juli 2023

André Waignein was een veelzijdig componist en fervent verdediger van amateurorkesten. Zijn oeuvre bevat meer dan 1.000 werken, waarvan de meeste zijn uitgegeven - onder zijn eigen naam of een van zijn pseudoniemen. Hij ontving heel wat nationale en internationale prijzen. 

André Waignein wordt geboren op 28 januari 1942 in Moeskroen. Hij komt uit een bescheiden gezin: zijn vader is een werknemer bij de Belgische spoorwegen, terwijl zijn moeder werkt als textielarbeider in het Franse Tourcoing. Hij leert muziek als autodidact, met de hulp van zijn vader, die muzikant was in de plaatselijke muziekvereniging, de Harmonie Royale Ste Cécile van Mont-à-Leux. Hier ontdekt hij de kleuren en dynamiek van blaasinstrumenten.

Later gaat hij studeren aan de conservatoria van Brussel en Bergen: muziektheorie, transpositie, muziekgeschiedenis, harmonie, contrapunt, compositie, trompet, piano en kamermuziek.

Tijdens zijn studies speelt hij onder meer als muzikant in de jazzformatie van de ORTF (Franse openbare radio en televisie, red.) in Rijsel, waarvoor hij de meeste arrangementen schrijft. In 1970 neemt hij (opnieuw) de leiding over van de West Music Club. Hij maakt van deze groep een van de beste jazzformaties van België.

Als fervent verdediger van amateurorkesten dirigeert hij doorheen de jaren de Harmonie Royale Ste Cécile van Mont-à-Leux, de Harmonie Democrática La Mouscronnoise van Moeskroen, de Harmonie Royale de Comines, de Koninklijke Harmonie De Congregatie van Izegem, de Harmonie La Concorde van Péronnes, en natuurlijk het orkest van zijn hart: het jeugdharmonieorkest van het Stedelijk Muziekconservatorium van Doornik waar hij directeur was.

Hij sterft op 22 november 2015, de dag van de patroonheilige van de muziek, Sint-Cecilia.

Veelzijdig componist

De werken van André Waignein zijn heel divers: pedagogische werken, kamermuziek, muziek voor symfonieorkest en vooral voor blaasorkest. Zijn compositielijst bevat meer dan 1.000 werken, waarvan de meeste zijn uitgegeven. Meer dan 100 cd's vormen zijn discografie.

Hoewel hij het grootste deel van zijn oeuvre onder zijn eigen naam schreef, gaf hij ook muziek uit onder enkele pseudoniemen, zoals Rita Defoort, Rob Ares, Frede Gines, Roland Kernen en Luc Gistel. Deze werken zijn variaties in zijn repertoire en zijn ook per pseudoniem typerend in stijl en moeilijkheidsgraad.

Als componist ontving André Waignein zo’n 25 nationale en internationale compositieprijzen, waaronder de prijs van de European Union of Radio Broadcasting (EBU) de SABAM Award voor muziek.

Internationaal

In 1999 vroeg het Ministerie van Cultuur van het Groothertogdom Luxemburg hem een werk te schrijven waarin hij 12 Luxemburgse steden beschrijft voor orkest en sopraansolist: Impressions Luxembourgeoises. In december 1999 werd dit werk in Luxemburg uitgevoerd door het Groothertogelijk Militair Orkest van Luxemburg en de Moeskroense sopraan Christel Plancq.

AVV Trossingen uit Duitsland gaf hem in 2003 de opdracht om een grandioos werk te componeren als apotheose van het beroemde muziekfestival in Otigheim.

In het kader van Lille 2004, toen Rijsel culturele hoofdstad van Europa was, vroeg de Cercle Choral Européen om een Magnificat (lofzang, red.) te maken voor koor, sopraansolist en orkest. De uitvoering vond plaats in Rijsel datzelfde jaar.

De Ateneu Musical del Port van het Spaanse Valencia benoemde hem in 2008 tot erelid. Op 2 november van hetzelfde jaar werd een galaconcert georganiseerd in het prestigieuze Palau de la Música. Het programma bevatte alleen composities van André Waignein.

André Waignein werd ook opgenomen in de prestigieuze Amerikaanse encyclopedie Who's Who in the World.

Werk

Life (Symfonisch gedicht)

Waignein vat het vrij lange en romantische gedicht van Monique Cardon als volgt samen:

Zeven stadia in het leven van ieder mens: Les abusses de la vie – L’espoir d’une vie et la confirmation – La jeunesse et sa navité – L’adolescence – L’amour – L’adulte revoyant sa jeunesse – Commencement d’une nouvelle vie: grandiose et éternelle.

Een lange, onveranderlijke fluittoon brengt ons bij het mysterie van de geboorte, van waaruit het levensthema voortvloeit. Een hoornsolo stelt een plechtig innig thema voor, dat wordt overgenomen door andere instrumenten en uitmondt in een grandioso, waar het levensthema ons in zijn hele volheid en kracht gebracht wordt.

De prille jeugd, speels, fris en onbezorgd, is het tweede element in ons leven. Het ludieke karakter, in een licht giocoso, is gebaseerd op twee erg geanimeerde thema’s vol ritmiek, staccato, loopjes, syncopes en versieringsnoten. De onevenwichtige puberteitsjaren met de karakteristieke elementen uit die periode, zoals onzekerheid, instabiliteit en het kritisch zoeken naar stabiele waarden, worden muzikaal goed vertaald. Het is een onsamenhangende brok muziek met afwisselende maatsoorten, flatterzunges (flutter-tonguing) en een slagwerksolo die de grilligheid tot uiting brengt. Zonder liefde geen leven: met een gesyncopeerde begeleiding bezingt een romantische altsaxsolo het tederste menselijke gevoel.

