de stad te maken. Op de pleintjes staan nog oude metalen speeltuigen. Daar willen we ook iets mee doen, door binnen diezelfde esthetiek een speeltuin te ontwerpen.”
Wie Mardulier en Deprez ontmoet, ziet een bijzondere symbiose: de schuchtere, zwijgzame, oogcontact mijdende Deprez versus de sociale, speelse spraakwaterval die Mardulier is. Nochtans overvleugelt de ene noch de andere. Ze zijn geen water en vuur, eerder een yin en yang. Toen het artiestenduo ooit werd gevraagd elkaar een kleur te geven, omschreven ze zich als mosterdgeel (Mardulier) en donkerblauw (Deprez). Complementariteit verzekerd dus, ook in hun artistieke praktijk. “Michiel is misschien de meest bedachtzame, maar ook de meest volhardende en selectieve. Als hij een idee maar niks vindt, merk ik dat ik ook al snel mijn enthousiasme verlies. Maar tegelijk, als hij een idee interessant vindt, dan bijt hij er zich in vast, vaak op het obsessieve af eigenlijk,” aldus Mardulier.
Het meest symbolische atelier dat ze op dat vlak hielden, was ongetwijfeld hun ‘Weight-watchers’ waarbij ze elk aan de uiteinden plaatsnamen op een balans. Met behulp van jerrycans werd de balans waterpas gehangen en het gewicht dus gelijk verdeeld. Voorafgaand werd afgesproken dat Mardulier gedurende het gehele experiment mocht eten, drinken en vragen beantwoorden. Deprez mocht dat niet. Om de twee uur werd Mardulier door een vrijwilliger gevoed. Het experiment zou pas eindigen wanneer hij enkel door middel van eten en drinken, voldoende gewichtsverschil met Deprez creëerde om de grond te raken. Het experiment zou uiteindelijk 11 uur en 10 minuten duren.
Mardulier en Deprez tasten wel vaker de grenzen van het geduld af met hun durational performances. Een bergje rijstkorrels vormde de uitdaging om bij elke rijstkorrel een unieke beweging uit te voeren (8 uur). Ze ontwikkelden een code van primaire kleuren per letter en interpunctie om zo gans de Wikipediapagina van de schilder Piet Mondriaan in een uniek werk om te toveren. Ze bleven eerst 38 uur lang wakker om dan bezoekers uit te dagen om de hardslaper met touwtjes te manipuleren of – waar ze momenteel mee experimenteren – tijdens deze diepe slaap via een valluik naar beneden te laten tuimelen… De zotte ideeën zijn onbegrensd.
Is dat dan circus of performance wat ze maken? Voor Mardulier en Deprez liggen de wortels bij beide. “We hebben samen gestudeerd op ACaPA, de circushogeschool in Tilburg. Michiel volgde jongleren, ik acrobatie en dans,” vertelt Mardulier. “Tijdens die studies hebben we eigenlijk nauwelijks contact gehad, de klik is er pas gekomen op het Festival Circolo waar we aan de praat raakten en vooral merkten dat onze artistieke goesting vooral getriggerd werd door dingen buiten de klassieke grenzen van wat onder de term ‘circus’ verstaan wordt. Dat had ook veel te maken met de voormalige directeur van ACaPA die een erg brede kijk op circus had en de studenten daarin ook stimuleerde door het aantrekken van gastdocenten die niet uit het circusveld kwamen. De opleiding heet niet toevallig Academy for Circus and Performing Arts, als twee gelijkwaardige podiumkunstvormen met als gemeenschappelijke deler dat ze echt ‘in het moment zelf’ bestaan.”
Op hun website omschrijven Mardulier en Deprez hun werk als ‘anekdotisch circus en installaties en post-internet kunst en misschien ook proza en nieuwe onderdelen voorzien van zaken.’ Huh? “We gaan ervan uit dat alles wat ons interesseert, ook voor anderen interessant is… of dat hopen we toch,” lacht Deprez. “We werken met wat ons omringt, wat dichtbij is. We maken oppervlakkig werk. Niet in een negatieve maar in de letterlijke betekenis, down to earth. We gaan aan de slag met wat zich aan de oppervlakte bevindt, heel direct en heel onmiddellijk, zonder te over-interpreteren. What you see is what you get. Er is geen consequent verhaal of rode draad in ons oeuvre, hetzij deze: we doen consequente vastberaden realisaties van spontane verzinsels.”
