2023/1

Kunst en activisme, het is een mix met een rijke geschiedenis en een soms moeilijke verhouding. Aangespoord door een recent werk van Ulrike Bolenz duikt Frederic De Meyer wat dieper in het thema.

Op de Power 100-lijst van meest invloedrijke personen en organisaties in de kunstwereld, samengesteld door ArtReview, prijkte in 2020 op de eerste plaats: Black Lives Matter (BLM). Op nummer vier stond de #METOO-beweging. Voor alle duidelijkheid: deze bewegingen hebben helemaal niets met kunst te maken. In de argumenten van ArtReview lees je echter dat beide organisaties een impact hebben gehad op de diversiteit van het kunstaanbod in het klassieke circuit. Kortom, dankzij deze bewegingen zien we meer vrouwelijke en anderskleurige kunstenaars in galerieën en musea.

Sociale veranderingen

Kunst en activisme, ze hebben sowieso een nauwe band met elkaar. In zijn boek over dit onderwerp legt kunstenaar-activist Gregory Sholette de oorsprong van dit huwelijk bij de Franse filosoof Henri de Saint-Simon, die stelde dat kunstenaars, net als wetenschappers en industriëlen, tot de voorhoede moeten behoren van sociale veranderingen. Ditzelfde idee van de kunstenaar als voorvechter van sociale verbetering vind je veel sterker verwoord terug bij Walter Benjamin, die in kunst een wapen zag in de proletarische strijd tegen het fascisme. Al wees hij ook op de gevaren hiervan: het gebruik van esthetiek om politieke redenen is een fascistische praktijk, stelde hij.

Het dadaïsme, het surrealisme, en de radicale kunst van de jaren ’60 (gedreven door de Latijns-Amerikaanse beweging Grupo de Artistas de Vanguardia) predikten een loskoppeling van de institutionele kunstwereld om hun activistische eisen, en de rol van kunst erin, kracht bij te zetten. Met wisselend succes, en met een vreemd gevolg. In de jaren ’70 deden de musea gretig mee met de anti-establishmenthouding, door hun deuren bijvoorbeeld gratis te openen voor het grote publiek. En, teken van de jaren ‘80: deze opendeurdagen werden al snel gesponsord door grote bedrijven. “Kom gratis naar het museum, dankzij Kleenex!” Zoiets …

Grenzeloze beeldcultuur

In zekere zin is de toestand sindsdien verergerd. Door de opkomst van nieuwe media die iedereen in staat stelt zowel producent, consument als medium te zijn van een grenzeloze en (nagenoeg) ongecontroleerde beeldcultuur, verdween de kunstenaar als autonome entiteit. Zijn ‘producten’ maakten gewoon deel uit van de beeldenstorm. Om het met de woorden van kunstcriticus Stephen Wright te stellen: de kunstenaar schaalde zichzelf tot een 1:1 verhouding met het leven.

Zo dus ook de activistische kunstenaar, die niet enkel met zijn kunst zijn boodschap hoort te brengen, maar evenzeer met zijn acties. De grenzen zijn vervaagd: kunst wordt actie, actie wordt kunst. Kunst moet in het leven staan. De kunstenaar is zijn onschuld en zijn autonomie voorgoed verloren. Zie Banksy! Zie Ai Weiwei!

Kunst als duiding?

Nu goed, zo’n vaart loopt het allemaal vooralsnog niet. Kunst wordt nog steeds om haar autonome, intrinsieke kwaliteit gewaardeerd. Het neemt niet weg dat kunstenaars ook met beide voeten in de wereld staan en zich bewust zijn van de ontwikkelingen erin. Vaak beïnvloedt het hun werk, soms zelfs expliciet. Wat echter opvalt: hoewel ze bezorgd zijn om de maatschappelijke ontwikkelingen en uitdagingen, zeggen velen me dat ze niet de bedoeling hebben om met de vinger te wijzen, ze willen enkel duiden, vaststellen. Is het schroom? Of iets anders?

With Waving Hair – Solidarity with Iranian women, courtesy Ulrike Bolenz.
With Waving Hair – Solidarity with Iranian women, courtesy Ulrike Bolenz.

Niet elke kunstenaar heeft hier last van. De Duits-Belgische kunstenares Ulrike Bolenz geeft al heel haar carrière de toon aan. Het ligt misschien aan haar roots. Als West-Berlijnse leefde ze voor de val van de muur in een staat van paranoïde nieuwsgierigheid: de muur stond symbool voor de vrije wereld tegenover een versmachtend onrecht. Het vertaalt zich in haar werk. Haar Ikarus bood een confronterende reflectie over het lot van de vluchtelingen in de regio van de Middellandse Zee, haar reeks lachende vrouwen verborg een protest tegen het onrecht waar vrouwen overal ter wereld nog mee worden geconfronteerd. Haar recente werk With Waving Hair maakte ze als blijk van solidariteit voor het protest van de Iraanse vrouwen na het overlijden van de 22-jarige Mahsa Amini.

Hart onder de riem

Maakt het iets uit, hoor ik u denken. Een schilderij dat in Vilvoorde werd gemaakt zal op zich het onrecht de wereld niet uithelpen, uiteraard. Honderden, duizenden overal ter wereld hopelijk wel. Het zal de geopolitieke verhoudingen niet wijzigen, maar het zal de vrouwen die moedig de gevestigde orde trotseren misschien een hart onder de riem steken, voldoende om hun strijd verder te zetten. Misschien, heel misschien. Maar mocht je enkel op zekerheden berusten om te handelen, om je mening te uiten, zou je heel lang stil blijven staan. Het is eenieders taak om dit te proberen. Zeker die van kunstenaars, die met hun beelden het collectieve bewustzijn op een bewust partizane en belangeloze manier kunnen beïnvloeden. In de woorden van Walter Benjamin: het is hun missie!

Opvallend is dat de institutionele wereld zich achter deze vorm van activisme schaart. Bij mijn recent bezoek aan het KMSK in Brussel zag ik op de gevel een groot spandoek: “SAY HER NAME - MAHSA AMINI – Women Life Freedom | We stand with Iranian women”.

Kunst en activisme, sowieso een waardevolle combinatie.

Tentoonstelling en boek

In 2023 is het werk van Ulrike Bolenz onder meer te zien in Art Karlsruhe, 4 tot 7 mei 2023, Karlsruhe, Duitsland, bij Galerie Schmalfuss (Berlijn).

Het boek waarnaar verwezen wordt:

Gregory Sholette – The Art of Activism and the Activism of Art (New Directions in Contemporary Art), Lund Humphries Publishers Ltd, 2022, ISBN-13: 978-1848224414.