In de volwassen jaren zien ouders zichzelf weerspiegeld in hun kinderen en zo krijgt de compositie een bijna volledige herhaling van het deeltje over de prille jeugd.

Tot slot wordt het levenseinde voorgesteld. Het levensthema met de hoornsolo mondt via een modulatie (più vivo) uit in het grandioso, net zoals bij het begin. Dit slot mondt uit in lange noten, fortissimo. Het zenuwachtige van het più vivo is voorbij en Life wordt groots afgesloten. “Tu t’envoleras … vers le dernier rivage, cet éternel printemps.” Laat ons kiezen voor het begin van een nieuw leven, groots en eeuwig.

Rhapsody for flügelhorn or trumpet

Als trompettist heeft André Waignein zeer veel voor zijn instrument geschreven: van stukken bestemd voor jonge trompettisten tot veelzijdige werken voor beroepsmuzikanten. Met deze rapsodie heeft Waignein een werk willen schrijven waarin spontaniteit de hoofdrol speelt en de solist zich volop kan uitleven in virtuositeit, sonoriteit en stijl. Hoewel dit stuk niet tot de moeilijkste werken behoort, stelt het toch hoge muzikale eisen aan de solist.

Na de indrukwekkende orkestrale opening is er de intrede van de solist, met lange zinnen gevolgd door meer dynamische en ritmische cellen. De tweede beweging getuigt van een grote gevoeligheid en biedt de solist de gelegenheid om te bewijzen dat de trompet (bugel) een instrument is dat ook kan ontroeren. De derde beweging is des te spectaculairder. Het orkest neemt actief deel door steeds delicater wordende tussenkomsten. De solist kan ruimschoots alle mogelijkheden van het instrument aanwenden. Met een lange sostenuto op trompet (bugel) eindigt deze prachtige rapsodie, die ook in een versie met piano bestaat.

Ballad for Band

Ballad for Band is een van de eerste werken die Waignein schreef voor blaasorkest. Het werk getuigt van frisse inspiratie, een levendige orkestratie en een ontspannende jazzinvloed. De compositie bestaat uit drie bewegingen. Een snelle en ritmische stijging, gevolgd door een solo voor altsax of hobo, vormen de inleiding, die tweemaal wordt gespeeld. Na enkele ritmische maten stellen de klarinetten of bugels het thema van deze eerste beweging voor.

In een sterk ritmisch middendeel hebben alle instrumenten een even belangrijke rol te vervullen. Daarop hernemen de scherpe kopers het hoofdthema in piano terwijl de klarinetten of bugels in een moeilijke chromatische versiering hun technische vaardigheid kunnen bewijzen. Het tweede deel is opgebouwd uit 3 elementen: 2 thema's en een ritmische figuur. De hoorn of hobo stelt het hoofdthema voor. Na een kort tussenspel, een ritmische dialoog tussen bassen en houtblazers, hernemen hoorns en trombones het hoofdthema, begeleid door dezelfde ritmische dialoog. In een kort middendeel brengen altsax en trompet afwisselend een meeslepende melodie. Via de ritmische dialoog herneemt het hoofdthema, ondersteund door een sterk ritmische en dissonante begeleiding.

De inleiding van de laatste beweging is volledig gebaseerd op een kort thema. Dit wordt achtmaal gespeeld. Langzaamaan bouwt een tutti op, dat plots wordt afgebroken. Een nieuw thema verschijnt bij trompetten en trombones. Na een passage waarin sonneries, van trompetten en trombones, hand in hand gaan met een sterke chromatiek herneemt het laatste thema nog eens. Een coda met een samenvatting van alle hoofdthema's besluit het werk.

Three movements for piano and band

Deze drie bewegingen voor piano en orkest stellen drie etappes voor in een muzikale reis. De eerste etappe is een lange reis door de wereld van de romantische virtuositeit zoals die werd opgevat door Liszt: groots, luisterrijk en lyrisch. De tweede etappe is een vredige wandeling die aanzet tot dromen, een mooie impressionistische reis. De derde en laatste beweging barst overweldigend los, gedreven door een razend ritme, even meedogenloos als een oorlogsdans. In een confrontatie van het orkest met de solist komt alle innerlijke kracht van de componist tot uiting, zodat de musici na afloop buiten adem zijn, maar daarom niet minder tevreden!

Missen, cantates en gewijde muziek

In 1990 werd zijn meesterwerk, Cantate aux Étoiles, uitgevoerd in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Doornik, met de Koninklijke Muziekkapel van de Gidsen, een sopraansolist, een voordrager, drie kinderkoren en een tiental koren uit Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk, goed voor 750 deelnemers. Dit veelomvattende werk werd in april 1995 ook in Brussel uitgevoerd, tijdens de 50e verjaardag van de Verenigde Naties. In 2002 organiseerde de Cercle Choral Européen een uitvoering in het kader van Europese culturele uitwisselingen.

Zijn tweede cantate, À Travers le Temps, is geschreven voor gemengd koor, sopraansolo, 2 piano's en slagwerk of strijkorkest, 1 piano en slagwerk. Het werk werd opgenomen op cd in 1999 en opgedragen aan Georges Toubeau, de grote beschermer van het culturele leven in Doornik.

Missa Tornacum, voor gemengd koor en orkest of orgel, werd in 2000 op cd opgenomen door The Eastern Wind Symphony en The College of New Jersey Chorale uit de VS.

Ontdek hier welke werken van André Waignein raadpleegbaar zijn in het documentatiecentrum van VLAMO.