“In wezen verschilt wat we doen niet veel van clownerie. We zijn twee clowns die de humor of de tragiek zien door een specifiek aspect van de realiteit te verbuigen. Zoals je simpelweg met een handstand de wereld op zijn kop kan zetten. Door één parameter te wijzingen wordt de werkelijkheid absurd,” zegt Mardulier. Zo maakten ze ooit een montage van geeuwende mensen maar monteerden die beelden achterstevoren waardoor het leek alsof deze mensen een heerlijk orgasme beleefden. Enige tijd terug maakten ze in Brugge een parcours voor duiven, incluis alle merchandise, met één opmerkelijk verschil: dat alles niet gericht was op snelheidsvliegen (wat in de duivenmelkerij de norm is) maar op behendigheidsvliegen.
Mardulier en Deprez delen hun fascinatie voor bijzondere subculturen, of het nu gaat om duivenmelkers of bijvoorbeeld truckchauffeurs. Zich onderdompelen in de wereld van de truckchauffeurs werd het startschot van Dieselnation, een voor Mardulier en Deprez opvallend langer project waarbij ze samen met filmmaakster Marylka Böressen een documentaire maakten over het leven zoals het is bij truckchauffeurs. “We voelden al eerder een bijzondere verwantschap: net als circusartiesten zijn ook zij vaak onderweg, wegrestaurants zijn een deel van je leven en de truckerswereld als subcultuur met eigen codes en gedragingen intrigeerde ons.”
Ze besloten om van Oostende naar Polen te reizen om onderweg op 20 snelwegparkings een circusvoorstelling te spelen specifiek voor de truckers. Geïnspireerd door wat voorhanden was, een choreografie met autobanden of een derwisjdans met carwashlinten, gaven ze een performance geflankeerd door witte parkeerlijnen en vrachtwagens. Voor vele truckers was het voor het eerst dat ze een voorstelling zagen. Het leverde ontroerende beelden op, met veel samenhorigheid in een wereld van lange ritten eenzaamheid.
Tijdens Dieselnation werden Mardulier en Deprez ook op een andere manier met de omgekeerde wereld geconfronteerd. “Het is confronterend hoe er zich ook binnen de truckerswereld een klassenmaatschappij aftekent tussen West- en Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs, waarbij de Oost-Europese vaak lange tijd van huis zijn en als goedkope arbeidskrachten worden ingezet.” Dat heeft Mardulier persoonlijk enorm geroerd. “Hoe dankbaar die chauffeurs waren. Of zoals een van de Poolse truckers zei: ‘Het is voor het eerst dat er speciaal voor ons iets wordt gedaan – wij moeten doorgaans voor anderen leveren.’”
Het doet nadenken. Wat zouden Mardulier en Deprez als beroep uitoefenen mochten ze geen artiesten zijn? “Kan je ooit ophouden artiest te zijn? Ik denk het niet,” zegt Mardulier stellig. “Zelfs al zou ik voor een ander beroep gaan dan zou die creativiteit elders een uitweg vinden. Al kan ik me wel inbeelden dat ik iets met natuur zou doen, zoals natuurgids worden.” Deprez gooide tijdens de coronaperiode resoluut het roer om en startte een studie voor leerkracht lagere school. “Dat was enerzijds ingegeven door gans die periode werkloos thuis te zitten, maar het was ook een nood aan zingeving. Ben ik wel zinvol bezig? Het is een vraag die me vaak wakker houdt. Er is een verschil tussen nuttig en zinvol. Er zijn veel nuttige beroepen die totaal niet zinvol zijn. Artiest zijn is misschien het ultieme omgekeerde: het kan heel zinvol zijn, maar is totaal nutteloos.”
De coronaperiode heeft er ook bij hen hard ingehakt. Tijdens de harde lockdown werden ze letterlijk van elkaar geïsoleerd. Mardulier woont in Oostende, Deprez in Tilburg. “Het fysieke niet elkaar kunnen ontmoeten, zorgde voor een enorm gemis dat je via zooms en al zulks niet kan compenseren,” zegt Mardulier. Ze besloten uiteindelijk om de zoveel weken elkaar te ontmoeten, buiten in een veld, op anderhalve meter afstand elk op zijn kant van zijn landsgrens. Het was niet alleen een mooie uitdrukking van vriendschap, maar werd ook een performatieve actie met zelfs een politiecombi als waakhond, “al konden die agenten onze daad wel appreciëren,” lacht Deprez.
Met zo’n hechte relatie, zien Mardulier en Deprez hun samenwerking ooit eindigen? En wat zouden zij geven als relatieadvies? “Als je oneindigheid nastreeft, ben je sowieso al verkeerd bezig,” vindt Mardulier. “Mijn beste advies: niet te lang aan één project werken en zorgen dat er genoeg variatie in je omgeving zit om het spannend te houden,” aldus Deprez. “Afhankelijk van waar we zijn en de situatie waarin we ons bevinden moeten we onszelf terug heruitvinden en desgevallend ook elkaar.”